Zinsvolgorde

Wij gaan vandaag leren over zinsvolgorde en werkwoordvervoeging
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wij gaan vandaag leren over zinsvolgorde en werkwoordvervoeging

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zinsvolgorde
ordem da frase – ترتيب الجملة – порядок слів – ลำดับประโยค

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is de zinsvolgorde in jullie taal?


ordem da frase – ترتيب الجملة – порядок слів – ลำดับประโยค

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De basis zin:
onderwerp - werkwoord - rest
الموضوع - الفعل - الباقي
підмет - дієслово - решта
sujeito - verbo - resto
ประธาน - กริยา - เศษที่เหลือ








Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp

ik/hij/zij/jullie/...
de man/de vrouw/de jongen
de pen/het boek/de fiets
mijn vader/mijn broer

...
werkwoord

lopen
kijken
lezen
praten

...

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordvervoeging
conjugação de verbos – تصريف الفعل – Відмінювання дієслів – การผันกริยา

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp + werkwoord
Hij loopt
Mijn moeder slaapt
De pen ligt
De meisjes lachen 
De hond eet
Wij leren

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hij ... (lopen)
A
loopt
B
loop
C
lopen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zij (ev) ... (schrijven)
A
schrijf
B
schrijft
C
schrijven

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jullie ... (kijken)
A
kijk
B
kijkt
C
kijken

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jij ... (slapen)
A
slaap
B
slaapt
C
slapen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zij (mv) ... (koken)
A
kook
B
kookt
C
koken

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ... (spelen)
A
speel
B
speelt
C
spelen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp - werkwoord - rest
De man loopt naar school
Ik pak mijn telefoon
De hond slaapt in de tuin
Mijn moeder kookt met mijn zus

Slide 15 - Tekstslide

الموضوع - الفعل - الباقي
підмет - дієслово - решта
sujeito - verbo - resto
mowduuc - ficil - intiisa kale
Opdracht:
onderwerp - werkwoord - rest

speelt / het kind / in de tuin


Het kind speelt in de tuin.

!!! Denk aan hoofdletter en punt !!!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp - werkwoord - rest

in een boek / Andreas / leest

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp - werkwoord - rest

Josef / op straat / loopt

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp - werkwoord - rest

mijn vader / naar de markt / gaat

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp - werkwoord - rest

in de keuken / Yusuf / staat

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp - werkwoord - rest

zit / op de bank / Karim

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp - werkwoord - rest

mijn moeder / een jurk / naait

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp - werkwoord - rest

spelen / buiten / de kinderen

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp - werkwoord - rest

staat / de docent / bij de bushalte

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp - werkwoord - rest

kopen / wij / appels

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp - werkwoord - rest

kijk / ik / naar de televisie

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Even terugkijken...
Hoe maak je een basis zin?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De basis zin met tijd:
onderwerp - werkwoord - tijd - rest
الموضوع - الفعل - الزمن - الباقي
підмет - дієслово - час - решта
sujeito - verbo - tempo - resto
mowduuc - ficil - waqti - intiisa kale


















Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp - werkwoord - tijd rest
De man loopt om 8 uur naar school
Ik pak in de avond mijn telefoon
De hond slaapt 's middags in de tuin
Mijn moeder kookt op zondag met mijn zus

Slide 29 - Tekstslide

الموضوع - الفعل - الباقي
підмет - дієслово - решта
sujeito - verbo - resto
mowduuc - ficil - intiisa kale
onderwerp – werkwoord – tijd - rest

speelt / in de tuin / op zondag / de hond

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp – werkwoord – tijd - rest

lezen / de studenten / in de bibliotheek / op vrijdag

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp – werkwoord – tijd - rest

werkt / elke dag / in het ziekenhuis / de dokter

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp – werkwoord – tijd - rest

voetballen / op zaterdag / de jongens / op het veld

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp – werkwoord – tijd - rest

leren / de kinderen / op school / elke week

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp – werkwoord – tijd - rest

rijdt / op maandag / naar zijn werk / Ali

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp – werkwoord – tijd - rest

zingen / de meisjes / elke ochtend / in de klas

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp – werkwoord – tijd - rest

fietsen / de mensen / op straat / elke dag

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp – werkwoord – tijd - rest

doucht / in de badkamer / elke ochtend / mijn broer

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp – werkwoord – tijd - rest

zwemmen / in het zwembad / op vrijdag / wij

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies