§10.5 Blessures les 4 mei

§10.5 Blessures

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§10.5 Blessures

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Je leert hoe je een blessure krijgt

Je leert welke blessure je aan botten en spieren kan krijgen

Je leert welke spierblessures je kunt krijgen

Slide 2 - Tekstslide

opdracht 1.
zet de begrippen op de volgende dia in word en zoek in je boek of op internet wat ze betekenen. Je kunt je begrippenlijst gebruiken als spiekbrief voor de vragen aan het eind van deze lessonup.

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen:
blessures
overbelasting
ontwrichting
verstuiking
botbreuk
spierpijn
spierkramp
spierscheuring


Slide 4 - Tekstslide

Blessures

Slide 5 - Tekstslide

Hoe krijg je blessures?
Een blessure is een beschadiging aan bot, spier of gewricht.

Blessures kunnen ontstaan door een valpartij
of overbelasting.

Per jaar lopen er 3,6 miljoen sporters blessures op!

Slide 6 - Tekstslide

Welke spierblessures zijn er?
  • Spierpijn: veel afvalstoffen die in je spier achterblijven
  • Spierkneuzing: er zijn spiervezels en bloedvaatjes stukgegaan
  • Spierkramp: wanneer je spieren overbelast zijn
  • Spierscheuring: binnen in de spier zit een scheurtje
  • Zweepslag: plotselinge spierscheuring

Slide 7 - Tekstslide

Blessures botten en gewrichten
Een botbreuk ontstaat vaak na een val.


Wanneer de gewrichtsknobbel uit de gewrichtskom schiet heb je een ontwrichting


Verstuiking: Wanneer het gewrichtskapsel  te ver uitrekt of in scheurt .

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Hoe meer je rent en springt als je jong bent, hoe sterker je botten worden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

De meest bekende zweepslag is een scheurtje in:
A
je armbuigspier
B
je bilspier
C
je kuitspier
D
je armtrekspier

Slide 11 - Quizvraag

Waardoor krijg je spierpijn?
A
Weinig afvalstoffen in je spier
B
overbelasting
C
spierkramp
D
Veel afvalstoffen in je spier

Slide 12 - Quizvraag

Waarmee loop je geen risico op blessures
A
Slecht dempende sportschoenen
B
Geen opbouwende hardloopschema
C
Lelijke sportkleding
D
Veel trainen zonder rust

Slide 13 - Quizvraag

Blessure aan gewrichten. Hoe noem je dit ook wel?
A
Spierblessure
B
Botbreuk
C
Verzwikking
D
Kneuzing

Slide 14 - Quizvraag

Bij welke blessure trekken de spieren opeens krachtig samen?
A
bij een ontwrichting
B
bij een verstuiking
C
bij kramp
D
bij spierpijn

Slide 15 - Quizvraag

Beschadiging aan weefsel zonder dat er iets is gescheurd of gebroken.

Welke blessure is dit?
A
Spierblessure
B
Botbreuk
C
Verzwikking
D
Kneuzing

Slide 16 - Quizvraag

Bij welke blessure of blessures raken de gewrichtsbanden uitgerekt?
A
bij een botbreuk
B
bij een spierscheuring
C
bij een verstuiking
D
bij kramp

Slide 17 - Quizvraag

John is gevallen. Zijn onderarm ligt in een rare stand.
Wat voor blessure heeft hij?

A
een ontwrichting
B
een botbreuk
C
een spierscheuring
D
een verstuiking

Slide 18 - Quizvraag

Bij welke blessure schiet een gewrichtskogel uit een gewrichtskom?
A
bij een botbreuk
B
bij een verstuiking
C
bij kramp
D
bij een ontwrichting

Slide 19 - Quizvraag

Alex heeft zijn arm uit de kom.
Wat voor blessure heeft hij?
A
een botbreuk
B
een spierscheuring
C
een ontwrichting
D
een verstuiking

Slide 20 - Quizvraag

Wordt ook wel zweepslag genoemd. Komt vaak voor in hamstring of kuit.

Welke blessure is dit?
A
Spierblessure
B
Botbreuk
C
Verzwikking
D
Kneuzing

Slide 21 - Quizvraag

controleer nog even of de begrippen die je hebt opgezocht kloppen.

Blessures
een beschadiging aan een bot, gewricht of spier

Overbelasting= je spieren en gewrichten moeten te lang hard werken


Verstuiking= het gewrichtskapsel rekt te ver uit of scheurt in

Botbreuk= je botten zijn gebroken.
zetten= de arts zet de botstukken weer goed tegen elkaar. Daarna komt er gips omheen

Ontwrichting= de gewrichtsknobbel schtiet uit de gewrichtskom


Slide 22 - Tekstslide

klaar? to do:
  • Maak in je werkboek van §10.5 opdracht 1 t/m 12

  • Nakijken werkboek van §10.5 opdracht 1 t/m 12

  • Afmaken + nakijken vorige §10.1 t/m §10.4



Slide 23 - Tekstslide