Workshop Bloed

Workshop BLOED
Voor jullie!
Door: Daisy en Anique
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
PDGHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Workshop BLOED
Voor jullie!
Door: Daisy en Anique

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Lesdoelen
Quiz
Bloed vs inspanning
Theorie
Venapunctie
Evalueren

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide






Quiz time! 

Slide 4 - Tekstslide

Welk antwoord is juist?
A
Hoe langzamer je hartslag zakt, hoe fitter je bent
B
De gem. rusthartslag van een volwassene zit tussen de 50 en 60 per minuut
C
Een functie van het hart is het rondpompen van bloed door het lichaam
D
Bij inspanning heeft je lichaam minder zuurstof nodig

Slide 5 - Quizvraag

Bloed bestaat uit verschillende onderdelen.
Wat is geen onderdeel van bloed?
A
Bloedcomplement
B
Bloedplasma
C
Bloedplaatjes
D
Bloedcellen

Slide 6 - Quizvraag

Door lichamelijke inspanning pompt je hart sneller.
Je bloed stroomt dan sneller. Hierdoor
A
gaat er meer koolstofdioxide naar de cellen
B
gaat er meer zuurstof naar de cellen

Slide 7 - Quizvraag

Wat gebeurt er met het bloed bij inspanning?
A
Het wordt sneller door het hart gepompt.
B
Er komt meer hemoglobine in het bloed.
C
Het wordt anders verdeeld in het lichaam.
D
Je krijgt meer bloed.

Slide 8 - Quizvraag

Als bloed langs de longen stroomt, dan zit dat bloed in de...
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop
C
Maag
D
Nieren

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een normale bloeddruk?
A
Diastolische druk = 80 Systolische druk = 120
B
Diastolische druk = 20 Systolische druk = 180
C
Diastolische druk = 120 Systolische druk = 80
D
Diastolische druk = 180 Systolische druk = 20

Slide 10 - Quizvraag

Wat is juist over de verbranding van glucose in een cel?
A
Anabool proces; kost energie
B
Katabool proces; kost energie
C
Anabool proces; energie komt vrij
D
Katabool proces; energie komt vrij

Slide 11 - Quizvraag

Bij inspanning gaat een groot deel van je bloed naar je verteringsorganen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Hartslag
- Rusthartslag: tijdens ontspannen toestand


- Trainingshartslag: tijdens fysieke inspanning


- Maximale hartslag: op het punt van maximale uitputting


- Herstelhartslag: na fysieke inspanning

Slide 14 - Tekstslide

Test rusthartslag
Zoek met een vinger in je hals of pols naar de slagader. 
Je voelt deze kloppen aan de oppervlakte.
Je gaat 15 seconden lang het aantal slagen tellen.
Het aantal slagen wat je hebt geteld doe je x 4. 
Dit is je rusthartslag per minuut.

Slide 15 - Tekstslide

Oefenen
Hartslag in rust
Hartslag na inspanning
Vervolgens na 2 minuten weer opmeten

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Benoem een proces welke verandert in het lichaam tijdens inspanning:

Slide 24 - Woordweb

Benoem 2 manieren van bloedafname:

Slide 25 - Woordweb

Feedback naar aanleiding van de workshop voor Daisy en Anique

Slide 26 - Open vraag