Water - Het begin

Water - het begin
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Water - het begin

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1. Welkom + absentie + boeken compleet? (5 min)
2. Werkwijze + afspraken (10 min)
3. Leerdoelen (3 min)
4. Wat weten we al? (5 min)
5. Oefenen: topografie Nederland (12 min)
6. Misvattingen over water? (5 min)
7. Uitleg: twee soorten water (10 min)
8. Check: examenvraag (5 min)
9. Afronding (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Werkwijze
Leerdoelen = de basis van iedere toets -> gebruik ze als samenvatting. 

Materiaal -> iedere les neem je mee
1. Pen
2. Schrift
3. Tekst/werkboek
4. Mapje voor werkbladen

Houding -> zo gedraag je je in de les
  •  Je wilt iets leren
  •  We kunnen samen afspraken maken -> inleveren po's
  •  We liegen niet tegen elkaar -> maken/ leren van huiswerk
  •  Misschien heb je achterstanden -> het is aan ons samen om die weg te werken


Slide 3 - Tekstslide

Werkwijze
Opbouw van de les = altijd hetzelfde en nee, dat is niet saai maar effectief!
1. De ik-zit-en-begin-gelijk-vraag -> spulletjes pakken + de vraag over de vorige les beantwoorden (5 min)
2. Topocheck -> iedere les oefenen we topografie (5 min)
3. Leerdoelen -> wat gaan we deze les leren? (3 min)
4. Opdracht: wat weten we al over het onderwerp van de les en klopt dit ook? (5 min)
5. Uitleg (12 min)
6. Verwerkingsopdracht/ examenvragen (10 min)
7. Nakijken (10 min)
8. Check: hebben we het allemaal begrepen? (5 min)
9. Afronding (5 min)





    Slide 4 - Tekstslide

    Leerdoelen
    Focusvraag:
    Kun je uitleggen waarom we een drinkwater probleem hebben?

    Aan het eind van deze les kun je:
    1. uitleggen wat het verschil is tussen zoet- en zout water;
    2. de verhouding zoet- en zoutwater op aarde noemen;
    3. noemen hoeveel procent van het zoetwater op aarde beschikbaar is en hoe het komt dat dit zo weinig is;
    4. de belangrijkste topografische plaatsen en gebieden van Nederland aanwijzen op een kaart.


    Slide 5 - Tekstslide

    Opdracht: wat weten we al?
    Wat: checken welke plaatsen en gebieden in Nederland je al kent.

    Hoe: 
    • De docent wijst zo meteen 10 plaatsen en provincies aan.
    • Noteer op je wisbordje de juiste plaatsen en provincies.
    • Doe dit zonder te praten of te kijken bij je buur.

    Klaar: 
    •  We kijken de aangewezen plekken na. Daarna schrijf je op je wisbordje je 'score' (en die herhaalt de docent niet hardop!)

    Hulp: geen!
    timer
    5:00

    Slide 6 - Tekstslide

    Topocheck

    Slide 7 - Tekstslide

    Oefenen topografie
    Wat: checken welke plaatsen en gebieden in Nederland je al kent.

    Hoe: 
    • Scan met je laptop de QR-code op het werkblad 'Topografie Nederland'
    • Klik op 'spelen' en 'start'
    • Oefen de topografie van Nederland

    Klaar: 
    •  Oefen net zo lang tot de 12 minuten voorbij zijn.

    Hulp: topomania + topografie werkblad

    Let op: Iedere les oefenen we topgrafie. Niet geleerd = nieuwe kans. Nieuwe kans niet gegrepen? = nablijven!
    timer
    12:00

    Slide 8 - Tekstslide

    Wat weten we al?
    Hoe?
    Alleen + zonder te praten + zonder bij een ander te kijken.
    Houd je bordje pas omhoog als de docent het zegt.

    Opdracht: Welke van de onderstaande stellingen zijn juist? Kies alle juiste antwoorden.

