Spelling - open en gesloten lettergrepen

Spelling
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling

Slide 1 - Tekstslide

Woorden met een lange & korte klank

-weet je het nog?
- lange klank = klinkerdief & 
- korte klank = dubbelzetter

Lange klanken hebben pech, ik haal gewoon een letter weg. 
Bij een korte klank de dubbelzetter dus een tweelingletter.

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeelden
je hoort                             je schrijft
draa-ven           =                  draven
moo- gen         =                  mogen
roo-zen             =                     rozen
poo-ten            =                     poten

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden
je hoort                             je schrijft
bu-sen              =                  bussen
sto-pen            =                stoppen
ma-nen            =                mannen
ta-ken               =                   takken

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan:
1. Verdeeld het woord in klankgroepen

2. Eindigt de klankgroep op een lange klank, pas dan de regel van de klinkerdief toe: lange klanken hebben pech, ik haal gewoon een letter weg. 

3. Eindigt de klankgroep op een korte klank, pas dan de regel van de dubbelzetter toe: bij een korte klank de dubbelzetter dus een tweelingletter. 

Slide 5 - Tekstslide

Bij een lange klank aan het einde van de lettergreep komt
A
twee medeklinkers (dubbelzetter)
B
één klinker (letterdief)

Slide 6 - Quizvraag

Bij een korte klank aan het einde van de lettergreep komt
A
er een dubbelzetter, tweelingletter
B
de klinkerdief

Slide 7 - Quizvraag

Open lettergreep / lange klank
gesloten lettergreep / korte klank
verdelen
vertrekken
boodschappen
schommelen
zweten

Slide 8 - Sleepvraag

Welke spellingsregel?

praten
A
Klinkerdief lange klank
B
dubbelzetter korte klank

Slide 9 - Quizvraag

Open lettergreep
gesloten lettergreep
geslapen
wielrennen
ballonnen
verrassing
smakelijk

Slide 10 - Sleepvraag

Welke spellingsregel?
professor
A
klinkerdief lange klank
B
dubbelzetter korte klank

Slide 11 - Quizvraag

De open en gesloten lettergrepen.
A
zijn duidelijk
B
zijn onduidelijk
C
vind ik makkelijk
D
vind ik moeilijk

Slide 12 - Quizvraag