In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
2.2 Gelijkvormigheid
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Gelijkvormigheid
Slide 4 - Tekstslide
Twee driehoeken zijn gelijkvormig als... I De overeenkomstige hoeken gelijk zijn. II De overeenkomstige zijden met dezelfde factor vermenigvuldigd zijn.
A
Alleen I is juist
B
Aan beide voorwaarden moet worden voldaan
C
Alleen II is juist
D
Aan 1 van de voorwaarden moet worden voldaan
Slide 5 - Quizvraag
Twee vierhoeken zijn gelijkvormig als... I De overeenkomstige hoeken gelijk zijn. II De overeenkomstige zijden met dezelfde factor vermenigvuldigd zijn.
A
Alleen I is juist
B
Aan beide voorwaarden moet worden voldaan
C
Alleen II is juist
D
Aan 1 van de voorwaarden moet worden voldaan
Slide 6 - Quizvraag
Opdracht
Maak opgave 16, 17 en 18
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht
Maak opgave 20, 22, 23 en 24
Slide 10 - Tekstslide
Zijn deze vierhoeken gelijkvormig?
A
Ja, dat zie je zo.
B
Nee, dat kun je niet weten.
C
Ja, overeenkomstige hoeken zijn gelijk.
D
Ja, overeenkomstige hoeken zijn gelijk en de factor is 1,5.