BLB - met het vliegtuig

Vakantie
Waar ga jij op vakantie?
Vakantie
Les 2: met het vliegtuig
1 / 65
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 65 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vakantie
Waar ga jij op vakantie?
Vakantie
Les 2: met het vliegtuig

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel:
  • Je kent woorden die je gebruikt op een luchthaven.

Slide 2 - Tekstslide

Woordenschat
Wat weet je nog van 
de vorige les?
Antwoord op wisbordje.

Slide 3 - Tekstslide

Woordenschat

Slide 4 - Tekstslide

Woordenschat

de vakantie

Slide 5 - Tekstslide

Woordenschat

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat

het strand

Slide 7 - Tekstslide

Woordenschat

Slide 8 - Tekstslide

Woordenschat

de bergen

Slide 9 - Tekstslide

Woordenschat

Slide 10 - Tekstslide

Woordenschat

de camping

Slide 11 - Tekstslide

Woordenschat

Slide 12 - Tekstslide

Woordenschat

het hotel

Slide 13 - Tekstslide

Woordenschat

Slide 14 - Tekstslide

Woordenschat
het vakantiehuis

Slide 15 - Tekstslide

Woordenschat

Slide 16 - Tekstslide

Woordenschat

de zee

Slide 17 - Tekstslide

Woordenschat

Slide 18 - Tekstslide

Woordenschat

het bos

Slide 19 - Tekstslide

Woordenschat

Slide 20 - Tekstslide

Woordenschat
de vliegvakantie

Slide 21 - Tekstslide

Woordenschat

Slide 22 - Tekstslide

Woordenschat
de autovakantie

Slide 23 - Tekstslide

Welke woorden weet je al over vliegen?

Slide 24 - Tekstslide

Welke woorden weet je al over op
vakantie gaan met het vliegtuig?

Slide 25 - Woordweb

Woordenschat

de luchthaven

Slide 26 - Tekstslide

Woordenschat

de bagage

de koffer
de handbagage

Slide 27 - Tekstslide

Woordenschat
het vliegticket

Slide 28 - Tekstslide

Woordenschat

het paspoort

Slide 29 - Tekstslide

Woordenschat
de incheckbalie

Slide 30 - Tekstslide

Woordenschat
de beveiliging

Slide 31 - Tekstslide

Woordenschat

de gate

Slide 32 - Tekstslide

Woordenschat
de bagageband

Slide 33 - Tekstslide

Woordenschat

de piloot

Slide 34 - Tekstslide

Woordenschat
de steward(ess)

Slide 35 - Tekstslide

Woordenschat
de passagier

Slide 36 - Tekstslide

Woordenschat
herhaling

Slide 37 - Tekstslide

Woordenschat

de luchthaven

Slide 38 - Tekstslide

Woordenschat

de bagage

de koffer
de handbagage

Slide 39 - Tekstslide

Woordenschat
het vliegticket

Slide 40 - Tekstslide

Woordenschat

het paspoort

Slide 41 - Tekstslide

Woordenschat
de incheckbalie

Slide 42 - Tekstslide

Woordenschat
de beveiliging

Slide 43 - Tekstslide

Woordenschat

de gate

Slide 44 - Tekstslide

Woordenschat
de bagageband

Slide 45 - Tekstslide

Woordenschat

de piloot

Slide 46 - Tekstslide

Woordenschat
de steward(ess)

Slide 47 - Tekstslide

Woordenschat
de passagier

Slide 48 - Tekstslide

werkwoorden

Slide 49 - Tekstslide

Werkwoorden
wachten

ik
... jij
wacht
wij
wachten
jij
wacht
jullie
wachten
hij/zij
wacht
zij
wachten
u
wacht

Slide 50 - Tekstslide

Werkwoorden
controleren

ik
... jij
controleer
wij
controleren
jij
controleert
jullie
controleren
hij/zij
controleert
zij
controleren
u
controleert

Slide 51 - Tekstslide

Werkwoorden
instappen

ik
... jij
stap in
wij
stappen in
jij
stapt in
jullie
stappen in
hij/zij
stapt in
zij
stappen in
u
stapt in

Slide 52 - Tekstslide

Werkwoorden
instappen

ik
... jij
stap uit
wij
stappen uit
jij
stapt uit
jullie
stappen uit
hij/zij
stapt uit
zij
stappen uit
u
stapt uit

Slide 53 - Tekstslide

Werkwoorden
opstijgen

ik
... jij
stijg op
wij
stijgen op
jij
stijgt op
jullie
stijgen op
hij/zij
stijgt op
zij
stijgen op
u
stijgt op

Slide 54 - Tekstslide

Werkwoorden
vliegen
ik
... jij
vlieg
wij
vliegen
jij
vliegt
jullie
vliegen
hij/zij
vliegt
zij
vliegen
u
vliegt

Slide 55 - Tekstslide

hoeveel lettergrepen?

Slide 56 - Tekstslide

Werkwoorden
vliegen

ik
... jij
land
wij
landen
jij
landt
jullie
landen
hij/zij
landt
zij
landen
u
landt

Slide 57 - Tekstslide

Hoeveel lettergrepen?
incheckbalie
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 58 - Quizvraag

Hoeveel lettergrepen?
luchthaven
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 59 - Quizvraag

Hoeveel lettergrepen?
handbagage
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 60 - Quizvraag

Hoeveel lettergrepen?
gate
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 61 - Quizvraag

Hoeveel lettergrepen?
piloot
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 62 - Quizvraag

Hoeveel lettergrepen?
beveiliging
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 63 - Quizvraag

Ik ga op reis en ik neem mee...
Ik ga op reis en ik neem mee.....

Ik ga op reis en ik neem mee een .... en een .....
 
Ik ga op reis en ik neem mee een ... , een .... en een ...


Slide 64 - Tekstslide

Werkblad
Maak het werkblad.

Klaar: TaalCompleet / Lowan


Slide 65 - Tekstslide