Herhaling successie en 8.5

To do:
Herhaling successie 8.4 FIlm en vragen
Eventuele opdrachten uit nectar over 8.4 bespreken
Start 8.5 Begrippen
Maken 8.5


1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

To do:
Herhaling successie 8.4 FIlm en vragen
Eventuele opdrachten uit nectar over 8.4 bespreken
Start 8.5 Begrippen
Maken 8.5


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Bij wat voor ecosysteem horen de volgende kenmerken: eenvoudig voedselweb, kleine biodiversiteit, open kringlopen en productie is groter dan afbraak?
A
Pionierecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 3 - Quizvraag

Veel verschillende soorten organismen
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 4 - Quizvraag

In welk ecosysteem blijft de biomassa gelijk?
A
pioniersecosysteem
B
climaxecosysteem

Slide 5 - Quizvraag

humusarme bodem
(organische stoffen e.d.)
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 6 - Quizvraag

Pionierecosysteem

- Weinig soorten
- Veel individuen van een soort
- Weinig ontwikkelde bodem
- Eenvoudig voedselweb
- Sterk wisselende abiotische factoren
Climaxecosysteem

- Veel soorten
- Weinig individuen van een soort
- Goed ontwikkelde bodem
- Complex voedselweb
- Constante abiotische factoren

Slide 7 - Tekstslide

Succesie
Verandering van het soortensysteem die
waardoor het ecosysteem geleidelijk 
verandert. Het ecosysteem gaat dan
geleidelijkover op een andere
ecosysteem.

Slide 8 - Tekstslide

Begrippen 8.5
Habitat - gebied voor een organisme waar de abiotische en biotische invloeden om te (over) leven zo goed mogelijk zijn.
Bijv. In een bos is de bodem de habitat voor de pissebed.
Voordeel van e.d. habitat?
 Concurrentie uit de weg gaan


Slide 9 - Tekstslide

Begrippen 8.5
Ecologisch evenwicht: Aantallen organismen in een ecosysteem blijven min of meer constant.
Duurzaam: Er moet altijd een ecologisch evenwicht blijven tussen organismen (populaties blijven ongeveer constant) en de leefwijze van nu moet ervoor zorgen dat er meerdere generaties net zo leefbaar zijn als nu.
Draagkracht: Maximale grootte van een populatie die een ecosysteem kan handhaven.
Accumulatie: ophoping (relatieve verschil), vaak gebruikt voor een schadelijke stof in voedselketens.




Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf in 6 stappen eutrofiëring.

Slide 11 - Open vraag