Les 2 Puberfase deel 2

BPW4A22 
Toets Puber en Adolescent 
Volgende week vrijdag 30 juni
Tijdens de MWB les van Lotte 

Leren voor de toets:
- Hoofdstuk Puber
- Hoofdstuk Adolescent 
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingsfasenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

BPW4A22 
Toets Puber en Adolescent 
Volgende week vrijdag 30 juni
Tijdens de MWB les van Lotte 

Leren voor de toets:
- Hoofdstuk Puber
- Hoofdstuk Adolescent 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik....
Herhaling, wat weet je al! 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welk deel van de hersenen is niet volledig ontwikkeld
A
hersenstam
B
wandbeen kwab
C
prefrontale cortex
D
crebellum

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pubers kunnen hun impulsen niet altijd controleren
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het begin van de puberteit is sprake van een enorme lengtegroei en ook toename van gewicht
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pubers vertonen vaak impulsief gedrag. Dit komt door:
A
hun gedachten
B
hun hersenen die nog in ontwikkeling zijn
C
ouders van wie ze veel dingen niet mogen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Ten opzichte van de ouders is er bij de puber sprake van een losmakingsproces. Dit houdt in dat een puber meer zelfstandig wil zijn en verantwoordelijkheid wil dragen. Hierdoor ontstaan er in de puberfase vaak conflicten tussen de puber en zijn ouders. Een puber zet zich vaak af tegen de regels van zijn ouders. Vooral het verzet ten opzichte van de ouders is groot, omdat er vaak sprake is van een sterke liefdesband tussen ouders en kind. Een kind weet dat, hoe hard de conflicten ook kunnen zijn, zijn ouder hem niet gauw in de steek zal laten.
 
Losmakingsproces = proces waarbij de puber steeds meer zelfstandig wil zijn en verantwoordelijkheid wil dragen.

Opdracht
Bekijk de video en geef daarna aan welke tips je voorbij hoort komen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tips ouders van pubers

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

2.1.2 Leeftijdsgenoten
Waar de ouders steeds minder van invloed zijn, worden leeftijdsgenoten daarentegen steeds belangrijker voor de puber. De meeste pubers maken deel uit van de ‘peergroup’. De peergroup is een groep leeftijdsgenoten met een vergelijkbare status en belangstelling. 

Peergroup = een groep leeftijdsgenoten met vergelijkbare leeftijd status en belangstelling

Conformisme is het zich aanpassen aan het gedrag en aan de opvattingen die heersen in een bepaalde groep, met als doel het geaccepteerd worden door deze groep.

Slide 13 - Tekstslide

Een puber wil in de peergroup vooral niet opvallen: hij conformeert zich (net als het schoolkind). Een puber is erg gevoelig voor groepsdruk. Dit kan zowel negatieve effecten (bijvoorbeeld roken en alcohol drinken) als positieve effecten hebben (sociaal gedrag).
Upload een foto van iets dat in jouw puberteit erg populair was, bijvoorbeeld een kledingstuk of telefoon..

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Een puber is op zoek naar zijn eigen identiteit. Vooral aan het begin van de puberteit heeft de puber het gevoel alsof hij tussen 2 werelden in staat. Hij voelt zich geen kind meer, maar is ook nog niet volwassen. Een puber gaat zich afvragen: wie ben ik? wat kan ik? wat wil ik? Pubers proberen hun identiteit vorm te geven door:
• zich te identificeren met een idool, zoals een popster of een topsporter;
• te experimenteren, door bijvoorbeeld te spijbelen en te roken;
• op zoek te gaan naar normen en waarden, de puber trekt de waarden en normen van de ouders steeds meer in twijfel en komt in aanraking met normen en waarden van de peergroup.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jonge Mensen
...nemen graag risico's

Slide 19 - Tekstslide

Zoals je in het vorige hoofdstuk hebt geleerd, vertoont een puber vaak risicogedrag. Dit heeft te maken met de hersenen die nog niet ontwikkeld zijn. Pubers kiezen wat voor de korte termijn winst oplevert. Ze denken niet na over de gevolgen die daarna kunnen komen. 

Door risicogedrag raakt een aantal jongeren bijvoorbeeld verslaafd of komt terecht in de criminaliteit. Soms lopen pubers weg van huis, krijgen eetproblemen of raken onbedoeld zwanger. 

De laatste jaren ontstaan er wereldwijd steeds meer ‘challenges’ waar met name jongeren aan mee doen. 
Kun jij Challenges bedenken?
(zoals the ice-bucket challenge?)

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Zo was er de ‘choking challenge’, waarbij jongeren zich kort laten ‘stikken’ om even flauw te vallen. Door deze challenge zijn zelfs al pubers overleden. Jongeren onderschatten, mede door het puberbrein, de risico’s van dergelijke challenges. Soms zijn pubers wel op de hoogte van de gevaren, maar denken ze dat het hen niet zal overkomen. 

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Zoals je waarschijnlijk al hebt opgemerkt, vinden er in de puberteit veel veranderingen plaats. Deze opeenstapeling van grote veranderingen kan ervoor zorgen dat pubers zich onzeker of verward gaan voelen. Een puber kan soms verstrikt raken in zijn eigen gedachten. Ze vinden geen oplossingen voor hun vragen en problemen en een puber kan last krijgen van neerslachtige buien of woede-uitbarstingen. Dit is iets om rekening mee te houden. Deze stemmingswisselingen kunnen ook een grote invloed hebben op het zelfbeeld van een puber. Op de leeftijd van 15 jaar is de zelfwaardering gemiddeld het laagst.
Hoeveel % van de pubers tussen 15 en 18 jaar heeft al seks gehad?
A
22%
B
43%
C
56%
D
87%

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

2.3.1 Contact met de andere sekse
In de puberteit verandert het contact met de andere sekse. Pubers gaan met elkaar flirten en krijgen soms voor het eerst een relatie. Er ontstaat steeds meer interesse en nieuwsgierigheid voor seksualiteit. Van de 15- tot 18-jarigen heeft 43% ervaring met geslachtsgemeenschap.
2.3.2 Homoseksualiteit
Pubers die homoseksueel zijn, ontdekken dit meestal in de puberfase. Deze ontdekking kan gepaard gaan met hevige verwarring en onzekerheid. De puber is bang om door leeftijdsgenoten of familie afgewezen te worden. Dit kan een reden zijn waarom sommige pubers ervoor kiezen om hun geaardheid (voorlopig) verborgen te houden.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een puber kan goed de risico's en gevolgen inschatten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een peer-group?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een puber is op zoek naar zijn eigen identiteit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Succes met de toets! 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies