NaSk jaar 2 - Les 45: Elektriciteit 7.4

Startopdracht:
Maak het startopdrachtenblad

Welkom bij NaSk!

Pak voor je:
- Boek B 
- Schrift
- Pen en potlood
- Rekenmachine
- Geodriehoek




1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht:
Maak het startopdrachtenblad

Welkom bij NaSk!

Pak voor je:
- Boek B 
- Schrift
- Pen en potlood
- Rekenmachine
- Geodriehoek




Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht:
Maak 1 en 2 van het startopdrachtenblad

Welkom bij NaSk!

Pak voor je:
- Boek B 
- Schrift
- Pen en potlood
- Rekenmachine
- Geodriehoek




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht:
Maak het startopdrachtenblad

Welkom bij NaSk!

Pak voor je:
- Boek B 
- Schrift
- Pen en potlood
- Rekenmachine
- Geodriehoek




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij NaSk!

Pak voor je:
- Boek B 
- Schrift
- Pen en potlood
- Rekenmachine
- Geodriehoek




Startopdracht:
Maak 1 en 2 van het startopdrachtenblad

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de les wil ik dat je:
1. Luistert als ik praat
2. Naar elkaar luistert
3. Je spullen voor je hebt
4. Je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Respectvol bent naar je klasgenoten en mij


Slide 5 - Tekstslide

Nu absenties
Planning
  • Hoofdstuk: Elektriciteit
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Paragraaf 7.4: Energiegebruik
  • Afsluiting
  • Kahoot??


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je kunt berekeningen maken met het vermogen.
  • Je kunt uitrekenen wat het gebruik van elektrische energie kost.
  • Je kunt het energiegebruik berekenen.
  • Je kunt uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.












Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Watt is vermogen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen
Vermogen= de hoeveelheid energie die een apparaat per s omzet

De afkorting voor vermogen is de hoofdletter van het Engelse woord voor vermogen, power.
 
De eenheid van vermogen is  watt (W).


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen zegt hoeveel energie er per seconde wordt afgegeven aan de verbruikers!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen
Watt een apparaat kan!

Een apparaat met meer vermogen (meer Watt) is sterker dan een apparaat met minder vermogen. 


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen berekenen
Vermogen hangt af van spanning en stroomsterkte. vermogen kun je berekenen met:





P = vermogen in Watt (W)
U = spanning in Volt (V)
I = stroomsterkte in ampere (A)
P=UI

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld berekening
voorbeeld berekening arbeid: 
Een wasmachine is aangesloten op het lichtnet (230V). de stroomsterkte door de wasmachine is 13,3 A. Bereken het vermogen van de wasmachine. 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • U = 230 V             I = 13,3 A 
  • Vermogen P =?
  •  P = U x I
  •  P = 230 x 13,3 = 3059
  • Het vermogen is 3059 W

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken het vermogen van een boormachine met een spanning van 230V en een stroomsterkte van 3,9A? (formule, berekening, antwoord + eenheid)

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

HW: opgave 14 t/m 22 op pagina 160

HW: opgave 1 t/m 8 op pagina 171

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HW: opgave 14 t/m 22 op pagina 160

HW: opgave 1 t/m 8 op pagina 171

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.4 Energiegebruik

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvraag 1
Een tosti-ijzer heeft een stroomsterkte van 9 A. 
Hij is aangesloten op een spanning van 230 V. 
Wat is het vermogen van een tosti-ijzer?

  1. Gegeven        
  2. Gevraagd       
  3. Formule           
  4. Berekening    
  5. Antwoord        

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvraag 1
Een tosti-ijzer heeft een stroomsterkte van 9 A. 
Hij is aangesloten op een spanning van 230 V. 
Wat is het vermogen van een tosti-ijzer?

  1. Gegeven         I = 9 A        U = 230 V
  2. Gevraagd        P
  3. Formule           P = U x I 
  4. Berekening    P = 230 x 9
  5. Antwoord       Het vermogen is 2070 W

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kilowattuur-meter


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energiegebruik
Energiegebruik = hoeveel energie verbruikt een apparaat in totaal.

kilo Watt hour (uur)


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe meet je energieverbruik?
Elk huis heeft een kWh-meter (kilowattuur-meter).

Deze meter meet het energieverbruik in het hele huis.

Een gemiddeld huis verbruikt 
ongeveer 10 kWh per dag.
1 kWh kost ongeveer € 0,60



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energieverbruik berekenen
Energie =  Vermogen  x tijd
E        =             P           x      t

Grootheid & Eenheid
Energie (E) -> Kilowattuur (kWh)
Vermogen (P)  -> kiloWatt (kW)
tijd (t) -> uur (h)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvraag 2
Een tosti-ijzer heeft een vermogen van 2000 W. 
Het tosti-ijzer staat in een restaurant 4 uur per dag aan.
Wat is het energieverbruik van een tosti-ijzer?

  1. Gegeven         P = 2000 W = 2 kW        t = 4 uur
  2. Gevraagd        E
  3. Formule           E = P x t
  4. Berekening    E = 2 x 4
  5. Antwoord       E = 8 kWh

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I is het symbool voor?
A
Stroom sterkte
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welke eenheid meten we spanning
A
ampere
B
vermogen
C
volt
D
watt

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe berekenen we het vermogen
A
spanning x stroomsterkte
B
stroomsterkte : spanning
C
spanning : stroomsterkte
D
spanning x weerstand

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de eenheid die hoort bij VERMOGEN?
A
A
B
V
C
cm
D
W

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een stofzuiger van 1400 watt, twee lampen van 40 watt en een magnetron van 700 watt worden aangesloten op dezelfde groep.
Hoe groot is de totale vermogen?
A
P = 2180 W
B
P = 2,140 W
C
P = 2,180 W
D
P = 2140 W

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de eenheid van Energie
A
E
B
P
C
kWh
D
kW

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Energie = vermogen x tijd
Een wasmachine van 1000 W staat 1,5 uur aan. Bereken het energieverbruik in kWh.
A
Energie = 1000 : 1.5 = 666.7 kWh
B
Energie = 1000 x 1.5 = 1500 kWh
C
Energie = 1 x 1.5 = 1.5 kWh
D
Energie = 1 x 1.30 = 1.3 kWh

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak in ZS de volgende opgave:
Open je boek op pagina 173, maak opgave 9 t/m 11
Daarna: op pagina 184, maak 1 t/m 6

10 minuten ZS

Niet klaar? Huiswerk voorde volgende keer
timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je kunt berekeningen maken met het vermogen.
  • Je kunt uitrekenen wat het gebruik van elektrische energie kost.
  • Je kunt het energiegebruik berekenen.
  • Je kunt uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.







Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot de volgende les

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies