M4 25/26 theatervormgeving

Vandaag

Herhaling en verdieping theatervormgeving


1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Vandaag

Herhaling en verdieping theatervormgeving


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt onderdelen van theatervormgeving benoemen
Je kunt een eerste idee omzetten naar een eigen theatervormgeving vanuit gegeven informatie
Je kunt de keuzes van een regisseur van de behandelde voorstelling benoemen en koppelen aan de ontworpen theatervormgeving


Slide 2 - Tekstslide

Theatervormgeving

Slide 3 - Woordweb

Theatervormgeving
De materialen/technieken waarmee de voorstelling wordt vormgegeven. Wat is er nodig voor decor? Rekwisieten? Kostuum? Grime? Licht? Muziek?

Verder kijk je naar: speelstijl, enscenering, mise-en-scene

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Theatervormgeving
Peuterpersconferentie

Slide 6 - Woordweb

Hoe kijk je naar theater?
1. Voorstelling: de inhoud van het theaterstuk – 5 w’s
2. Lichaam: mimiek en fysiek (=houding en beweging)
3. Stemgebruik
4. Mise-en-scene
5. Speelstijl
6. Theatervormgeving

Slide 7 - Tekstslide

Vormgeving spel
Lichaam van de acteur
Mimiek
Gebaren
Lichaamshouding
Handeling
Stemgebruik
Volume
Accent
Klankkleur
Intonatie
Gebruik van klemtonen
Timing
Emotie
Mise-en-Scene = gebruik van het speelvlak
Speelstijl = manier van spelen (realistisch, natuurlijk, absurd, slapstick)

Slide 8 - Tekstslide

Theatervormgeving
Decor
Kostuum
Kap en grime
Attributen (rekwisiet dat hoort bij een rol)
Belichting
Muziek
Geluid/geluidseffecten

Projecties
> Enscenering (geheel van keuzes tav spel acteurs en vormgeving)
> Toneelbeeld (“still” uit de voorstelling. Alles wat je ziet als je het beeld stil zet: decor, licht, positie acteurs etc.)

Slide 9 - Tekstslide

Wat zie je?

Slide 10 - Tekstslide

Wat zie je?

Slide 11 - Open vraag

Informatie
Opgegroeid in een klein dorpje in Noord-Frankrijk - in een platvloers, grof en genadeloos arbeidersmilieu, probeert de zachte en gevoelige Eddy in te passen. We volgen hem door zijn vele pogingen om een ‘normale jongen’ te zijn, maar uiteindelijk ziet hij geen andere optie dan zijn familie achter te laten en ergens anders opnieuw te beginnen.

Slide 12 - Tekstslide

Bedenk zelf een ontwerp met de gegeven informatie.
Hoe zou het decor eruitzien?
Kostuums? Licht? Muziek?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

Je hebt nu meer informatie over de regisseur gekregen en het maken van de voorstelling. Hoe heeft de regisseur de voorstelling vormgegeven? Schrijf op wat je in het filmpje hoort.

Slide 15 - Open vraag

Voorstelling

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wat zie je? Beschrijf theatervormgeving
Hoe past dit bij gegeven informatie?

Slide 18 - Open vraag

Wat zie je?

Slide 19 - Tekstslide

Wat zie je? Beschrijf theatervormgeving
Hoe past dit bij gegeven informatie?

Slide 20 - Open vraag

Wat zie je?

Slide 21 - Tekstslide

Wat zie je? Beschrijf theatervormgeving
Hoe past dit bij gegeven informatie?

Slide 22 - Open vraag

Wat zie je?

Slide 23 - Tekstslide

Wat zie je? Beschrijf theatervormgeving
Hoe past dit bij gegeven informatie?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Video

Hoe zie je de maakwijze van de regisseur terug in de theatervormgeving? (zie afbeeldingen)

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Video

CHECK

Slide 28 - Tekstslide

Welke termen ken je die bij theatervormgeving horen?

Slide 29 - Open vraag

Vat de les in 1 zin samen

Slide 30 - Open vraag