Dinsdag 7-11

• ICT-basisvaardigheden
• Basisschool
• Groep 6

Goedemorgen!

Leg de tablets van je groepje in het midden van de tafels.

Maak je werk van deze week af.

Werk daarna aan je weektaak. 

Godsdienst

Rekenen

Blok 2 les 20

Doelen:

Ik kan kolomsgewijs optellen, een maatbeker aflezen en rekenen met ml en l, een grafiek maken en informatie aflezen uit een rooster. 

leerkracht.snappet.org

1 liter (l) =            milliliter (ml)

1 l =                   cl 

1000 ml =         l

3000 ml =        l 

2500 ml =          l  en            ml 

9000 ml =           l 

Zet je tafel in toetsopstelling

Doel: Ik zit binnen 1 minuut klaar op te beginnen! 

Maak les 20

Doelen: Ik kan kolomsgewijs optellen, een maatbeker

aflezen en rekenen met ml en l, een grafiek maken en

informatie aflezen uit een rooster. 

Klaar?

- Weektaak 

- Daarna aan de klaaropdrachten 

Wat heb ik geleerd? 

Spelling

Blok 3 les 10

Doelen:

Ik weet wanneer ik woorden met de ei/ij, au/ou en i (ie) schrijf.

Ik kan de persoonsvorm tt goed spellen. 

Wij lopen naar school. 

Ik                                    Een ander                                   Anderen

Fiets jij naar de voetbal?

Ik                                     Een ander                                   Anderen

Ik treed vanavond op. 

Ik                                     Een ander                                    Anderen 

Maak les 10

Doelen:
Ik weet wanneer ik woorden met de ei/ij, au/ou en i (ie) schrijf.

Ik kan de persoonsvorm tt goed spellen. 

                                                  Iedereen maakt opgave 2, 3, 5, 6 en 7 

                                                   En 1x het plusje. 

Klaar?

- Rekenen les 20 afmaken

- Weektaak 

Wat heb ik geleerd? 

Taal

Thema 5 les 8

Doel: Ik ken de betekenis van woorden die met school te maken hebben.

Ik kan de persoonsvorm herkennen en de toen-proef gebruiken.  

Toen-proef

Als je een zin met toen kunt maken, staat de zin in de 

..................................... tijd

Ik verslind alle boeken.

Tessa spiekte bij haar buurman. 

Maak les 8

Doel:

Ik ken de betekenis van woorden die met school te maken hebben.
Ik kan de persoonsvorm herkennen en de toen-proef gebruiken. 

Maak 1x plusje.

Klaar?

- Rekenen en spelling afmaken

- Weektaak 

Rekenen, taal, spelling afmaken

weektaak

lezen 

Wat heb ik geleerd? 

Technisch lezen

Les 16

Doel: Ik kan woorden met ~ou~ (uitspraak oe) lezen. 

Maak les 16 of 16+

Doel: Ik kan woorden met ~ou~ (uitspraak oe) lezen. 

Op de gang werkt: 

Klaar?

- Rekenen, spelling en taal afmaken

- Weektaak 

Wat heb ik geleerd? 

Geschiedenis 

Thema 2 les 4

Doel: Ik kan vertellen over het stadsbestuur en wie welke taken had en uitleggen wat gildes zijn. 

Maak les 4

Doel: Ik kan vertellen over het stadsbestuur en wie

welke taken had en uitleggen wat gildes zijn.

Klaar?

- Rekenen, spelling, taal en technisch lezen afmaken

- Weektaak 

Wat heb ik geleerd? 

Engels

Lesson 6

Learning intention: I know the sports in English and know the importance of keeping fit and healthy. 

Write on the cards

• can
• can't
• run
• ride a bike
• play tennis
• play football
• jump
• swim

• play basketball
• catch a ball
• climb a tree
• dance 
  

can or can't .......

1. Someone stands in front of the class and gets a card
2. He/she mimes a sport that he/she can of can't do
3. In your team you decide

                                         can or can't

                                         and which sport it is. 

Ask your shoulderbuddy

Activity 15 (book): How can you keep fit?

A: "Can you .......... ?"

B: Yes, I can. Can you ......?

OR

No, I can't. Can you ......? 

Make lesson 6

Learning intention: I know the sports in English and

know the importance of keeping fit and healthy. 

Make activity 14 and 15 on page 49 of your workbook. 

Schrijven

Les 18

Doel: Ik schrijf de a-vormen gesloten en de cijfers en het euroteken op de juiste manier. 

Maak les 18

Doel: Ik schrijf de a-vormen gesloten en de cijfers en

het euroteken op de juiste manier. 

Succescriteria schrijven:

Klaar?

- Werk afmaken

- Weektaak

Wat is vandaag blijven plakken?

Wat heb ik geleerd?