4H - 4.1 - Opbloei en macht van de stad

4.1 Opbloei en macht van de stad


tijdvak 4   Steden en staten
1000 - 1500
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

4.1 Opbloei en macht van de stad


tijdvak 4   Steden en staten
1000 - 1500

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Plaats  gebeurtenissen in chronologische volgorde
1
2
3
4
5
6
Ontstaan van de islam
Ontstaan van landbouw
Ontstaan van de democratie in Athene
Ontstaan christendom
Ontstaan van de eerste steden
Einde van het West-Romeinse Rijk

Slide 3 - Sleepvraag

Plaats  gebeurtenissen in  chronologische volgorde
1
2
3
4
5
6
Augustus wordt eerste Romeinse keizer
Ontstaan van irrigatielandbouw
Ontstaan van de democratie in Athene
Steeds meer Germanen vestigen zich in het Romeinse Rijk
Ontstaan feodale stelsel
Einde van het West-Romeinse Rijk

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is geen landbouwverbetering uit de middeleeuwen?
A
Kunstmest
B
Arabisch halsjuk
C
Drieslagstelsel
D
Paarden ipv ossen

Slide 5 - Quizvraag

Welk begrip wordt hier omschreven?
' Door deze landbouwmethode bracht het land meer op en konden overschotten op markten in steden worden verkocht.'
A
standensamenleving
B
drieslagstelsel
C
de Hanze
D
privileges

Slide 6 - Quizvraag

Een vereiste voor het ontstaan van een agrarisch-urbane samenleving is
A
er moeten architecten zijn.
B
Het drieslagstelsel moet uitgevonden zijn
C
Er moet een landbouwoverschot zijn
D
Er moet in dat gebied graan zijn

Slide 7 - Quizvraag

De tijd van jagers en boeren
De tijd van Grieken en Romeinen
De tijd van monniken en ridders
De tijd van steden en staten
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Het ontstaan van de eerste monotheistische godsdiensten
De verspreiding van het christendom
Herleving van de agrarisch-urbane samenleving

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Meer vrijheid 
De opkomst van de steden ontstond voor meer vrijheid voor de bevolking, zowel in de steden als op het platteland. 

Vandaar de uitspraak: stadslucht maakt vrij

Slide 12 - Tekstslide


Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Magistraat
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer

Slide 13 - Quizvraag

Vraag 6: Welk begrip hoort bij onderstaande bron.

A
stadsrechten
B
domein
C
herendiensten
D
handel

Slide 14 - Quizvraag

Waarom zou een heer stadsrechten aan een stad verlenen?
A
Het gaf de heer aanzien als hij een grote stad in zijn gebied had
B
Hij wilde graag dat de mensen in zijn gebied een beter leven kregen.
C
Hij kreeg in ruil daarvoor belastingen en militaire steun

Slide 15 - Quizvraag

In de late middeleeuwen kregen veel steden stadsrechten van de vorst. Bij welk kenmerkend aspect past deze ontwikkeling?
A
het begin van staatsvorming en centralisatie
B
het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
C
de opkomst van handel en ambachten die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-stedelijke samenleving
D
de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden

Slide 16 - Quizvraag

Oorzaken ontstaan van steden
Gevolgen ontstaan van steden
Geldeconomie
Uitvindingen landbouw
Oprichting Hanze
Toenemende handel
Ontstaan marktplaatsen
Ontstaan ambachten
Kopen van stadsrechten

Slide 17 - Sleepvraag

Aan de slag
1. Huiswerk check (nakijkbladen)
2. Maak je samenvatting van §4.1 (leerdoelen uitwerken)
3. Klaar? Lees alvast paragraaf 4.2 en maak je een lijst van de moeilijke woorden + betekenis

Slide 18 - Tekstslide