Do 8 febr Etymologie en leenwoorden

Etymologie
Etymologie = studie naar de herkomst van woorden

Bijvoorbeeld:
- Leenwoorden
- Geoniemen
- Eponiemen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Etymologie
Etymologie = studie naar de herkomst van woorden

Bijvoorbeeld:
- Leenwoorden
- Geoniemen
- Eponiemen

Slide 1 - Tekstslide

ETYMOLOGIE
De herkomst van woorden

Slide 2 - Tekstslide

Etymologie
Etymologie is de studie naar de herkomst van woorden in een bepaalde taal.

Slide 3 - Tekstslide

Etymologie
wat denken jullie dat etymologie betekent?

Slide 4 - Tekstslide

Leenwoorden
Een leenwoord is een woord dat van een andere taal is geleend. 

Slide 5 - Tekstslide

Leenwoorden
In de straattaal zien we veel nieuwe woorden, maar ook veel woorden die we uit andere talen halen. We noemen die woorden leenwoorden.
Ook in onze standaardtaal gebruiken we leenwoorden.
Is dit nieuw? en uit welke talen halen we onze leenwoorden?

Slide 6 - Tekstslide

Leenwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Uit welke taal zijn de onderstaande leenwoorden afkomstig?
Arabisch
Duits
Frans
Engels
Latijn
matras, koffie, caravan
föhn, ober, sowieso
chauffeur, horloge, ambulance
flat, team, baby
museum, agenda,
datum

Slide 8 - Sleepvraag

welk woord is een leenwoord?
A
winkel
B
afbeelding
C
ambulance

Slide 9 - Quizvraag

Welk leenwoord is niet afgeleid
van het Latijn?
A
alias
B
album
C
jaloers
D
agent

Slide 10 - Quizvraag

Het woord 'ambulance' is een leenwoord en komt uit het
A
Duits
B
Engels
C
Frans
D
Arabisch

Slide 11 - Quizvraag

Is computeren een Engels leenwoord?
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord is een leenwoord?

A
appel
B
computer
C
jas
D
tafel

Slide 13 - Quizvraag

Leenwoorden komen altijd uit het Engels.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord is geen leenwoord?
A
douchen
B
scooter
C
wagen
D
make-up

Slide 15 - Quizvraag

Welk woord is een leenwoord?

A
toetje
B
cadeau
C
vlieg
D
vijgen

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord is géén leenwoord?
A
café
B
visite
C
graag
D
bureau

Slide 17 - Quizvraag

Welk woord is een leenwoord?
A
Belasting
B
Tekening
C
Ballon
D
Uitspraak

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een leenwoord?
A
Een woord afkomstig uit een andere taal
B
woorden die taalpuristen graag gebruiken
C
Alleen Engelse woorden die we in Nederland gebruiken
D
Woord waar copyright op zit

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord is een leenwoord?
A
prullenbak
B
centrum
C
taal
D
dragen

Slide 20 - Quizvraag

welke woorden zijn leenwoorden?
A
champignon
B
cijfer
C
cadeau
D
tafel

Slide 21 - Quizvraag

Huiswerk voor ma 
Over taal  blok 3 afmaken.

Slide 22 - Tekstslide