    A) In de zee zit heel veel water, maar dat water is zout en kun je niet drinken.
    B) Het meeste water op aarde is zoet water.
    C) In rivieren en meren zit zoet water dat je kunt drinken.
    D) Bijna al het zoete water op aarde is makkelijk beschikbaar als drinkwater.
    E) Het grootste deel van het zoete water op aarde zit in ijs of sneeuw.


    Leven =
    water 

    Slide 9 - Tekstslide

    Misvattingen over water
    Hoe?
    Alleen + zonder te praten + zonder bij een ander te kijken.
    Houd je bordje pas omhoog als de docent het zegt.

    Opdracht: Welke van de onderstaande stellingen zijn juist? Kies alle juiste antwoorden.

    A) In de zee zit heel veel water, maar dat water is zout en kun je niet drinken.
    B) Het meeste water op aarde is zoet water.
    C) In rivieren en meren zit zoet water dat je kunt drinken.
    D) Bijna al het zoete water op aarde is makkelijk beschikbaar als drinkwater.
    E) Het grootste deel van het zoete water op aarde zit in ijs of sneeuw.


    timer
    1:30

    Slide 10 - Tekstslide

    Zoet en zout
    De aarde bestaat uit land (30%) en water (70%)


    Dat water komt voor in 2 soorten:
    Zoetwater (3%) - het water in meren, sloten, kanalen, rivieren, enz.
    Zoutwater (97%) - het water in de zee.

    Zoetwater kunnen mensen, dieren en planten wel drinken.
    Zoutwater kunnen mensen, dieren en planten niet drinken.
    (Er bestaat ook brakwater. Dat is een mix van zoet en zout!)


    Bedenk voor jezelf: Tegen welk probleem lopen we aan?

    Slide 11 - Tekstslide

    Zoet en zout
    Om even over na te denken:
    Al het water op aarde is samen 100% -> 97% zout + 3% zoet = 100%
    Al het zoutewater op aarde is ook 100%
    Al het zoetwater op aarde is ook 100%


    Zoetwater is het water dat mensen, dieren en planten kunnen drinken.
    Maar....
    99% van het zoete water zit te diep in de bodem of vast in sneeuw en ijs.
    1% van het zoete water kunnen we winnen en dus gebruiken.
    Alleen.... dat is dus heel erg weinig water!


    Bedenk voor jezelf: Tegen welk probleem lopen we aan?

    Slide 12 - Tekstslide

    Check: examenvraag
    Wat: kunnen we met wat we nu geleerd hebben examenvragen beantwoorden?

    Hoe: 
    • werk alleen en praat dus helemaal niet
    • schrijf het antwoord op de examenvraag hieronder op je wisbordje
    • houd het bordje pas omhoog als je docent dit zegt






      timer
      1:00

      Slide 13 - Tekstslide

      Afsluiting: hebben we (juist) geleerd?
      Reflectie:
      Hoe hebben jij gewerkt?
      Hoe heeft de klas gewerkt?
      Hoe deed de juf het?

      Leerdoelen:
      1. uitleggen wat het verschil is tussen zoet- en zout water;
      2. de verhouding zoet- en zoutwater op aarde noemen;
      3. noemen hoeveel procent van het zoetwater op aarde beschikbaar is en hoe het komt dat dit zo weinig is.

      Check: hebben we (juist) geleerd?
      Schrijf je naam op de post-it en beantwoord de vraag op de laatste slide!


      Slide 14 - Tekstslide

      Afsluiting: hebben we (juist) geleerd?
      Check: hebben we (juist) geleerd?
      Schrijf je naam op de post-it en beantwoord de vraag.

      Welke antwoorden zijn juist?
      1. Er is (veel / weinig) drinkwater beschikbaar op aarde.
      2. Het meeste water op aarde is (zoet / zout).
      3. Het water in meren, sloten en rivieren is (zoet/zout).
      4. Het grootste gedeelte van het zoetwater is (bereikbaar/ onbereikbaar).



      Slide 15 - Tekstslide

      Huiswerk
      Leren: topografie Nederland - let op: volgende les wordt er iemand overhoord!

      Lezen: bladzijde 140 + 141




      Slide 16 - Tekstslide