2. Wat is stroom?

2. Wat is stroom?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2. Wat is stroom?

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag
  • Herhaling vorige les
  • Opbouw van stof
  • Elektronenbeweging
  • Begrippen (elektrische grootheden)
  • Tijd voor huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Vorige les

Slide 4 - Tekstslide

Opbouw stof - moleculen

Slide 5 - Tekstslide

Opbouw stof - moleculen

Slide 6 - Tekstslide

Opbouw atoom

Slide 7 - Tekstslide

Opbouw atoom

Slide 8 - Tekstslide

Elektronenbeweging

Slide 9 - Tekstslide

Lentiz-elektron

Slide 10 - Tekstslide

Begrippen spanning, stroomsterkte en weerstand
Begrippen (grootheden)
Spanning


Stroomsterkte


Weerstand

Slide 11 - Tekstslide

Begrippen spanning, stroomsterkte en weerstand
Begrippen (grootheden)
Spanning


Stroomsterkte


Weerstand
Hoe graag de elektronen door een schakeling willen









Slide 12 - Tekstslide

Begrippen spanning, stroomsterkte en weerstand
Begrippen (grootheden)
Spanning


Stroomsterkte


Weerstand
Hoe graag de elektronen door een schakeling willen


Hoeveel elektronen er door een stroomdraad lopen








Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Stroomsterkte

Slide 15 - Tekstslide

Begrippen spanning, stroomsterkte en weerstand
Begrippen (grootheden)
Spanning


Stroomsterkte


Weerstand
Hoe graag de elektronen door een schakeling willen


Hoeveel elektronen er door een stroomdraad lopen








Slide 16 - Tekstslide

Begrippen spanning, stroomsterkte en weerstand
Begrippen (grootheden)
Spanning


Stroomsterkte


Weerstand
Hoe graag de elektronen door een schakeling willen


Hoeveel elektronen er door een stroomdraad lopen


Hoe moeilijk de elektronen door een schakeling stromen


Slide 17 - Tekstslide

Begrippen spanning, stroomsterkte en weerstand

Slide 18 - Tekstslide

Samenvattend - Moleculen
Elektrische stroom bestaat uit elektronen die zich verplaatsen tussen de atomen. De elektronen springen van de molecuul naar de volgende. De elektronen stromen van - naar +.

Slide 19 - Tekstslide

Samenvattend - Begrippen
Spanning: Hoe graag de elektronen door een schakeling willen
Stroomsterkte: Hoeveel elektronen er door een stroomdraad lopen
Weerstand: Hoe moeilijk de elektronen door een schakeling stromen


Slide 20 - Tekstslide

Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 1 Wat kun je zeggen van een stroomkring waarvan het lampje brandt?
A
De stroomkring is gesloten
B
De stroomkring is rond
C
De stroomkring is open
D
Er is geen stroomkring

Slide 22 - Quizvraag

Opdracht 2. Je sluit een lamp aan op een batterij, je doet er een schakelaar tussen. De schakelaar staat open....
A
De lamp is aan
B
De lamp is uit

Slide 23 - Quizvraag

Opdracht 3.
Wat voor soort stroomkring zie je hier?
A
Open stroomkring
B
Gesloten stroomkring

Slide 24 - Quizvraag

Opdracht 4. Lucht heeft een hele ......... weerstand om ervoor te zorgen dat elektrische bliksem toch gaat stromen moet er een ....... spanning zijn
A
...hoge...hoge...
B
...lage...hoge...
C
...hoge...lage...
D
...lage...lage...

Slide 25 - Quizvraag

Opdracht 5. Wat is waar?
A
een hoge spanning veroorzaakt een lage stroomsterkte
B
een hoge spanning veroorzaakt een hoge stroomsterkte
C
een hoge stroomsterkte veroorzaakt een lage spanning
D
een hoge stroomsterkte veroorzaakt een hoge spanning

Slide 26 - Quizvraag

Opdracht 6.
Hebben isolatoren nu juist een hoge of een lage weerstand?

Leg je antwoord uit, gebruik de woorden spanning, stroomsterkte en elektronen.

Slide 27 - Open vraag

Opdracht 7: Bekijk deze video.
Leg in minimaal 30 woorden uit
hoe deze man de vrachtwagens vergelijkt met
elektrische stroom. Gebruik in je uitleg de woorden:
spanning en stroomsterkte

Slide 28 - Open vraag

Opdracht 8: Bekijk deze video.
Hoe zou in deze vergelijking 'weerstand' er uitzien?

Slide 29 - Open vraag

Antwoorden
Opdracht 6. Hebben isolatoren nu juist een hoge of een lage weerstand?
Isolatoren hebben een hoge weerstand. 
- Wanneer je een lampje zou willen aanzetten en je gebruikt als draadje een geleider dan zou de zou een batterij een spanning leveren, deze spanning zorgt dan voor een stroomsterkte. 
- Wanneer het draadje van een isolator gemaakt zou zijn en de batterij levert een spanning zal er ondanks deze spanning geen (of weinig) stroomsterkte zijn. Deze weerstand houdt de stroomsterkte tegen, daarom is er geen stroomsterkte.
Opdracht 7
Spanning kun je zien hoeveelheid spullen waarmee vrachtwagens worden volgeladen naar de supermarkt, terwijl stroomsterkte het aantal vrachtwagens per seconde is dat aankomt. Samen zorgen ze voor een  levering van goederen, net zoals spanning en stroomsterkte samenwerken om elektrische energie over te dragen.
Opdracht 8
Dit zou dan bijvoorbeeld een wegversmalling of snelheidsbeperking zijn waar de vrachtwagens moeilijk/langzamer doorheen kunnen.

Slide 30 - Tekstslide