NLT klas 1 Meten les 2 lengte en omrekenen skd

NLT klas 1 Meten les 2 lengte en omrekenen skd
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

NLT klas 1 Meten les 2 lengte en omrekenen skd

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk voor vandaag
2.2 Opgaven
Reken om:
a.      5,2 m = 520 cm           d. 0,475 km = 475 m
b. 123 mm = 12,3 cm           e. 7,34 dam = 7340 cm
c.   97 m = 0,097 km             f. 10,8 m = 0,108 hm

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
2. Meet de lengte en breedte van onderstaande voorwerpen op. 
   a.                                                                 b.
l  = 2,4 cm of 24 mm                      l = 3,7 cm of 37 mm
b = 1,2 cm of 12 mm                       b= 2,8 cm of 28 mm 
      Noteer ook de eenheid, waarin je meet achter je antwoord!  
Thuis opdracht. 
Meet thuis van jullie eettafel de l en b op. Meet nu de h en d op.  

Slide 3 - Tekstslide

 Lengte meten

Slide 4 - Tekstslide

Een meetbare waarneming noem je een?
A
maat
B
eenheid
C
grootheid
D
meting

Slide 5 - Quizvraag

De maat waarin je meet noem je de...
A
grootheid
B
dichtheid
C
waarneming
D
eenheid

Slide 6 - Quizvraag

Welke grootheid meet je met een liniaal?
A
Graden
B
Lengte
C
Lengte en graden
D
Lengte en breedte

Slide 7 - Quizvraag

Wat meet je met een geodriehoek?
A
Graden
B
Lengte
C
Lengte, breedte en graden
D
Lengte en breedte

Slide 8 - Quizvraag

Lengte meten
  • Grootheid 
      Lengte
  • Eenheid
      Meter, centimeter

Slide 9 - Tekstslide

Meten
Net als bij een recept als je een taart bakt zijn er in de natuurkunde ook hoeveelheden. 
Deze hoeveelheden hebben verschillende grootheden, en die grootheden hebben hun eigen symbool. 
B.v. massa is m en volume is V
Symbolen staan altijd schuin gedrukt.

Slide 10 - Tekstslide

Meetinstrument
Om een grootheid te meten gebruik je een meetinstrument.
  • Voor massa gebruik je een weegschaal.
  • Volume een maatcilinder. 
  • Temperatuur meet je met een thermometer.
  • Afstand met een liniaal of een rolmaat.
  • Tijd met een stopwatch of een klok.

Slide 11 - Tekstslide

Eenheid
Elke grootheid heeft zijn eigen eenheid. Hierover zijn vaste afspraken gemaakt en die zijn vastgelegd in het Système International (SI). Deze moet je kennen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Omrekenen

Slide 14 - Tekstslide

Afkortingen:

Slide 15 - Tekstslide

Rekenen met Lengte

Van millimeter (mm) naar centimeter (cm) delen door 10

Van centimeter (cm)naar millimeter (mm) keer 10

Slide 16 - Tekstslide

Lengte en breedte

Slide 17 - Tekstslide

Rekenen met Lengte

Van meter (m) naar centimeter (cm) delen door 100

Van centimeter (cm)naar meter (mm) keer 100

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk volgende week
Doorlezen: Boekje meten blz 7 t/m 11
Maken: Boekje meten blz 12 + boekje rekenen opdr 1 t/m 5
Leren: boekje meten blz 3 en 4

Slide 19 - Tekstslide

2.3 Practica 
Practicum 1: tafel opmeten. blz 6

Slide 20 - Tekstslide