Werken in een team

Thema 4: Werken in een team
Jij als dienstverlener

- 12: samenwerken in een team
- 13: informatie uitwisselen
- 14: werkzaamheden afstemmen

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 4: Werken in een team
Jij als dienstverlener

- 12: samenwerken in een team
- 13: informatie uitwisselen
- 14: werkzaamheden afstemmen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Samenwerken in een team

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Heldere doelen
nodig om te weten wat je moet doen; een doel helpt hierbij
maak je via de SMART methode



Slide 5 - Tekstslide

FLEXIBEL ZIJN

Wat heeft deze kameleon te maken met flexibel zijn?

Slide 6 - Tekstslide

Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Elkaar steunen
Taken van elkaar overnemen
De een is hier goed in, de nader weer in iets anders
Het grote belang in de gaten houden

Slide 7 - Tekstslide

Open communicatie
Eerlijk zijn
Open staan voor feedback
Laten zien dat je wat doet met de feedback

Slide 8 - Tekstslide

Wederzijds respect
Elkaar aanvullen in het samenwerken, talenten en beperkingen
Verschillende meningen respecteren

Slide 9 - Tekstslide

Initiatief tonen
Zelf met ideeen komen
Als je iets opmerkt hier iets mee doen; het proberen op te lossen of bespreken met elkaar

Slide 10 - Tekstslide

Rollen in een team
Iedereen is anders en neemt eigen kracht mee in samenwerken
Mooiste is als je veel verschillende rollen in een team hebt
Net als een orkest.......
Teamrollen van Belbin

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Willen
Voorzitter:
De coördinator van het team: kent de kwaliteiten van de teamleden.

Vormer:
Ook een leider, maar dan meer een vechter: is gedreven.
Denker
Monitor:
Een denker: bekijkt zaken van een afstand. Hij analyseert .

Plant: Een creatieve denker
Doener:
Brononderzoeker
Een creatieve doener: open en naar buiten gericht (een echte netwerker).
Bedrijfsman
Een doener: harde werker

Voelen
Gevoelswerker:  Richt zich op sfeer en teambuilding.

Zorgdrager
Werkt ook vanuit zijn gevoel: voelt vooral goed aan wat er fout kan gaan. Is perfectionistisch. 
















Slide 13 - Tekstslide

TIP
Geef anderen in het team niet de schuld als de samenwerking wat minder goed verloopt. 
Stel jezelf kwetsbaar op en vertel waar jij mee zit.
Met elkaar kun je vervolgens zoeken naar een oplossing.

Slide 14 - Tekstslide

Informatie uitwisselen met je team.
Thema 4: 13




Slide 15 - Tekstslide

Mondeling
Informatie uitwisselen, zaken bespreken en afspraken maken
Voorbereiding: agenda lezen, zelf dingen inbrengen
Tijdens overleg: luisteren naar elkaar, respect voor elkaars mening, vragen stellen, meewerken aan oplossing
Na het overleg: gemaakte afspraken na komen, dingen opschrijven help hierbij

Slide 16 - Tekstslide

Overlegvormen
Werkbespreking: direct met werk te maken, vaak aan begin van de dienst, wie doet wat
Werkoverleg/teamoverleg: werk in het algemeen, roosters, veranderingen, samenwerking
Clientoverleg: over de hulp/zorg die een client krijgt, gaat dat goed of zijn er aanpassingen nodig
Overdracht: dienst van de ene naar de ander, bijzonderheden

Slide 17 - Tekstslide

Schriftelijk
Overdrachtsrapportage/overdracht
Verslag van alles wat er heeft plaatsgevonden
Zowel rond cliënten (dossier) als over werkzaamheden (schoonmaakrooster
Verslag van een vergadering
Mails
Terug lezen als je afwezig bent geweest

Slide 18 - Tekstslide

Werkzaamheden afstemmen

Thema 4: 14


Slide 19 - Tekstslide

Werkafspraken maken
Wat moet er gebeuren?
Hoe pakken we dat aan?
Wie doet wat?
Wanneer moet het klaar zijn?
Je moet je aan de gemaakte afspraken houden; lukt dit niet dat dit melden en overleggen over een alternatief

Slide 20 - Tekstslide

Tips
  • Schrijf de afspraken die je hebt gemaakt in je agenda.
  • Kijk elke dag wat je die dag moet doen.
  • Als je een afspraak niet kunt nakomen, overleg dan op tijd hierover.


Slide 21 - Tekstslide