Examentraining vwo maw Vorming en Verhouding

Maatschappijwetenschappen vwo 2025 CSE vavo

Irene de Valk

1 / 66
volgende
Slide 1: Tekstslide
MAWMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 66 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Maatschappijwetenschappen vwo 2025 CSE vavo

Irene de Valk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
Vorming & Verhouding

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorming

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kernconcepten ken je bij het hoofdconcept Vorming?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is socialisatie?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Proces van socialisatie
  • Proces van overdracht: leren wat er verwacht wordt
  • Proces van verwerving:  een samenleving of cultuur eigen maken
Socialisatie bestaat uit 2 onderdelen:

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 vormen van socialisatie
Primaire socialisatie
Secundaire socialisatie
Tertiare socialisatie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primaire socialisatie
Socialisatie binnen kleinere groepen zoals het gezin of de vriendengroep. Dit proces is vaak informeel. 

Slide 9 - Tekstslide

Pagina 19 in het boek.
Secundaire socialisatie
Socialisatie die plaatsvindt in een formele omgeving, zoals op school of bij een vereniging. Groepsleden nemen de waarden en normen van de groep over.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tertiaire socialisatie
Socialisatie die impliciet plaatsvindt, bijvoorbeeld door literatuur, de massamedia en de overheid.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het proces van overdracht en verwerving van de politieke cultuur van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren.
Bijzondere vormen van socialisatie
Het aanleren en verwerven van de cultuur waarin iemand is opgegroeid.
Het aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen daaruit dan waarin iemand is opgegroeid.
Politieke socialisatie
Enculturatie
Acculturatie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acculturatie en enculturatie 
Acculturatie: aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen daaruit dan waarin iemand is opgegroeid.


Enculturatie: aanleren van de cultuur waar iemand in is geboren. 
Andere cultuur 
Eigen cultuur

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examenopdracht: Lees tekst 1

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het antwoord op vraag 6?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een kernconcept bij het hoofdconcept 'vorming' is 'cultuur'. Wat is de definitie van 'cultuur'?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur
Het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CULTUREN ZIJN RELATIEF
Culturen zijn relatief. Dit betekent dat culturen zowel tijd- als plaatsgebonden zijn.

  • Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat culturen tijdsgebonden zijn.
  • Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat culturen plaatsgebonden zijn.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerving van cultuur

Het internaliseren van de normen en waarden die bij een cultuur horen.

Dus: Zorgen dat je de cultuur (kennis, vaardigheden, opvattingen & houdingen) je eigen maakt.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dominante cultuur 
  • De cultuur van de overheersende groep in een maatschappij (bijvoorbeeld de Nederlandse cultuur) 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CULTUURGROEPEN
  • Tussencultuur
Immigranten dragen hun originele cultuur nog een tijdje met zich mee en over de generaties wordt deze cultuur door de dominante cultuur verdrongen.

  • Tegencultuur
Culturen die zich verzetten tegen de overheersende cultuur.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke dimensie van Hofstede is te herkennen in de overgang naar kringlooplandbouw?
A
Collectivistisch naar individualistisch
B
van kleine machtsafstand naar grote machtsafstand
C
van kortetermijn- naar langetermijnsgerichtheid
D
van feminien naar masculien

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nog twee kernconcepten bij vorming... 

Ideologie en identiteit

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de definitie van een ideologie?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit dat in de landbouwvisie van het kabinet een confessionele opvatting over globalisering te herkennen is. Gebruik in je antwoord:
- omschrijving begrip rentmeesterschap
- informatie om dit te illustreren
- omschrijving kernconcept 'globalisering'
- voorbeeld om globalisering te illustreren

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de betekenis van 'identiteit'?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de term naar de juiste beschrijving.
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft
Het deel dat past bij de groepen waar iemand deel van uitmaakt.
Het beeld dat de samenleving heeft van een groep en het beeld dat ze blijvend kenmerkend voor die groep vindt.
Persoonlijke identiteit
Sociale identiteit
Collectieve identiteit

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een sociale en collectieve identiteit hebben te maken met binding. Mensen hebben gemeenschappelijke waarden en normen ontwikkeld. Welke 4 typen bindingen zijn er?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhouding

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 5 kernconcepten horen bij verhouding?

