Bedrijvende en lijdende vorm

Lezen - Gelijk beginnen!
timer
10:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen - Gelijk beginnen!
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Lezen
- Uitleg lijdend/bedrijvend
- Oefentoets maken
- Oefentoets nakijken

Bedrijvende en lijdende vorm
Actieve en passieve vorm

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les weet ik het verschil tussen een bedrijvende zin en een lijdende zin en kan ik herkennen of een zin bedrijvend is of lijdend is.


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Bedrijvende vorm
Jara| laat | de hond | uit
  • Jara is het onderwerp
  • Jara doet iets in deze zin: Ze laat de hond uit
  • Bedrijvend of actief


Slide 5 - Tekstslide

Lijdende vorm
De hond | wordt | door Jara |uitgelaten

  • De hond is het onderwerp
  • De hond doet niets in deze zin: Hij wordt uitgelaten
  • Lijdend of passief

Slide 6 - Tekstslide

Bedrijvend of lijdend?
  1. Zoek het werkwoordelijk gezegde in de zin.
  2. Zoek het onderwerp in de zin.
  3. Doet het onderwerp wat in het werkwoordelijk gezegde staat?
  4. Ja --> Bedrijvend
  5. Nee --> Lijdend

Slide 7 - Tekstslide

De hond en Jara worden door de harde wind van de weg geblazen.
Is deze zin bedrijvend of lijdend?

Slide 8 - Open vraag

Heel lang geleden poetsten de mensen hun tanden niet.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 9 - Quizvraag

Later werden lege eierschalen en mirre door de oude Egyptenaren vermengd en dat mengsel gebruikten ze.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 10 - Quizvraag

Met een stokje werd het poeder over het gebit verdeeld.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 11 - Quizvraag

Grieken en Romeinen vervingen het poeder door een pasta
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 12 - Quizvraag

Nu stimuleert zelfs de overheid het tandenpoetsen, zodat
in gebitten geen gaatjes ontstaan.
A
Bedrijvend, Bedrijvend
B
Lijdend, Lijdend
C
Bedrijvend, Lijdend
D
Lijdend, Bedrijvend

Slide 13 - Quizvraag

Zet de volgende zin in de andere vorm.
"De auto's in de parkeergarage worden bewaakt door camera's"

Slide 14 - Open vraag

Zet de volgende zin in de andere vorm.
"Slimme kinderen lossen moeilijke raadsels op."

Slide 15 - Open vraag

Ik kan een lijdende of een bedrijvende zin herkennen.
A
Ja
B
Nee, ik zou graag nog extra uitleg willen

Slide 16 - Quizvraag

Ik kan een lijdende of een bedrijvende zin veranderen van vorm.
A
Ja
B
Nee, ik zou graag nog extra uitleg willen.

Slide 17 - Quizvraag

Maak opdracht 10 en 11
(blok 2, grammatica)

Begrijp je het --> Zelfstandig aan het werk
Begrijp je het nog niet --> Extra instructie
Klaar: Oefentoets maken

Slide 18 - Tekstslide