21220929 van A2 naar B1 les 2

21220929 Van A2 naar B1  Les 2 wk 39 
Waar komt het woord "spaarvarken" vandaan?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ANT2+MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

21220929 Van A2 naar B1  Les 2 wk 39 
Waar komt het woord "spaarvarken" vandaan?

Slide 1 - Tekstslide

Waar waren we gebleven
Het woordje "ER"

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Tekening blz. 164 
Er hangt een klok.
Op de klok is het kwart over elf. (11.15 uur)

Slide 4 - Tekstslide

Oefening 9 Grammatica 
In het boek op blz. 163

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld: Er staat een huis te koop in onze straat.
                      Het huis is heel groot.

1. ............. start morgen een cursus Nederlands. 
................ cursus is bedoeld voor halfgevorderden
2. ........... is een spannende film op televisie.
............... film gaat over een moordzaak in Rotterdam.
3. .......... zijn nog kaarten te koop voor het concert van Adele, maar wacht niet te lang, anders zijn ........ kaarten uitverkocht.



Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Lezen tekst blz. 174
Beantwoord de vragen over de tekst.

Slide 8 - Tekstslide

1. Sinds wanneer gebruiken we in Nederland de gulden niet meer?
2. Wat is een ander woord voor 'gulden'?
3. Hoeveel verschillende munten hadden we in de tijd van de gulden?
4. Welke bankbiljetten gebruikten we voor de dagelijkse betalingen?
5. Op welke manier worden we nu nog herinnerd aan de gulden?
6. Waarom is de euro ingevoerd?

Slide 9 - Tekstslide

De gulden middenweg 


Slide 10 - Tekstslide

Het kwartje is gevallen:

Ik snap het, ik begrijp het

Waar komt het vandaan?


Slide 11 - Tekstslide

De uitdrukking werd gebruikt vanwege de penny-in-the-slot gokautomaat in 1980. Veel mensen hadden geen idee hoe deze gokautomaat werkte en wisten daarom niet dat zij een klepje van de automaat omhoog moesten doen. Pas als ze dat doorhebben, was het kwartje gevallen.

Of uit 1939: naar het toilet gaan kostte een kwartje, pas als dit in de deur viel kon je naar binnen. 

Slide 12 - Tekstslide

Het was een dubbeltje op zijn kant

Slide 13 - Tekstslide

Dat is geen stuiver meer waard
en
Ik vertrouw hem voor geen cent
en
Op de markt is je gulden een daalder waard

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk: lees de theorie van de grammatica vanaf bladzijde 171 over scheidbare werkwoorden en hoofd- en bijzinnen en probeer de oefeningen te maken

Maandag gaan we hiermee verder en gaan we een klachtenbrief schrijven. 

Slide 15 - Tekstslide