SOAP rapporteren en evalueren

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
Aan het einde van de les: 
  • Kun je de begrippen waarnemen, observeren en signaleren uitleggen
  • Kun je het belang van de SOAP methode uitleggen
  • Kun je de werking van TIME rapporteren uitleggen 
  • Heb je geoefend met de SOAP methode 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vaardigheden in het beroepsmatig handelen:

Vaardigheden in het beroepsmatig handelen:
* Waarnemen
*Observeren
*Signaleren
*Rapporteren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waarnemen?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verhaal van de olifant 

Slide 6 - Tekstslide

Meer dan mijn zintuigen
Verhaal van de blinden en de olifant
In een land hier ver vandaan woonde een heel wijze koning. Iedereen had respect voor zijn grote wijsheid. Bij moeilijke problemen gingen de mensen altijd naar hem toe om zijn mening te vragen en op alles wist de wijze koning een antwoord.
Op een dag kwamen er een paar geleerden bij de koning. Ze hadden ruzie, omdat ze het niet eens konden worden over de vraag hoe de wereld is ontstaan. Allemaal vonden ze dat ze
gelijk hadden.
Toen de koning hoorde wat het probleem van de geleerden was, liet hij een dienaar komen.
‘Dienaar!’ zei hij, ‘ik wil dat jij voor mij vier blinde mannen gaat halen. Zoek ze zo snel mogelijk op – vier blinde mannen heb ik nodig. Het maakt niet uit hoe oud ze zijn, hoe rijk of hoe slim. Als ze maar blind zijn.’ De bediende ging gauw op pad en zocht in de straten van de stad naar vier blinde mannen. Toen de blinden in het paleis waren aangekomen, riep de koning zijn stalknecht bij zich. Hij gaf hem de opdracht: ‘Zet een van de koninklijke
olifanten op het veldje achter het paleis. En zorg dat hij daar blijft staan.’ Zo gebeurde het.
Tegen de ruziemakende geleerden zei de koning: ‘Let op. Nu zal ik jullie laten zien wie van jullie er gelijk heeft.’ Hij liet de vier blinde mannen naar de olifant brengen, één bij de staart, één bij een poot en één bij de buik. ‘Ik wil dat jullie iets voor mij doen,’ zei de koning tegen de blinden. ‘Jullie moeten goed voelen aan de olifant, zodat je mij straks
kunt vertellen hoe een olifant eruit ziet.’ De vier mannen voelden. ‘Een olifant lijkt eigenlijk nog het meest op een slang,’ zei de eerste blinde, die bij de slurf was neergezet. ‘Niet waar!’ riep de tweede. Hij was door de bediende bij de staart van de olifant gezet. ‘Een olifant lijkt nog het meest op een bezem, met van die stugge haren aan het eind.’ De derde blinde, die een poot had gevoeld, was verbaasd. ‘Hebben wij het echt over dezelfde olifant?’ zei hij. ‘Ik heb heel goed gevoeld, maar wat ik voelde leek echt helemaal niet op een slang of een
bezemsteel. Nee, een olifant lijkt eigenlijk nog het meest op een soort dikke pilaar.’ ‘Wat een onzin!’ riep de vierde. Hij had de buik gevoeld. ‘Een olifant voelt net zoals een tapijt!’ Na
een tijdje stonden alle vier de blinden door elkaar heen te schreeuwen. ‘Een slang!’ ‘Een pilaar!’ ‘Niet waar!’ Ze konden het er niet over eens worden hoe een olifant eruit zag.
De koning en de geleerden stonden er een tijdje naar te kijken. Toen zei de koning: ‘En, beste geleerden – wie van de vier blinden heeft er nou gelijk?’ De geleerden dachten even na. ‘Allemaal,’ zei er een. ‘Geen van allen,’ vond een ander. De koning glimlachte. ‘Jullie
maken ruzie over de vraag wie het best weet hoe de wereld is ontstaan,’ zei hij. ‘Daarmee lijken jullie net die vier blinden. Je denkt dat je alles weet, maar eigenlijk ken je maar een heel klein stukje van de waarheid.’ 
Waarnemen
Waarnemen:
  • Opnemen van informatie d.m.v. de zintuigen
  • Onbewust, de hele dag, elk moment
  • Selectief waarnemen: Je bepaalt (bewust of onbewust) zelf wat je wilt waarnemen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarnemen
  • Oren= luisteren
  • Ogen= kijken
  • Tastzin= voelen
  • Reukzin= ruiken
  • Smaakzin = proeven

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen waarnemen en observeren?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Observeren

Bewust, doelgericht iets waarnemen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaleren
  • Het vaststellen van veranderingen bij de zorgvrager. 
  • Signaleren van veranderingen kan leiden tot acties.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is rapporteren?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rapporteren
Het schiftelijk/mondeling verslag doen van gebeurtenissen of situaties die zijn waargenomen. 

Je rapporteert het zorgproces van de zorgvrager

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie rapporteren er in een zorgdossier ?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

rapportage
Wie rapporteert: 
Evver, verpleegkundige, verzorgende, arts, fysio, ergo 
(alle betrokken disciplines) 
Hoe gaat dat bij jullie?

Wat rapporteer je: 
Alle informatie die belangrijk is voor goede zorgverlening. 
Bijvoorbeeld hoe het gaat met iemand, evt problemen, behaalde doelen, veranderingen, wensen, afspraken, etc.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOAP methode
S: subjectieve gegevens
O:objectieve gegevens
A: analyse van het probleem
P: planning

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

SOAP methode
S: Subjectieve gegevens
O: Objectieve gegevens
A: Analyse van het probleem
P: Planning

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOAP methode
  • De SOAP-methode structureert het rapporteren. 
  • Beter overzicht 
  • biedt veel mogelijkheden om beter te observeren, 
  • biedt mogelijkheden om te analyseren
  • zorgt voor betere zorgplannen 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOAP methode

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOAP methode
Objectief: 
De directe observatie van de situatie 
Het gedrag van de cliënt zoals de medewerker dit waarneemt.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOAP methode
Analyse: 
Een conclusie getrokken uit de subjectieve en objectieve gegevens die de medewerker heeft verzameld.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOAP methode
Plan: 
Wat de medewerker vervolgens gaat doen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOORBEELD RAPPORTAGE VOLGENS SOAP
Subjectief:
Mevrouw weigerde haar middag-medicijnen en zei dat ze ze niet meer wilde hebben. 
Objectief:
Werd onrustig en raakte van streek.
Analyse: 
Weigert in de regel geen medicijnen, maar ik heb pas kort geleden met mevrouw kennisgemaakt en ze kent me niet goed.
Plan:
Ik zal wat tijd samen met haar doorbrengen zodat ze meer vertrouwd raakt met mijn gezelschap en vraag haar of zij de medicijnen later wil innemen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen rapportage via systeem

* Dwingt tot nauwkeurigheid en volledigheid
* Bevordert zorgvraag-gerichte overdracht
* Geschreven vanuit feitelijke verzorgingssituaties

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wees specifiek!
Niet zo.. 
Mw ging vandaag vaak naar het toilet.

Maar zo..
Mw ging vandaag 5x naar het toilet , normaal is dit 3x

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips 
  • Schrijf respectvol
  • Vermeld afspraken
  • Beschrijf alleen feiten, vermeld het als jij je mening geeft
  • Rapporteer niet vanuit emotie
  • Stel geen diagnoses als je niet bevoegd bent
  • Reageer op eerdere rapportages
  • Vermijd vaktaal en afkortingen (die andere niet begrijpen)
  • Let op taal,-schrijf en typefouten
  • Schrijf kort, krachtig en volledig
  • Verwijs waar kan naar het Zorgleefplan

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de A voor in SOAP
A
Analyse
B
Actie
C
Argument
D
Antwoord

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw gaat te weinig naar haar
familie toe
is een correcte objectieve rapportage

A
Waar
B
Niet Waar

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw gaat te weinig naar haar
familie toe.
 Hier wordt een waardeoordeel uitgesproken en is
niet objectief.
S: Mevrouw komt naar mij toe en zegt dat zij haar familie mist.
O:  Familie komt 1x per maand op bezoek.
 A: In de beleving van mevrouw is dit te weinig.
 P: Bespreekbaar maken met familie. Ik zal de eerste contactpersoon bellen en dit bespreken.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meneer was erg onrustig
Is correct gerapporteerd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meneer was erg onrustig.
Dit is niet concreet. Wat is onrustig in de situatie van meneer?

S: Meneer was onrustig vandaag.
O: Meneer liep veel heen en weer. Stond tijdens de maaltijd vijf keer op en riep hard “hallo” door de gang. Meneer kon niet gerustgesteld worden.
A: De onrust bij meneer was meer dan gisteren.
 P: Morgen en de komende dagen meneer blijven observeren en hierover rapporteren. Indien na
twee dagen geen vermindering, overleg met arts of psycholoog

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

S
O
A
p
Tijdens de verzorging zei meneer dat hij misselijk
was
Meneer werd tijdens de verzorging wit in het
gezicht en werd wat stil. Bij het overeind gaan zitten draaide de heer met zijn ogen.
Controles gedaan. Bloeddruk en hartslag hoger
dan normaal 
(zie metingen) 
Arts gebeld. De arts komt voor 10.00 uur bij
meneer langs. Meneer in overleg in bed laten liggen

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies