2.8 spelling mavo havo 1 les 1 t/m 4 10-01-2024 tm 01-02-2024

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Afspraken:

• Je zit op je vaste plek.
• Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
• Je telefoon ligt in de kluis.
• Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.

Regels tijdens de les:

• We luisteren naar elkaar.
• Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  
• Je steekt je hand op voor vragen.
  

In stilte lezen in je leesboek

Programma 

Studiewijzer

Toets 2.8 Spelling op 26 januari 2024

Wat gaan we doen?:

1. Paragraaf 2. 8 spelling

2. Klassikaal aan de slag met Talent

3. Zelfstandig aan de slag met Talent

4. Oefenen met dicteewoorden

Wat zijn sterke werkwoorden?

Zwakke & sterke werkwoorden

Schrijven van de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd:

1. je schrijft het woord zo kort mogelijk
2. je gebruikt alleen dubbele letters als het voor de uitspraak nodig is
3. je kijkt naar de vorm voor wij/jullie/zijn om te bepalen of het woord op een - t of een -d eindigt

Sterke werkwoorden

ww	vt enkelvoud	vt meervoud
lijken	leek	leken
hebben
slaan
fluiten
verliezen

Sterke werkwoorden

VT enkelvoud en VT meervoud van:

Bijv. Lijken - leek - leken

hebben - 

slaan - 

fluiten -

verliezen - 

Gisteren .... (lopen) ik naar de markt

Wist Bram gisteren zelf wel
waarover hij .... (spreken)?

Lisa .... (verdwijnen) gisteren door de deur, die uitkwam op de kleine kloostergang.

Karim .... (snijden) afgelopen dinsdag in zijn vinger.

Sterke werkwoorden

VT enkelvoud en VT meervoud van:

Bijv. Lijken - leek - leken

hebben - 

slaan - 

fluiten -

verliezen - 

3. Klassikaal aan de slag met Talent 2.8 

Ga naar Talent 2.8 Spelling blz 123

Klassikaal opdracht 3 en 4

Zelfstandig aan de slag 2.8 spelling 

1. Wat?: maak oefening 5 (2.8 Spelling)
2. Hoe?:  alleen, in stilte 
3. Tijd: 6 minuten
4. Vragen: steek je hand op
5. Klaar?: pak je leesboek
6. Klassikaal nakijken en kort nabespreken

Huiswerk deze week

• Doornemen theorie 2.8 Spelling
• Oefenen 20 dicteewoorden (alleen de spelling, betekenis hoeft niet)

20 dicteewoorden

Opdracht in duo's

1. Bestudeer alle 20 dicteewoorden (blz 127). 
2. Van welke woorden weet je de betekenis niet? Overleg met elkaar.
3. Zoek de betekenis op (gebruik internet, bijvoorbeeld Van Dale) en noteer de betekenis bij het woord.

Tijd: 15 min

Hoe: met je buurman of -vrouw, zachtjes overleggen

Zelfstandig aan de slag 2.8 spelling 

1. Wat?: maak de kruiswoordpuzzel bij oefening 12 
2. Hoe?:  alleen of samen
3. Tijd: 6 minuten
4. Vragen: steek je hand op
5. Klaar?: pak je leesboek
6. Klassikaal nakijken en kort nabespreken

Overhoren dicteewoorden

Pak je schrift en schrijf het woord foutloos op

Huiswerk deze week

• Doornemen theorie 2.8 Spelling
• Oefenen 20 dicteewoorden (alleen de spelling, betekenis hoeft niet)

Afspraken:

• Je zit op je vaste plek.
• Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
• Je telefoon ligt in de kluis.
• Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.

Regels tijdens de les:

• We luisteren naar elkaar.
• Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  
• Je steekt je hand op voor vragen.
  

In stilte lezen in je leesboek

Twee vragen voor tijdens het lezen:

1. In welke tijd speelt het verhaal zich af?

2. Hoe denk je dat de schrijver op het idee voor dit verhaal is gekomen? 

Programma 

Wat gaan we doen?:

1. Verder met paragraaf 2. 8 spelling

2. Klassikaal aan de slag met Talent

3. Zelfstandig aan de slag met Talent

Karim .... (snijden) afgelopen dinsdag in zijn vinger.

Gisteren .... (brengen) ik de kinderen met de auto naar school.

meervoud van zelfstandige naamwoorden

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

Meervoud van zelfstandige naamwoorden

Meervoud van zelfstandige naamwoorden

Wat zijn de klinkers?

a, e, o, u, i, y

De rest van de letters uit het alfabet zijn dus medeklinkers

3. Klassikaal aan de slag met Talent 2.8 

Ga naar Talent 2.8 Spelling blz 125

Klassikaal opdracht 7, 8

Zelfstandig aan de slag 2.8 spelling 

1. Wat?: maak oefening 9 (2.8 Spelling)
2. Hoe?:  alleen, overleggen mag zachtjes
3. Tijd: 6 minuten
4. Vragen: steek je hand op
5. Klaar?: pak je leesboek
6. Klassikaal nakijken en kort nabespreken

Afspraken:

• Je zit op je vaste plek.
• Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
• Je telefoon ligt in de kluis.
• Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.

Regels tijdens de les:

• We luisteren naar elkaar.
• Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  
• Je steekt je hand op voor vragen.
  

In stilte lezen in je leesboek

Programma 

Afronden 2.8 Spelling

Antwoorden 2.8 Spelling zet ik in Magister/Studiewijzer

Meervoud van zelfstandige naamwoorden

Zelfstandig aan de slag 2.8 spelling 

1. Wat?: maak oefening 11 (2.8 Spelling)
2. Hoe?:  alleen, in stilte 
3. Tijd: 6 minuten
4. Vragen: steek je hand op
5. Klaar?: pak je leesboek
6. Klassikaal nakijken en kort nabespreken

20 dicteewoorden

Overhoren dicteewoorden

Pak je schrift en schrijf het woord foutloos op

Afspraken:

• Je zit op je vaste plek.
• Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
• Je telefoon ligt in de kluis.
• Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.

Regels tijdens de les:

• We luisteren naar elkaar.
• Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  
• Je steekt je hand op voor vragen.
  

In stilte lezen in je leesboek

toets 2.8 spelling

Wat zijn ook alweer sterke werkwoorden?

Zwakke & sterke werkwoorden

Schrijven van de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd:

1. je schrijft het woord zo kort mogelijk
2. je gebruikt alleen dubbele letters als het voor de uitspraak nodig is
3. je kijkt naar de vorm voor wij/jullie/zijn om te bepalen of het woord op een - t of een -d eindigt

Sterke werkwoorden

ww	vt enkelvoud	vt meervoud
lijken	leek	leken
hebben
slaan
fluiten
verliezen

Sterke werkwoorden

VT enkelvoud en VT meervoud van:

Bijv. Lijken - leek - leken

hebben - 

slaan - 

fluiten -

verliezen - 

..... (liegen) jij vorige week toen je vertelde over die afspraak?

Jochem .... (blazen) gisteren alle kaarsjes op zijn taart uit!

Gisteren .... (werken) ik een extra dienst bij de albert heijn.

Meervoud van zelfstandige naamwoorden

Meervoud van zelfstandige naamwoorden

Wat zijn de klinkers?

a, e, o, u, i, y

De rest van de letters uit het alfabet zijn dus medeklinkers

Denk na over de volgende vraag:

Waarom schrijf je flamingo's met 's?

En etuis met de s eraan vast?

20 dicteewoorden

Zelfstandig aan de slag met 2.8 spelling 

Wat ga je doen (kies zelf waarmee je start): 

1. test jezelf 2.8 Talent Online
2. Dicteewoorden: betekenis snappen en foutloos kunnen spellen 
   
3. Oefening 1 van werkboek Talent (2.8 Spelling) evt nog maken 
4. Leerteksten (blauwe vakken in je werkboek) leren
5. Ga naar www.cambiumned.nl en oefen daar verder 

Hoe?:  alleen, in stilte (oordopjes in mag)
Tijd: 20 minuten
Vragen?: steek je hand op
Klaar?: lezen in leesboek