Lezen: Nieuwsbegrip week 44 2023: Hoe ga je om met heftig nieuws?

Lezen non fictie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen non fictie

Slide 1 - Tekstslide

Lezen non fictie
Hoe ga je om met heftig nieuws?
Week 44 2023

Slide 2 - Tekstslide

Programma

1)  Voorkennis ophalen (wat weet je al?). 
2)  Inhoud van de tekst voorspellen.
3)  Video bekijken.
4)  Docent leest een deel van de tekst hardop denkend voor
     en lost onduidelijkheden op.
5)  Leerlingen lezen om de beurt een deel van de tekst hardop voor
     en lossen onduidelijkheden op.
6)  Terugkijken naar de doelen.

Slide 3 - Tekstslide

Doelen
1) Ik kan onduidelijkheden in de tekst oplossen door
    de betekenis van het woord te voorspellen
    en de betekenis te checken.
2) Ik kan de hoofdzaak van de tekst vertellen.
3) Ik kan respectvol samenwerken.

Slide 4 - Tekstslide

Schema woordraadstrategieën
Is het mogelijk om de betekenis van het onbekende woord af te leiden uit de afbeelding, de tekst of het woord? Voorspel de betekenis. Check zo nodig de betekenis. Kijk in het woordenboek. Klopt de voorspelling?

afbeel-ding
uitleg in de tekst
syno-niem
tegen-stelling
voor-beeld
woord

niet in de tekst
Klopt het?
ja/nee

Slide 5 - Tekstslide

Schema woordraadstrategieën
Nieuws kan gaan over nare onderwerpen, zoals aardbevingen of oorlogen. Soms wil je niet kijken naar heftig nieuws, maar zie je het toch.
Kun je de betekenis van nare voorspellen?
afbeel-ding
uitleg in de tekst
syno-niem
tegen-stelling
voor-beeld
woord

niet in de tekst
Klopt het?
ja/nee

Slide 6 - Tekstslide

Voorzitter zijn
Bij een aantal alinea's is de docent de voorzitter.
Bij een aantal alinea's is een leerling de voorzitter.
Taken van de voorzitter
1) Hij/zij zorgt ervoor dat de leerlingen de werkwijze volgen. 
2) Hij/zij geeft beurten. 
3) Hij/zij zorgt ervoor dat iedereen meedoet.


Slide 7 - Tekstslide

Doelen  1) Ik kan onduidelijkheden in de tekst oplossen door de betekenis van het woord te voorspellen en de betekenis te checken.
2) Ik kan de hoofdzaak vertellen. 3) Ik kan respectvol samenwerken.

Werkwijze 1) Lees allemaal de alinea in stilte.
2) Zet een streep onder onduidelijkheden, zoals onbekende woorden.
3) ...., lees de alinea hardop. Voorspel de betekenis van onbekende
    woorden.  
4) Check de betekenis en schrijf hem op.
5) Lees de tekst opnieuw in stilte.
Klaar 1) Leer de woorden. 2) Overhoor elkaar de woorden.

Slide 8 - Tekstslide

Vragen?
Heb je nog vragen?

Slide 9 - Tekstslide

Doelen
1) Ik kan onduidelijkheden in de tekst oplossen door
    de betekenis van het woord te voorspellen
    en de betekenis te checken.
2) Ik kan de hoofdzaak van de tekst vertellen.
3) Ik kan respectvol samenwerken.

Slide 10 - Tekstslide

Ik kan onduidelijkheden in de tekst oplossen door de betekenis van het woord te voorspellen
en de betekenis te checken.

A
Ja, ik kan het.
B
Ja, ik kan het een beetje.
C
Ik heb nog hulp nodig.

Slide 11 - Quizvraag

Ik vind het onderwerp interessant.
A
Ja
B
Een beetje
C
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Programma

1)  Quiz woordenschat.
2)  Video opnieuw bekijken.
3)  Voorgelezen tekst meelezen.
4)  In groepjes de opdrachten maken.
5)  Terugkijken naar de doelen.

Slide 13 - Tekstslide

Doelen
1) Ik kan respectvol samenwerken.
2) Ik kan het woord typen als ik de betekenis lees.
3) Ik kan minimaal drie tips noemen om om te gaan
    met heftig nieuws.
4) Ik kan vertellen welke tip mij helpt.



Slide 14 - Tekstslide


Slide 15 - Open vraag

Taken tijdens het samenwerken
Voorzitter  1) Hij/zij zorgt ervoor dat de leerlingen de werkwijze volgen. 
2) Hij/zij geeft beurten. 
3) Hij/zij zorgt ervoor dat iedereen meedoet.
Tijdbewaker  1) Let op de tijd. 
2) Zorgt er samen met de voorzitter voor dat er doorgewerkt wordt.
Sfeerbewaker  Zorgt ervoor dat er respectvol samengewerkt wordt.
Opzoeker Zoekt de woorden op in het digitale woordenboek.

Slide 16 - Tekstslide

Doelen 1) Ik kan respectvol samenwerken. 2) Ik kan informatie geven over vuurwerk.
Opdrachten maken​.  Maak opdracht ________________
1) De voorzitter zegt welke leerling een opgave mag lezen.
2) Alle leerlingen zoeken het antwoord in de tekst en zetten een haakje
    aan het begin en een haakje het eind van het antwoord. ( ) de haakjes
3) De leerling die aan de beurt is, geeft antwoord.​
4) De leerlingen bespreken het antwoord en schrijven hetzelfde op.
Hulp nodig? De docent loopt rondes.​ Tijd: ____ minuten.
Klaar? De informatie (zie doelen) aan elkaar vertellen (zonder papier).

Slide 17 - Tekstslide

Doelen
1) Ik kan respectvol samenwerken.
2) Ik kan het woord typen als ik de betekenis lees.
3) Ik kan minimaal drie tips noemen om om te gaan
    met heftig nieuws.
4) Ik kan vertellen welke tip mij helpt.



Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
1) Loop rond. Als de docent 'stop' zegt, vertel je aan een
    leerling minimaal drie tips om om te gaan met heftig
    nieuws.
2) Vertel aan de klas welke tip jou helpt.

Slide 19 - Tekstslide


Ik kan minimaal drie tips noemen om om te gaan met heftig nieuws.

A
Ik kan geen tips noemen.
B
Ik kan één tip noemen.
C
Ik kan twee tips noemen.
D
Ik kan drie tips noemen.

Slide 20 - Quizvraag


Ik kan vertellen welke tip mij helpt.
A
Ja, ik kan dat.
B
Ja, ik kan het een beetje.

Slide 21 - Quizvraag

We hebben prettig samengewerkt.


A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

We hebben goed doorgewerkt.


A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag