maw hoofdstuk 5: onderzoek

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

onderzoek

• studiewijzer

• opbouw van een onderzoek

• soorten onderzoek

• methoden van onderzoek

opbouw van een onderzoek

1. inleiding
2. theoretische kader
3. onderzoeksopzet
4. resultaten
5. conclusie
6. discussie en aanbevelingen

soorten onderzoek

• kwantitatief onderzoek (breedte, hoeveelheid, cijfermatige resultaten)

• kwalitatief onderzoek (diepte, achterliggende beweegredenen)

soorten vragen bij onderzoek

• beschrijvende vragen: Het maatschappelijke vraagstuk beschrijven. 'Wanneer....' , 'Hoeveel....' , hoe-vragen en welke-vragen.
• verklarende vragen: verbanden tussen variabelen verklaren, oorzaak-gevolgrelaties. Waarom- en waardoor-vragen.

soorten vragen bij onderzoek

• evaluatieve vragen: Bepaalde betekenis geven aan een situatie. Beoordelen of een project of beleid succesvol is geweest.
• voorspellende en voorschrijvende vragen:  Proberen de toekomst te voorspellen op basis van onderzoek naar het heden of verleden (voorspellend). Kan leiden tot advies aan een organisatie of instelling (voorschrijvend).

methoden van onderzoek

• enquête: grote hoeveelheid data analyseren, gesloten vragen. (kwantitatief of kwalitatief?)
•   interview: dieperliggende informatie verkrijgen, open vragen. (kwantitatief of kwalitatief?)
• observatie: bestuderen hoe mensen zich in werkelijkheid gedragen. (kwantitatief of kwalitatief?)

methoden van onderzoek

Soms is een observatie niet mogelijk en wordt de werkelijkheid nagebootst. Men probeert een oorzaak-gevolg-relatie te ontdekken.

• experiment: vaak twee groepen vormen, een bepaalde variabele oorzaak van de andere.

methoden van onderzoek

• literatuurstudie: voor elk onderzoek moeten vooraf theorie en literatuur worden bestudeerd. Kan 'desktop-research' zijn. (kwantitatief of kwalitatief?)

onderzoek

• onderzoeksbegrippen

• methoden van onderzoek (filmpje experiment)

• koppensnellen

onderzoeksbegrippen

• causaal model = een conceptueel model waar alle variabelen die effect hebben op elkaar in staan.
•   onafhankelijke variabele = de variabele die invloed heeft.
• afhankelijke variabele = variabele die wordt beïnvloedt.

onafhankelijke variabele

afhankelijke variabele

onderzoeksbegrippen

• interveniërende variabele = tegelijk een afhankelijke en onafhankelijke variabele. 

Bedenk individueel 3 causale modellen met een interveniërende variabele. Daarna gaan we dit nabespreken.

onafhankelijke variabele

interveniërende variabele

afhankelijke variabele

onderzoeksbegrippen

• Lees op pagina 93 het stukje 'Interactie-variabele en interactie-effect'.
• Leg uit wat wordt bedoeld met interactie-variabele.
• Leg uit wat wordt bedoeld met interactie-effect.
• Lees op pagina 93 'Statistisch significant'.
• Wat is de definitie van significant?
• Wat wordt met significant bedoeld in statistisch onderzoek?

vragen en/of opmerkingen?

koppensnellen