bas 1- Verbranding

bas 1: Verbranding
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

bas 1: Verbranding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
1: Ik kan het verband beschrijven tussen verbranding in je lichaam en lichamelijke inspanning.
2: Ik kan in eigen woorden uitleggen wat er voor verbranding nodig is en welke stof er ontstaat.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Wat is verbranding?
Brandstof: stof die verbrandt.
– Voor de verbranding van een brandstof is zuurstof nodig.

Verbrandingsproducten: de stoffen die ontstaan bij een verbranding.
- Voorbeeld: bij verbranding van een kaars zijn koolstofdioxide en water de verbrandingsproducten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding bij een kaars
Brandstof --> kaarsvet
Verbrandingsproducten --> water en koolstofdioxide
Energie --> warmte en licht

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verbranding van een kaars
Energie = licht en warmte

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbrandingsproducten
Producten die je overhoudt na de verbranding. 

 
Houtskool =
Verbrandingsproduct

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding 
in je lichaam
Zonder verbranding gaat een cel dood. 
Bij de verbranding in een cel is zuurstof en brandstof nodig. 
De brandstof die vooral gebruikt wordt is glucose. 
Glucose krijg je binnen door voedsel te eten. 
Het bloed vervoert de zuurstof en de glucose naar al je cellen. 
Bij het verbrandingsproces ontstaan verbrandingsproducten: koolstofdioxide en water en komt ook energie vrij. 
Door die energie kunnen alle organen in je lichaam werken en blijft je lichaam op de juiste temperatuur.
Reactieschema van het verbrandingsproces:
 
Glucose      +    zuurstof    -->    water    +    koolstofdioxide   +   energie
(brandstof)                                  (verbrandingsproducten)           (bewegen - handhaven lichaamstemperatuur)
                                                                                                                 
Ook de processen in je cellen vragen energie
In elke cel van je lichaam, op elk moment!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding in het lichaam
Nodig:
- Brandstof = glucose (suiker) 
- Zuurstof (inademen)

Ontstaat: 
- Water (zweet)
- Koolstofdioxide (uitademen)
- Energie (beweging, leven anders gaat een cel dood)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inspanning
Hoe meer inspanning je levert,
hoe meer brandstof en zuurstof je nodig hebt. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: verbranding
Verbranding bij een kaars

kaarsvet + ................. |→| water + ............... + energie (licht en ......)

     brandstof                             verbrandingsproducten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verbrandingsproducten komen vrij bij de verbranding van een kampvuur
A
Uitlaatgassen
B
Zuurstof en water
C
Koolstofdioxide en water
D
Uitlaatgassen en zuurstof

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke verbrandingsproducten ontstaan bij de verbranding van kaarsvet?
A
water koolstofdioxide
B
licht en warmte
C
zuurstof water
D
koolstofdioxide licht

Slide 12 - Quizvraag

Uitleg:
Energie komt vrij in de vorm van licht en warmte
Verbrandingsreactie verbranding van kaarsvet:


kaarsvet + ……………1……………… ==> ……………2………….. + …………3…….……….. + …………4…………
(brandstof) (verbrandingsproducten)

A
1: zuurstof 4: energie
B
1: koolstofdioxide 4: water
C
1: zuurstof 4: koolstofdioxide
D
1: zuurstof 4: brandstof

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbrandingsreactie verbranding in het lichaam:


Glucose + ……………1……………… ==> ……………2………….. + …………3…….……….. + …………4…………
(brandstof) (verbrandingsproducten)

A
1: zuurstof 4: energie
B
1: koolstofdioxide 4: water
C
1: zuurstof 4: koolstofdioxide als brandstof
D
1: zuurstof 4: brandstof

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee verbrandingsproducten van verbranding bij mensen
A
Water
B
Koolstofdioxide
C
Zuurstof
D
Stikstof

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Demonstratie kaars
Benodigdheden:
- kaars
- Aansteker
- petrischaaltje met water
- afdek glaasje

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Lees in je boek bladzijde 8 en 9
Maak in je boek opdracht 1 t/m 7 (maak opdracht 4 met potlood!)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies