quiz economie hoofdstuk 7

Economie quiz hoofdstuk 7
Rachelle, Renske, Tara
V33
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Economie quiz hoofdstuk 7
Rachelle, Renske, Tara
V33

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 7.1

Slide 2 - Tekstslide

Wat staat er in de rijksbegroting?

Slide 3 - Open vraag

Welk voorbeeld van collectieve goederen is juist?
A
Wegen , fietspaden, straatverlichting
B
Woningen, auto´s
C
Onderwijs
D
Gezondheidszorg

Slide 4 - Quizvraag

Door welke sector worden collectieve goederen geleverd?

Slide 5 - Open vraag

Wilt de collectieve sector wel of geen winst maken?
A
Wel
B
Geen

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noem je het als de overheid een dienst of activiteit aan de particuliere sector verkoopt?
A
Marktwending
B
Innovatie
C
Privatisering

Slide 7 - Quizvraag

Welke instelling zorgt voor sociale zekerheid?

Slide 8 - Open vraag

Waarom geeft de overheid subsidie?

Slide 9 - Open vraag

Vul het ontbrekend woord in:
Het doel van ...... is om aanbieders en producten te laten concurreren op kwaliteit en prijs.

Slide 10 - Open vraag

Welke voorzieningen betaald de overheid voor ons?

Slide 11 - Open vraag

Betaald de overheid
deze voorziening voor ons?

Slide 12 - Open vraag

Paragraaf 7.2 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe heten mensen die hun eigen inkomen verdienen?

Slide 14 - Open vraag

Wat wordt bedoeld met sociaal minimum?

Slide 15 - Open vraag

Wat kun je krijgen als je inkomen te laag is? Kies er twee.
A
Zorgtoeslag
B
Huurtoeslag
C
Woonbijslag
D
Zorgbijstand

Slide 16 - Quizvraag

Sleep naar het goede woord
Werknemersverzekering 

Hebben alleen de mensen die loondienst werk hebben gewerkt
Volksverzekering 
Heeft iedereen in ons land 

Slide 17 - Sleepvraag

Een werknemersverzekering is voor iedereen die werkt?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

De overheid betaald met belastinggeld een paar uitkeringen dat heet?

Slide 19 - Open vraag

Tot welk bedrag is huurtoeslag mogelijk?
A
€31,000
B
€ 25,000
C
€ 22,000
D
€ 29,000

Slide 20 - Quizvraag

Wat is er in ons land door sociale zekerheid?

Slide 21 - Open vraag

Welk werk zie je deze afbeelding?

Slide 22 - Open vraag

Waarom krijgen ouders kinderbijslag? Noem 2 redenen.

Slide 23 - Open vraag

Paragraaf 7.3

Slide 24 - Tekstslide

Wat voor een belasting moet B.V. betalen over zijn winst?

Slide 25 - Open vraag

Is het directe of indirecte belasting?
Btw
Inkomstenbelasting
Vennootschapbelasting
Directe beslating
Indirecte belasting
Accijns

Slide 26 - Sleepvraag

Hiermee probeert de overheid het gebruik van een product te stimuleren?
A
Accijns
B
Btw
C
Subsidie
D
Belasting

Slide 27 - Quizvraag

Noem 2 inkomens bronnen van de gemeente?

Slide 28 - Open vraag

Betaal je Directe belasting rechtstreeks aan de overheid?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een niet- belastingontvangsten?

Slide 30 - Open vraag

Noem een voorbeeld van een Directe belasting?

Slide 31 - Open vraag

Wat betaalt iedereen wat een inkomen heeft?

Slide 32 - Open vraag

Met wat voor een niet-belastingontvangsten heb je hiermee te maken?

Slide 33 - Open vraag

Waar gaan de sociale premies heen die van ons brutoloon worden ingehouden?

Slide 34 - Open vraag

Paragraaf 7.4

Slide 35 - Tekstslide

Door wie krijgt de gemeente hun inkomsten?

Slide 36 - Open vraag

Welke voorziening betaald de overheid?

Slide 37 - Open vraag

Waardoor ontstaat staatschuld?
A
Geld te lenen
B
Geld uitgeven
C
Geld investeren

Slide 38 - Quizvraag

Wat word er bekend gemaakt op de de derde dinsdag van september?

Slide 39 - Open vraag

Waar komt het geld vandaan wat de overheid uitgeeft?

Slide 40 - Open vraag

Wie presenteert de rijksbegroting?

Slide 41 - Open vraag

Wat moet de overheid doen om prioriteiten te stellen?

Slide 42 - Open vraag

Wanneer moet de overheid geld lenen?

Slide 43 - Open vraag

Hoe kan een begrotingsoverschot voorkomen worden?

Slide 44 - Open vraag

Vul het ontbrekend woord in:
De ... is de toelichting op de rijksbegroting

Slide 45 - Open vraag