Paragraaf 2.1 Sparen of Beleggen?

Sparen of beleggen
2.1 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Sparen of beleggen
2.1 

Slide 1 - Tekstslide

"Ik spaar mijn geld liever dan dat ik dit beleg."
Eens
Oneens

Slide 2 - Poll

Leerdoelen
  • Leer je de verschillende motieven om te sparen
  • Ken je het verschil tussen nominale rente en reëel rente.
  • Leer je rekenen met enkelvoudige en samengestelde rente
  • Kun je het verschil tussen obligaties en aandelen uitleggen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Je zet €1.500 op een spaardeposito met 2,5% rente. Hoeveel rente ontvang je na 3 jaar. Schrijf je berekening op!



Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Je stort €1000 op de bank. De rente is 2%. Hoeveel is je saldo na 3 jaar? (samengestelde rente)

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link