Unit 4.5 compleet

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WHAT ARE WE GOING TO DO TODAY?


Newsround                                                                                      10 min.
Weten we het nog? -  future - to be going to                        5 min.
New grammar: will / shall                                                             5 min.
Practice: Future                                                                               15 min.
Words practice: levend memory/ blooket                               20 min.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goals for today:
- You are able to use the grammar terms correctly
 - You can mention new words you've learned.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WETEN WE HET NOG?

Oefenzinnen met  
to be going to 
op de volgende slides


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


TO BE GOING TO

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je 'to be going to':
Bevestigende/gewone zinnen

Vorm:
I + am + going to + hele werkwoord
you/we/they + are + going to + hele werkwoord
he/she/it + is + going to + hele werkwoord

Bijv. I am going to visit my grandmother today.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je 'to be going to':
vragen

am + I + going to + hele werkwoord?
 are you/we/they + going to + hele werkwoord?
 is + he/she/it +  going to + hele werkwoord?

Bijv. Am I going to visit my grandmother today?


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je 'to be going to':
ontkenningen

I + am not + going to + hele werkwoord
you/we/they + are not + going to + hele werkwoord
he/she/it + is not + going to + hele werkwoord

Bijv. I am not going to visit my grandmother today. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oh no, look! My bus is late!
I ...... arrive too late at the airport.
A
am being
B
will be
C
am going to
D
shall be

Slide 9 - Quizvraag

Vanwege de vertraging van je bus heb je nu aanleiding om aan te nemen dat je te laat gaat komen.
Maybe I .... go home. Or maybe not. I don't know yet.
A
am going to
B
is going to
C
are going to
D
will

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

You _______ go on a trip

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Will & Shall

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je 
Will - (op 2 manieren)
1. Als je een beslissing neemt op het moment van spreken
bijv.  I think I will call her this afternoon. 

2. Bij een wens, belofte, aanbod of verzoek 
 bijv. He will not be on time, he is always late. OF Those boxes look heavy, I will help you carry them. 
(Zin 1: je voorsptelt dat hij niet optijd komt. 
Zin 2: je biedt aan om de dozen te dragen)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je
Shall

In vragen kun je will OF shall gebruiken:
- Shall gebruik je alleen met I en we. 

bijv.  Shall we go out or stay in?  - (je vraagt naar een mening)
Shall we go shopping this weekend?  - (je doet een voorstel)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

My plane ___ (arrive) at 10pm tomorrow evening.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I ___ (not start) school tomorrow. I still have one week of vacation.
(helemaal uitschrijven!!)

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

___ they ___ (move) next week or the week after?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

___ I ___ (help) you with moving the boxes?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Make exercise 1-6 Paragraph 4.5
In your book! Page 157

Done? Try exc. 7,9,10 or make 'versterk jezelf' online

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levend memory/BINGO

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levend memory
Twee mensen gaan memory spelen, kom naar voren.
De rest van de klas:
Kiest een partner dat niet naast je zit
Jullie kiezen een woord met de vertaling
Een iemand onthoudt de Nederlandse woord en de ander de Engelse woord
Je gaat op de stoel staan
De twee mensen voor gokken wie welke woord heeft met de vertaling

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework: Study page 169-175

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies