De Rechtsstaat en Grondrechten

De Rechtsstaat en Grondrechten
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2,4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

De Rechtsstaat en Grondrechten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je welke kenmerken een rechtsstaat heeft, wat de tris politica inhoudt, heb je voorbeelden van rechtstaatcrises vernomen, ken je het verschil tussen klassieke en sociale grondrechten, weet je welke grondrechten er in Nederland zijn, en wanneer de overheid grondrechten mag inperken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de rechtsstaat en grondrechten?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een Rechtsstaat
Een rechtsstaat heeft kenmerken zoals de scheiding der machten, onafhankelijke rechtspraak, gelijkheid voor de wet en respect voor grondrechten.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van Rechtsstaatcrises
Voorbeelden van rechtsstaatcrises zijn bijvoorbeeld wanneer de overheid de rechtspraak probeert te beïnvloeden, wanneer er sprake is van corruptie binnen de overheid, of wanneer grondrechten van burgers worden geschonden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Trias Politica
De trias politica is de scheiding van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Elke macht heeft een eigen rol en controleert elkaar om machtsmisbruik te voorkomen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wetgevende macht
Het parlement maakt wetten en controleert de regering.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4: Uitvoerende macht
De regering voert de wetten uit en neemt beslissingen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5: Rechterlijke macht
De rechterlijke macht beoordeelt of wetten worden nageleefd en neemt beslissingen in geschillen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6: Parlementaire crises
Parlementaire crises ontstaan wanneer er grote politieke problemen zijn die invloed hebben op het functioneren van het parlement.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld: Kabinetscrisis
Een voorbeeld van een parlementaire crisis is een kabinetscrisis, waarbij de regering valt en er nieuwe verkiezingen moeten plaatsvinden.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondrechten in Nederland
In Nederland zijn grondrechten zoals vrijheid van godsdienst, vrijheid van vergadering en demonstratie, en het recht op privacy vastgelegd in de Grondwet.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Klassieke en Sociale Grondrechten
Klassieke grondrechten zijn individuele vrijheidsrechten, zoals vrijheid van meningsuiting. Sociale grondrechten zijn rechten op bijvoorbeeld onderwijs, gezondheidszorg en sociale zekerheid.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Inperken van Grondrechten
De overheid mag grondrechten van inwoners inperken als dit noodzakelijk is voor bijvoorbeeld de openbare orde, veiligheid of volksgezondheid. Dit moet altijd proportioneel en volgens de wet gebeuren.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
In deze les hebben we geleerd wat een rechtsstaat inhoudt, wat de tris politica is, voorbeelden van rechtsstaatcrises gehoord, het verschil tussen klassieke en sociale grondrechten besproken, grondrechten in Nederland genoemd, en wanneer de overheid grondrechten mag inperken.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.