havo hoofdstuk 2

Scheikunde havo
Hoofdstuk 2: Bouwstenen van stoffen
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Scheikunde havo
Hoofdstuk 2: Bouwstenen van stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Is dit macro- of microniveau?
Het suiker in de verpakking
heeft een poedervorm
A
Waarneming op macroniveau
B
Waarneming op microniveau

Slide 2 - Quizvraag

Is dit macro- of microniveau?
Bij verbranding reageert
de brandstofdeeltjes met
zuurstofdeeltjes uit de lucht
A
Waarneming op macroniveau
B
Waarneming op microniveau

Slide 3 - Quizvraag

Is dit macro- of microniveau?
Bij een gaslek verdeelt de
gelekte gasdeeltjes zich over de hele ruimte
A
Waarneming op macroniveau
B
Waarneming op microniveau

Slide 4 - Quizvraag

In welk glas zit het warme water?
Tip: denk aan het bewegen van de deeltjes!
A
Links
B
Rechts

Slide 5 - Quizvraag

Wat is hier op microniveau uitgebeeld?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 6 - Quizvraag

Wat is hier op microniveau uitgebeeld?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 7 - Quizvraag

Wat is hier op
microniveau uitgebeeld?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie
D
Emulgator

Slide 8 - Quizvraag

Wat is hier op
microniveau
uitgebeeld?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie
D
Emulgator

Slide 9 - Quizvraag

Kunnen we dit
microniveau
noemen?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Bij wie past
deze omschrij-
ving van het
atoommodel?
A
John Dalton
B
Ernest Rutherford
C
Niels Bohr

Slide 11 - Quizvraag

13. Het atoommodel met schillen is bedacht door...
A
Dalton
B
Rutherford
C
Johnson
D
Bohr

Slide 12 - Quizvraag

Zoek op in het periodiek systeem
Het atoomnummer van koolstof ...
A
6
B
8
C
12
D
18

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet de tabel waar alle elementen in staan?
A
elementen tabel
B
atoomsysteem
C
periodiek systeem
D
elementen systeem

Slide 14 - Quizvraag

Waar staan de metalen in het periodiek systeem
A
links
B
rechts

Slide 15 - Quizvraag

Waar staan de edelgassen in het periodieksysteem
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 17
D
groep 18

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heten de stoffen in groep 17 van het periodieksysteem
A
edelgassen
B
metalen
C
halogenen
D
nietmetalen

Slide 17 - Quizvraag

Verbinding of niet-ontleedbare stof?

Zuurstof molecuul
A
Verbinding
B
Niet-ontleedbare stof

Slide 18 - Quizvraag

Verbinding of niet-ontleedbare stof?

Alcohol
A
Verbinding
B
Niet-ontleedbare stof

Slide 19 - Quizvraag

Verbinding of niet-ontleedbare stof?

Water molecuul
A
Verbinding
B
Niet-ontleedbare stof

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel H-atomen zitten er in H3PO4
A
4
B
3
C
1

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de coëfficiënt
van de afgebeelde
moleculen?
A
4 C2H6O
B
3 C2H6O
C
6 C2H6O
D
5 C2H6O

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de molecuulmassa
van NH3? (N is stikstof)
Bereken de vraag
Gebruik de afbeelding
A
16,0 u
B
17,0 u
C
18,0 u
D
19,0 u

Slide 23 - Quizvraag

Wat is stap 1 voor het berekenen van het massapercentage van een atoomsoort in een verbinding?
A
Bereken de molecuulmassa van de verbinding.
B
Bepaal van alle aanwezige atoomsoorten de massa
C
Bereken het massapercentage van de atoomsoort in de verbinding.

Slide 24 - Quizvraag

Hoe heten de elementen uit groep 18 van het periodiek systeem?
A
halogenen
B
edelgassen
C
alkalimetalen
D
aardalkalimetalen

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heten de elementen uit groep 1 van het periodiek systeem?
A
halogenen
B
edelgassen
C
alkalimetalen
D
aardalkalimetalen

Slide 26 - Quizvraag

Isotopen verschillen van elkaar in ...
A
Aantal protonen
B
Aantal elektronen
C
Aantal protonen en elektronen
D
Aantal neutronen

Slide 27 - Quizvraag

Wat zijn ionen?
A
Geladen moleculen
B
moleculen
C
Atomen
D
Geladen Atomen

Slide 28 - Quizvraag

Hoeveel valentie-elektronen heeft koolstof?
A
2
B
4
C
6
D
geen

Slide 29 - Quizvraag

Het element met atoomnummer 11 is natrium
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een isotoop?
A
Zelfde atoom, andere massa
B
Ander atoom, zelfde massa
C
Zelfde atoom, ander atoomnummer
D
Ander atoom, zelfde atoomnummer

Slide 31 - Quizvraag

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 24. Hoeveel protonen heeft natrium?
A
11
B
12
C
23
D
34

Slide 32 - Quizvraag

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 24. Hoeveel elektronen heeft natrium?
A
11
B
12
C
23
D
34

Slide 33 - Quizvraag

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 24. Hoeveel neutronen heeft natrium?
A
11
B
12
C
13
D
24

Slide 34 - Quizvraag

Waar vind je de neutronen en waar zijn ze gelijk aan?
A
Rond de kern, gelijk aan de massagetal
B
In de kern, gelijk aan de massagetal
C
Rond de kern, gelijk aan(massagetal - atoomnummer)
D
In de kern, gelijk aan (massagetal - atoomnummer)

Slide 35 - Quizvraag

Het atoomnummer is het aantal...
A
protonen van een atoom
B
neutronen van een atoom
C
elektronen van een atoom
D
protonen en elektronen van een atoom

Slide 36 - Quizvraag

Als er een neutron bij komt dan
A
Wordt het atoom nummer hoger
B
Wordt het atoomnummer lager
C
Wordt het massagetal hoger
D
Wordt het massagetal lager

Slide 37 - Quizvraag

Hebben isotopen verschillende chemische eigenschappen?
A
Ja
B
Nee

Slide 38 - Quizvraag

Isotopen verschillen van elkaar in ...
A
Aantal protonen
B
Aantal elektronen
C
Aantal protonen en elektronen
D
Aantal neutronen

Slide 39 - Quizvraag

N-14 heeft 7 protonen en 7 neutronen.
C-14 heeft 6 protonen en 8 neutronen.
N-14 en C-14 zijn isotopen
A
ja
B
nee
C
soms

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

80 %

Slide 43 - Tekstslide

80 %

Slide 44 - Tekstslide