5.4 Van Keizer tot cliënt



Het Romeinse Rijk


5.4 Van Keizer tot cliënt
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Het Romeinse Rijk


5.4 Van Keizer tot cliënt

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • Je kunt voorbeelden geven hoe rijken en armen leefden in Rome.

  • Je kunt de rol van tot slaaf gemaakten in het Romeinse Rijk uitleggen.

  • Je kunt de cultuur van de Romeinen uitleggen aan de hand van de stad Pompeï.

Slide 3 - Tekstslide


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
De Romeinse samenleving is goed in te delen als een piramide: de mensen bovenaan in de piramide hebben het meest aanzien; de mensen onderaan het minst. 
Proletariërs
Werkloze Romeinen, zonder bezit
Keizer en zijn familie

Senatoren en hun families / Grootgrondbezitters
Rijke Romeinen met een groot landgoed.
Middenstand
Romeinen die een winkel hadden. 
Boeren
Romeinen die een eigen stuk land bezaten en dit zelf bewerkten
Vrijgelatenen
Voormalige slaven
Slaven
Mensen die in bezit waren van andere mensen.
De Romeinse Samenleving

Slide 4 - Tekstslide


Grootgrondbezitters


  • Rijke mensen zijn vaak grootgrondbezitters
  • Meestal wonen ze in villa’s, omdat het in Rome vooral ’s zomers veel te warm, te vol en te vies is. 
  • Alleen voor politiek of voor zaken gaan ze naar de stad. 
  • Op hun landgoed verbouwen slaven graan, druiven en olijven.

Slide 5 - Tekstslide

Dit is een villa rustica, een soort boerderij. Naast dit type villa, bestond er ook de villa urbana. 
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.

Slide 6 - Tekstslide


Middenstand


  • De handelaren, ambachtslieden en kleine zelfstandige boeren.
  • Meestal wonen zij in een eigen huis/boerderij. 
  • Grote verschillen in rijkdom.

Slide 7 - Tekstslide


Armen


  • Veel Romeinen waren arm. Soms zijn zij boeren geweest die niet konden concurreren tegen de grote boerderijen. 
  • Toch zijn ze erg belangrijk voor rijke Romeinen: ze mogen namelijk stemmen en kunnen rijke Romeinen machtig maken.
  • Rijke Romeinen gaven armen geld (liefdadigheid) en dat zorgde voor aanzien. De armen werden dan cliënt van een Rijke Romein.

De huizen van proletariërs hadden geen eigen toiletten. Je moest dan naar dit soort openbare toiletten in Rome: gezellig met z'n allen roddelen terwijl je je behoeften doet. Echt schoon was het allemaal niet: uit recent onderzoek werd duidelijk dat het enorme bron van parasieten en infecties.
Privé-toiletten kwamen pas later, en alleen voor mensen die dat konden betalen. 

Slide 8 - Tekstslide








Dit is insula, een flatgebouw in Rome. De woningen werden gehuurd door de armere Romeinen. De meeste insulae waren 4 of 5 verdiepingen hoog. De bouwkwaliteit was niet best: bijna dagelijks waren er branden en instortingen.
De kamers bovenin een insula waren de slechtste kamers: hier woonden de proletariërs.
Hoewel er in sommige gebouwen stromend water was, moesten de bewoners van een insula het water vaak uit een fontein op straat halen.
Hoewel de meeste kamers in een insula klein en donker waren, was er wel verschil: de grotere kamers waren voor mensen met iets meer geld.
De meeste insulae hadden geen toiletten of keukens. Moest je naar de wc, dan ging je naar een openbaar toilet. En wilde je wat eten, dan ging je naar een thermopolium, een soort snackbar.

Slide 9 - Tekstslide

Deze afbeelding van insula is mooier gemaakt dan het in werkelijkheid was. Noem hiervan een voorbeeld.

Slide 10 - Open vraag


Slaven


  • Slavernij was bij de Romeinen heel normaal. Slaaf werd je bijvoorbeeld omdat jouw land was veroverd, of omdat je je schulden niet kon betalen. 

  • Er waren veel slaven in Rome:
    van de miljoen inwoners waren ongeveer 400.000 slaven!
Twee jonge slaven. De linker draagt water en handdoeken; de rechter een mand met bloemen.

Slide 11 - Tekstslide





  • Het werk dat slaven deden was heel verschillend: van zwaar werk in de mijnen, tot leraar voor de kinderen van Rijke Romeinen. Vooral Griekse slaven werden voor dat laatste veel gebruikt.
  • Je kon vaak niet zien of iemand slaaf was. Sterker nog: sommige slaven waren beter gekleed dan arme, vrije Romeinen!
Twee slavinnen helpen hun meesteres bij het opmaken.

Slide 12 - Tekstslide

Bedenk een reden waarom sommige slaven beter gekleed waren dan vrije Romeinen (inzicht vraag)

Slide 13 - Open vraag



Rome



  • Een enorme stad in de oudheid! De meeste mensen leven op het platteland. Toch heeft de stad Rome rond het jaar 100 n. Chr. ongeveer 1 miljoen mensen
  • Vooral dankzij beton konden er indrukwekkende bouwwerken gemaakt worden. Op veel plekken werd de cultuur ook ingevoerd (romanisering).

Slide 14 - Tekstslide


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het centrum van Rome voor politiek, handel en rechtspraak.
Het Colosseum  was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.
Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.
Dit schaalmodel werd vanaf 1933 in 37 jaar gemaakt. Het is Rome rond 300 na Christus. 
Om voldoende drinkwater in Rome te hebben, gebruikten de Romeinen aquaducten om water uit de bergen vervoeren (naar grote waterbassins). Dit is het Aqua Claudia.
Het Pantheon was gebouwd als tempel. Tegenwoordig is het één van de meest bezochte toeristische attracties in Rome. Een bijzonder kenmerk van het gebouw is de koepel met een gat (oculus, oog) erin.

Slide 15 - Tekstslide

Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.

Slide 18 - Tekstslide

Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome. 

Slide 19 - Tekstslide

Reconstructie van het Forum Romanum zoals het er tijdens het Romeinse Rijk moet hebben uitgezien.

Slide 20 - Tekstslide

Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.

Slide 21 - Tekstslide

Het wagenrennen was levensgevaarlijk. Snelheden van meer dan 70 km/u kwamen voor, en in de smalle bochten was het dringen geblazen. Het publiek vond het prachtig. Overigens ook om met elkaar op de vuist te gaan: als hun renner niet had gewonnen, gingen hooligans met elkaar in gevecht.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide