05. H6.5/6.6 Prinsjesdag (26-3)

H6 Werken voor de overheid
B 6.5 / KGT 6.6: Prinsjesdag
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H6 Werken voor de overheid
B 6.5 / KGT 6.6: Prinsjesdag
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Huiswerk bespreken
Paragraaf B6.5 / KT6.6
Vragen beantwoorden
Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Volgorde hoofdstuk 6
B
KGT
§ 1
§ 1 + 2
§ 2
§ 3
§ 3
§ 4
§ 4
§ 5
§ 5
§ 6
12-3
18-3
19-3
25-3
26-3
Maandag 8 april
Toets hoofdstuk 6

Slide 3 - Tekstslide



B
Leren en maken:
Hoofdstuk 6 paragraaf 1-4




KT
Leren en maken:
Hoofdstuk 6 paragraaf 1-5



Huiswerk 25 maart
8 april: Toets hoofdstuk 6

Slide 4 - Tekstslide

Rekentrainer
Controleren

Slide 5 - Tekstslide

B 6.4: Opdracht 3
De premies zijn een percentage van het inkomen.
Gebruik de tabel (zie bron).
Het inkomen van Josetta was in 2015 € 24.000.

a) Hoeveel premie (in euro's) AOW
heeft ze toen betaald?

c) Hoeveel premie Anw moet ze betaald over haar inkomen?


Slide 6 - Tekstslide

B 6.4: Opdracht 3
De premies zijn een percentage van het inkomen.
Gebruik de tabel (zie bron).
Het inkomen van Josetta was in 2015 € 24.000.
a) Hoeveel premie (in euro's) AOW
heeft ze toen betaald?

c) Hoeveel premie Anw moet ze betalen over haar inkomen?


  • € 24.000 : 100 × 17,90 = € 4.296

  • € 24.000 : 100 × 0,10 = € 24

Slide 7 - Tekstslide

KT 6.5: Opdracht 12.3
Veel orkesten in Nederland krijgen subsidie van de overheid.
Stel, een orkest treedt 200 keer per jaar op voor gemiddeld 150 personen. De toegangsprijs bedraagt gemiddeld € 15 per kaartje.

c) Met welk bedrag moet de toegangsprijs omhoog als de overheid een subsidie van € 112.500 schrapt?



  • Hoeveel mensen komen er in 1 jaar naar het theater?
    Dus hoeveel moeten zij extra (per persoon) 'ophoesten'?

Slide 8 - Tekstslide

KT 6.5: Opdracht 4
Femmy tankt tien liter euro loodvrij bij de benzinepomp. De pomp geeft aan dat een liter € 1,58 kost. Bekijk de bron.

a) Hoeveel procent van de benzineprijs gaat naar de overheid?

Tip) maak een verhoudingstabel
1
2

Slide 9 - Tekstslide

KT 6.5: Opdracht 9.2
Tegelbedrijf De Groot bv heeft aan Femmy een rekening gestuurd van € 847. In de bron zie je hoe dit bedrag is opgebouwd.
b) Hoeveel procent bedraagt de btw? Geef de berekening.

Tip: BTW bereken je over de verkoopprijs excl. BTW (= 100%)
Wat is de prijs zonder BTW? 
€ 847 − € 147 = € 700

Slide 10 - Tekstslide

Doel B6.5 / KT 6.6
  • Ik weet wat Prinsjesdag is.
  • Ik weet wat de troonrede inhoud.
  • Ik kan toelichten hoe de geldzaken van het Rijk zijn geregeld.

Slide 11 - Tekstslide

Prinsjesdag
Troonrede = De toespraak van de koning op Prinsjesdag voor het parlement. 
3e dinsdag van september

De Koning leest de troonrede voor in de Ridderzaal. 


Slide 12 - Tekstslide

Regering
De regering bestuurt een land.
De regering bestaat uit de Koning en alle ministers.


Slide 13 - Tekstslide

Rijksbegroting en miljoenennota
De rijksbegroting is een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven voor het komend jaar. 



De miljoenennota is een toelichting op de rijksbegroting door de minister van Financiën. 

Slide 14 - Tekstslide

Staatsschuld
= De schuld van de rijksoverheid.
  • een begrotingstekort - toename staatsschuld
  • een begrotingsoverschot- afname staatschuld

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Begrotingstekort & -overschot
Begrotingstekort = uitgaven > inkomsten
  • Geld lenen
  • Bezuinigen
  • Belastingen verhogen
Begrotingsoverschot = inkomsten > uitgaven
  • Schuld aflossen
  • Meer uitgeven

Slide 17 - Tekstslide


Antwoord lesdoel(en)

Slide 18 - Open vraag



B
Leren en maken:
Hoofdstuk 6




KT
Leren en maken:
Hoofdstuk 6



Huiswerk 2 april
8 april: Toets hoofdstuk 6

Slide 19 - Tekstslide

En verder:
Reflecteren:             
1) Bekijk de vraag
2) Snap ik het?
3) Reset
4) Opnieuw maken
3) Uitleg vragen
4) Opnieuw maken
Ja
Nee

Slide 20 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 21 - Tekstslide

Overige dia's

Slide 22 - Tekstslide