Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling Eindtoets jaar 1 - Halfw., Krachten tekenen, Resulterende krachten
Pak a.j.b. je spullen:
Puck
Anna
Nisrine
Melanie
Lotte
Luuk
timer
3:00
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
29 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Pak a.j.b. je spullen:
Puck
Anna
Nisrine
Melanie
Lotte
Luuk
timer
3:00
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Herhaling voor toetsweek - Versimpeling halfwaardeberekeningen
Overzicht laatste twee weken
Halfwaardetijd: Twee categoriën
Halfwaardetijd: Twee opgaven
Krachten tekenen
Resulterende kracht
Slide 2 - Tekstslide
Doel van deze les
Je kunt r
ekenen met de halfwaardetijd, halveringsdikte en activiteit van een radioactief atoom.
Je kunt krachten op schaal tekenen.
Je kunt resulterende krachten construeren en berekenen.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Vier mogelijke vragen:
grafiek
Ik begin met 2*10⁹ atomen en m'n halfwaardetijd is 4 uur.
Hoeveel atomen zijn er nog na een dag?
Ik heb nu 24 atomen en m'n halfwaardetijd is 4,3 uur.
Hoeveel atomen had ik een dag geleden?
Ik had gisteren 1024 atomen en na een dag heb ik er nog maar 2.
Wat is m'n halfwaardetijd?
Ik had 1024 atomen en nu heb ik er nog maar 2.
t_1/2
is 1 jaar.
Hoeveel tijd is er verstreken?
N
t
=
N
0
⋅
(
2
1
)
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
t
N
t
t
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
N
0
gevraagd:
opgave:
24
20 b
22
26 b
Slide 5 - Tekstslide
Eigenlijk maar twee categoriën!
grafiek
Hoeveel atomen zijn er nog na een dag?
Hoeveel atomen had ik een dag geleden?
Strategie: Vul de formule in, je hebt geen last van
Wat is m'n halfwaardetijd?
Strategie: Zoek hoeveel halfwaardetijden of
Hoeveel tijd is er verstreken?
halveringsdiktes er zijn verstreken:
Dat aantal = of
N
t
=
N
0
⋅
(
2
1
)
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
t
N
t
t
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
N
0
gevraagd N of A:
A
t
=
A
0
⋅
(
2
1
)
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
t
A
t
=
A
0
⋅
(
2
1
)
d
h
a
l
v
e
r
i
n
g
d
gevraagd tijd:
(
2
1
)
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
t
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
t
d
h
a
l
v
e
r
i
n
g
d
Slide 6 - Tekstslide
Reken uit
Er vervallen 1000 atomen per seconde.
Een dag later vervallen er nog maar 125 per seconde.
Wat is de halfwaardetijd?
Strategie:
Wordt A of N gevraagd?
Vul de formule in
.
Let op dat At en Nt altijd kleiner zijn dan A0 en N0.
Strategie:
Wordt tijd gevraagd?
Ga opzoek naar het aantal halveringen
. Dat is gelijk aan of .
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
t
d
h
a
l
v
e
r
i
n
g
d
Slide 7 - Tekstslide
Krachten tekenen
Aangrijpingspunt
--> Zwaartekracht grijpt aan in zwaartepunt
Lengte op schaal
--> Kies schaal als hij er niet is + noteer:
Pijlpunt in juiste richting
Schrijf de naam van de kracht naast de pijl
F
z
,
F
w
i
n
d
,
F
n
o
r
m
a
a
l
,
F
t
r
e
k
,
F
d
u
w
,
F
w
Slide 8 - Tekstslide
Krachten tekenen
Teken
een doos op een tafel. De doos heeft een massa van 35 kg.
Bereken
de zwaartekracht
Bedenk een
krachtschaal
en noteer hem correct:
Teken
de zwaartekracht correct
(juiste aangrijpingspunt en naam)
De doos ligt stil, dus wat is de
resulterende
kracht
(de totale kracht)?
De tafel duwt de doos omhoog, hij grijpt aan bij de onderkant van de doos, deze kracht noemen we de
normaalkracht
Teken
de normaalkracht correct
(juiste aangrijpingspunt en naam)
1
c
m
=
^
?
N
Slide 9 - Tekstslide
Resulterende kracht en versnelling
Een kracht veroorzaakt versnelling
Resulterende Kracht = Massa * Versnelling
eenheden: Newton = kg * m/s²
Reader krachten, 1e blad
= blz 45.
F
r
e
s
=
m
⋅
a
Slide 10 - Tekstslide
Resulterende kracht en versnelling
Resulterende Kracht = Massa * Versnelling
eenheden: Newton = kg * m/s²
F
r
e
s
=
m
⋅
a
Ik sta op een skateboard in een storm. De storm oefent 650N op mij uit. De wieltjes ondervinden een wrijving van 135N. Ik heb een massa van 80 kg.
Schets een tekening met de krachten
(krachten
niet
perfect op schaal).
Schrijf alle grootheden in de tekening.
Bereken versnelling die ik krijgt, met de juist eenheid.
Wat betekent je eindantwoord?
Slide 11 - Tekstslide
Resulterende kracht en versnelling
Resulterende Kracht = Massa * Versnelling
eenheden: Newton = kg * m/s²
F
r
e
s
=
m
⋅
a
Ik sta op een skateboard in een storm. De storm oefent 350N op mij uit. De wieltjes ondervinden een wrijving van 135N. Ik heb een massa van 80 kg.
Schets een tekening met de krachten
(krachten
niet
perfect op schaal).
Schrijf alle grootheden in de tekening.
Bereken versnelling die ik krijgt, met de juist eenheid.
Wat betekent je eindantwoord?
Fres = 350 - 135 = 215 N
er werkt effectief 215 N op mij.
215 N = 80 kg * a -->
a = 215 / 80 = 2,69
m/s²
Dit betekent: Ik ga steeds sneller, ik versnel:
iedere seconde ga ik 2,69
m/s
sneller
Slide 12 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Maak opgaven 1 t/m 14, blz. 115 van H.4.1
Slide 13 - Tekstslide
Bereken zonder formule:
Stap 1: Hoeveel halveringstijden zijn er verstreken?
Ik heb 2050 atomen radioactief strontium , .
De halveringstijd
(=halfwaardetijd)
van deze isotoop is 28 jaar.
Hoeveel atomen zijn er over na 280 jaar?
3
8
9
0
S
r
Slide 14 - Tekstslide
Bereken zonder formule:
Stap 2: Dus hoevaak moet je door 2 delen?
Ik heb 2050 atomen radioactief strontium , .
De halveringstijd
(=halfwaardetijd)
van deze isotoop is 28 jaar.
Hoeveel atomen zijn er over na 280 jaar?
3
8
9
0
S
r
Slide 15 - Tekstslide
Nu algemeen: Met formule
Stap 1: Schrijf variabelen met waarde en eenheid op
Stap 2: Vul de formule in en kijk of het gelijk is aan ongeveer 2
Ik heb 2050 atomen radioactief strontium , .
De halveringstijd
(=halfwaardetijd)
van deze isotoop is 28 jaar.
Hoeveel atomen zijn er over na 280 jaar?
3
8
9
0
S
r
N
t
=
N
0
⋅
(
2
1
)
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
t
Slide 16 - Tekstslide
Aantal atomen dat over is:
N
t
=
N
0
⋅
(
2
1
)
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
t
N
k
l
a
s
g
e
n
o
t
e
n
−
o
p
−
t
i
j
d
−
t
=
N
k
l
a
s
g
e
n
o
t
e
n
−
o
p
−
t
=
0
⋅
(
2
1
)
1
m
i
n
.
t
i
j
d
Activiteit in Bequerel (Bq) = vervallende atomen per seconde
is evenredig met aantal radioactieve atomen, dus:
A
t
=
A
0
⋅
(
2
1
)
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
t
Slide 17 - Tekstslide
Maak opgaven 24
onduidelijker:
boek
-->
buur
-->
bureau
Klaar?
Werk aan opgaven t/m 28
timer
7:00
zacht overleg met directe buur
α
=
2
4
H
e
β
−
=
−
1
0
e
β
+
=
+
1
0
e
N
t
=
N
0
⋅
(
2
1
)
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
t
Slide 18 - Tekstslide
Antwoord
Antwoord
Slide 19 - Tekstslide
Maak opgave 20 b
onduidelijker:
boek
-->
buur
-->
bureau
Klaar?
Werk aan opgaven t/m 28
timer
5:00
zacht overleg met directe buur
α
=
2
4
H
e
β
−
=
−
1
0
e
β
+
=
+
1
0
e
N
t
=
N
0
⋅
(
2
1
)
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
t
Slide 20 - Tekstslide
Antwoord
Antwoord 20 b
Slide 21 - Tekstslide
Vier mogelijke vragen:
Ik begin met 2*10⁹ atomen en m'n halfwaardetijd is 4 uur.
Hoeveel atomen zijn er nog na een dag?
Ik heb nu 24 atomen en m'n halfwaardetijd is 4,3 uur.
Hoeveel atomen had ik een dag geleden?
Ik had gisteren 1024 atomen en na een dag heb ik er nog maar 2.
Wat is m'n halfwaardetijd?
Ik had 1024 atomen en nu heb ik er nog maar 2.
t_1/2
is 1 jaar.
Hoeveel tijd is er verstreken?
N
t
=
N
0
⋅
(
2
1
)
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
t
N
t
t
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
N
0
gevraagd:
opgave:
24
20 b
22
26 b
Slide 22 - Tekstslide
Maak opgave 22
onduidelijker:
boek
-->
buur
-->
bureau
Klaar?
Werk aan opgaven t/m 28
timer
5:00
zacht overleg met directe buur
α
=
2
4
H
e
β
−
=
−
1
0
e
β
+
=
+
1
0
e
N
t
=
N
0
⋅
(
2
1
)
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
t
Slide 23 - Tekstslide
Antwoord
Antwoord 22
Slide 24 - Tekstslide
Vier mogelijke vragen:
Ik begin met 2*10⁹ atomen en m'n halfwaardetijd is 4 uur.
Hoeveel atomen zijn er nog na een dag?
Ik heb nu 24 atomen en m'n halfwaardetijd is 4,3 uur.
Hoeveel atomen had ik een dag geleden?
Ik had gisteren 1024 atomen en na een dag heb ik er nog maar 2.
Wat is m'n halfwaardetijd?
Ik had 1024 atomen en nu heb ik er nog maar 2.
t_1/2
is 1 jaar.
Hoeveel tijd is er verstreken?
N
t
=
N
0
⋅
(
2
1
)
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
t
N
t
t
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
N
0
gevraagd:
opgave:
24
20 b
22
26 b
Slide 25 - Tekstslide
Maak opgave 26
onduidelijker:
boek
-->
buur
-->
bureau
Klaar?
Werk aan opgaven t/m 28
timer
5:00
zacht overleg met directe buur
α
=
2
4
H
e
β
−
=
−
1
0
e
β
+
=
+
1
0
e
N
t
=
N
0
⋅
(
2
1
)
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
t
Slide 26 - Tekstslide
Antwoord
Antwoord 26
b.
a.
Slide 27 - Tekstslide
Uitwisselen:
De volgende persoon mag het uitleggen
V5
V3
Slide 28 - Tekstslide
Lees blz. 51 t/m 54 = huiswerk
onduidelijker:
boek
-->
buur
-->
bureau
Klaar?
maak opgave 21, 22, 23, 25
timer
5:00
zacht overleg met directe buur
α
=
2
4
H
e
β
−
=
−
1
0
e
β
+
=
+
1
0
e
N
t
=
N
0
⋅
(
2
1
)
t
h
a
l
f
w
a
a
r
d
e
t
Slide 29 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Radioactiviteit 5 - MOET LANGZAMER! REKENMACHINE EN 0,5^t - Halfwaardetijd 2
10 days ago
- Les met
21 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Radioactiviteit 6 - Halfwaardetijd 3
7 days ago
- Les met
20 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Radioactiviteit 4 - Halfwaardetijd
14 days ago
- Les met
15 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Herhaling Eindtoets jaar 2 - s en W + Helling: a + Fres
8 hours ago
- Les met
19 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Radioactiviteit 7 - Halveringsdikte + stencil afmaken
9 days ago
- Les met
17 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Radioactiviteit 3 - Reactievergelijkingen
16 days ago
- Les met
30 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Radioactiviteit 2 - Straling & Bouw van atomen
21 days ago
- Les met
11 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
druk 2
March 2021
- Les met
17 slides
Biologie
Secundair onderwijs