Psychische stoornissen


Psychische stoornissen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les


Psychische stoornissen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

Aan het eind van deze les;

- Weet je wanneer gesproken wordt van een psychische stoornis.

- Kun je benoemen wat afwijkend gedrag is.

- Kun je benoemen welke psychiatrische stoornissen vooral voorkomen bij mensen met een verstandelijke beperking

- Kun je deze psychiatrische stoornissen toelichten en de kenmerken benoemen. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afwijkend gedrag
Wanneer is gedrag
'afwijkend'?

Slide 4 - Tekstslide

Afwijkend gedrag= als het gedrag in strijd is met de algemeen geaccepteerde normen. Andere termen: deviant, grensoverschrijdend, ongewenst.
Visie op psychische aandoeningen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorzieningen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Life Events

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychiatrische stoornissen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stemmingstoornissen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychiatrische stoornissen en GHZ
Cliënten met een verstandelijke beperking lopen een veel groter risico op psychische stoornissen. Hier spelen zowel biologische, sociale, psychologische als ontwikkelingsfactoren een rol.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PTSS
Mensen met een verstandelijke beperking hebben
een verhoogde kans op het ontwikkelen van PTSS.  

Zij maken, vergeleken met de algemene populatie, meer
potentieel traumatische gebeurtenissen mee zoals
interpersoonlijk geweld of seksueel misbruik.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnostiek en behandeling
Diagnostiek bij mensen met een EVB wordt bemoeilijkt doordat PTSS-symptomen lastig
te herkennen zijn. 

Als PTSS-symptomen wel worden herkend bij deze verbaal zeer beperkte
doelgroep, is het de vraag welke traumabehandeling kan worden ingezet. 
EMDR zou mogelijk passend kunnen zijn, gezien de bewezen positieve effecten bij
normaal begaafde kinderen en de positieve bevindingen uit recent onderzoek naar de
haalbaarheid en potentiële effectiviteit van EMDR bij mensen met een lichte verstandelijke beperking. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen PTSS GHZ
PTSS-symptomen zich bij hen waarschijnlijk in (problematisch) gedrag. 
Zo kan het zijn dat PTSS symptomen worden gezien als op zichzelf staand
probleemgedrag, terwijl woedeaanvallen, zelfdestructief gedrag en agressie ook een symptoom
van PTSS kunnen zijn. 

Nu is probleemgedrag zoals zelfverwonding, stereotiep en agressief gedrag, in de
praktijk vaak sowieso al moeilijk te begrijpen en het is bij deze doelgroep de grootste reden tot het zoeken van hulp.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Angst en stemmingstoornissen
Stemmings- en angststoornissen komen bij mensen
met een verstandelijke beperking vaak voor.
Het is ingewikkeld om deze psychische problemen
te herkennen, omdat de cliënt vaak niet goed kan
communiceren over wat hij/zij voelt en ervaart. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedragssignalen
Symptomen van stemmings- en angststoornissen zien we daarom vooral terug in gedragssignalen.
Niet zelden ervaren we deze gedragssignalen als ‘probleemgedrag’. 
Deze gedragssignalen zijn vaak heel algemeen, niet ‘typisch’ voor deze stoornissen:
Agressie, zelfverwonding, zich terugtrekken,
eetproblemen, slaapproblemen, weigeren van
deelname aan activiteiten, middelengebruik.

Slide 15 - Tekstslide

Diagnostiek van psychische problemen is daarom per definitie ingewikkeld en omgeven met onzekerheden. We spreken daarom ook liever van
een ‘werkhypothese’ dan van een ‘diagnose’. 
De cliënt is voor herkenning van psychische problemen
afhankelijk van de betrokkenen:
Aandachtspunten 
Bij mensen met een verstandelijke beperking is het veel zinvoller om het gedrag van de cliënt te vergelijken met het gedrag dat de cliënt eerder in
zijn/haar leven liet zien: 

Wat doet de cliënt nu, wat we eerder niet bij hem herkende? 
Of wat laat de cliënt nu niet meer zien, 
waar ze eerder juist heel actief was? 
En hoe lang zijn die veranderingen al gaande?

Slide 16 - Tekstslide

Deze verschillen kunnen, wanneer gecombineerd
met de classificatiesystemen, of diagnostische
vragenlijsten, richting geven in de diagnostiek.
Hierbij is het van belang om specifiek te letten op
Psychotische stoornis
Bij psychoses horen verschillende symptomen, maar moet je ook aan bepaalde criteria voldoen om de diagnose psychose te stellen. 
Zo komen wanen en hallucinaties voor naast chaotisch gedrag, maar moet
(om het een psychose te mogen noemen) er ook  sprake zijn van een duur van minstens een dag aan een stuk door 
(voor de kortdurende psychotische stoornis).

Behandeling: Medicamenteus / antipsychotica. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiding

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GHZ en psychiatrie


‘Het is niet altijd dat, '
wat het lijkt te zijn.


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies