4vwo wiA Rekenregels machten herhalen *H5

Wat is het grondtal in deze macht?
42
A
4
B
2
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat is het grondtal in deze macht?
42
A
4
B
2

Slide 1 - Quizvraag

Wat is de exponent:

85
A
8
B
5

Slide 2 - Quizvraag

Welke exponent heeft x?
A
0
B
1

Slide 3 - Quizvraag

Als je een macht tot een macht doet dan mag je de exponenten....

bijv.
(b4)3
A
...met elkaar vermenigvuldigen
B
...bij elkaar optellen

Slide 4 - Quizvraag

Bij een product van machten doe ik de exponenten .... elkaar
A
+
B
-
C
x
D
:

Slide 5 - Quizvraag

Bij het delen van een macht doe ik de exponenten .... elkaar
A
+
B
-
C
x
D
:

Slide 6 - Quizvraag

Schrijf als macht van
x
3x
A
3x21
B
(3x)21
C
3x2
D
Geen van de andere

Slide 7 - Quizvraag

Schrijf als één macht:
a12a4
A
a48
B
2a16
C
kan niet
D
a16

Slide 8 - Quizvraag

schrijf zonder negatieve exponenten
4(3a)2
A
3a24
B
a212
C
9a24
D
9a24

Slide 9 - Quizvraag

Het product van machten.
Welke herleiding is juist?
A
2x33xy2=6x3y2
B
2x33xy2=5x4y2
C
2x33xy2=6x4y2
D
2x33xy2=6x3y3

Slide 10 - Quizvraag

schrijf als macht van a

a4a61
A
a24
B
a24
C
a2
D
a2

Slide 11 - Quizvraag

Schrijf als één macht:
A
34
B
37
C
310
D
3337

Slide 12 - Quizvraag

Schrijf zonder negatieve of gebroken exponent

(a31)5a
A
3a5a
B
a35.a
C
a0,671
D
3a21

Slide 13 - Quizvraag

Schrijf
als macht met een gebroken exponent
325
A
235
B
253

Slide 14 - Quizvraag

De macht van een macht
Welke herleiding is juist?
A
(a2)32aa4=a52aa4=2a10
B
(a5)32a6=2a21
C
(p3)4+2p7=3p7
D
(2x3)2=4x6

Slide 15 - Quizvraag

Schrijf als één macht:

(x3)2(x2)3=
A
x6
B
x12
C
x10
D
x36

Slide 16 - Quizvraag

Schrijf als één macht

k=27x+324x2
A
k=2^(3x+5)
B
k=4^(3x+5)
C
k=2^(11x+1)
D
k=4^(11x+1)

Slide 17 - Quizvraag

Schrijf als macht van x.
xx8
A
x9
B
x7
C
x4
D
x5

Slide 18 - Quizvraag

Schrijf als macht van x .
x3xx7
A
x4,5
B
x2
C
x3,5
D
x5

Slide 19 - Quizvraag

Schrijf als macht van a
A
Kan niet, want delen door 0 mag niet
B
a8
C
a0
D
a08

Slide 20 - Quizvraag