Slide 37 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lees tekst 3

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Omschrijving van het kernconcept 'sociale ongelijkheid'
- Informatie uit de tekst waaruit sociale ongelijkheid blijkt

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhouding= de wijze waarop mensen zich van elkaar onderscheiden en tot elkaar verhouden en de manier waarop samenlevingen in sociale zin vorm geven aan deze verschillen. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beredeneer dat de woningcrisis die in 2017 gaande was, begonnen zal zijn rond 2009. Gebruik gegevens uit figuur 1

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de onafhankelijke variabele in figuur 1?
A
Inflatie
B
Loon
C
Prijs
D
Tijd

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We maken vaak onderscheid tussen moderne westerse samenlevingen en traditionele samenlevingen. Noem één economisch kenmerk en één sociaal/cultureel kenmerk van moderne samenlevingen.

Slide 45 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijken modern vs traditioneel

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm van solidariteit past bij het werk van Huang Yu?

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eventjes nu wat vragen zonder examenopdracht...

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernconcepten: macht en gezag
Macht: Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten. 
Gezag: Macht die als legitiem beschouwd wordt. 

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke machtsbron heeft Jaap van Dissel?

Welke machtsbron heeft Jaap van Dissel?
A
affectieve machtsbron
B
cognitieve machtsbron
C
economische machtsbron
D
politieke machtsbron

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op pakjes sigaretten staan plaatjes van mensen aan een beademingsapparaat en heftige teksten over de gevolgen van roken. Dit om mensen te weerhouden een sigaret te roken.
A
Affectieve machtsbron
B
Cognitieve machtsbron
C
Economische machtsbron
D
Politieke machtsbron

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke macht hoort het best bij dit voorbeeld:" een kind probeert zijn ouder over te halen om te gaan huilen'
A
Affectieve machtsbron
B
Economische machtsbron
C
Cognitieve machtsbron
D
Politieke machtsbron

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kernconcepten: Samenwerking vs. Conflict
Tegenovergestelde concepten--> het gaat om de wijze waarop mensen zich van elkaar onderscheiden en tot elkaar verhouden en de manier waarop samenlevingen in sociale zin vormgeven aan deze verschillen. Het verwijst ook naar onderlinge betrekkingen tussen staten. 

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 55 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tijd over? Onderzoeksvaardigheden
- Soorten onderzoek
- Methoden
- Eisen van onderzoek
- Verband

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwalitatief onderzoek is onderzoek dat gericht is op hoeveelheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 58 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten onderzoek
Twee soorten onderzoek: 
Kwantitatief onderzoek: hoeveelheden
Kwalitatief onderzoek: achterliggende beweegredenen

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 60 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 5 eisen van wetenschappelijk onderzoek

Slide 61 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaarheid
Generaliseerbaarheid
Validiteit
Representativiteit
Transparantie
Het onderzoek meet wat je wilt meten
herhaling van het onderzoek levert hetzelfde resultaat op. 
de steekproef is een dwarsdoorsnede van de populatie
de resultaten van het onderzoek gelden voor de hele populatie
Doorzichtig en openbaar maken van het onderzoek

Slide 62 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je onderzoek niet op toeval berust dan noem je dat onderzoek ...
A
Valide
B
Representatief
C
Betrouwbaar
D
Transparant

Slide 63 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Causaliteit vs Correlatie
Causaliteit: oorzaak-gevolgrelatie in onderzoek. 
Hoe meer uren slaap, hoe minder het gevoel van vermoeidheid

Correlatie: samenhang tussen variabelen maar geen oorzaak-gevolg relatie.
Hoe meer uur iemand gewelddadige videogames speelt, hoe vaker iemand agressief gedrag vertoont. 

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer oefenen?
Op examenblad.nl vind je oud-examens.
Ook op alleexamens.nl kun je oud-examens bekijken.
Zoek op Youtube naar uitleg van kernconcepten MAW

Slide 66 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies