4 VWO §4.3
1 / 13
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
0
Slide 4 - Video
0
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
De maximale snelheid van de parachutist is:
A
9.81 m/s^2
B
100 m/s
C
50 m/s
D
55 m/s
Slide 8 - Quizvraag
De hoogte waarvan de parachutist gesprongen is, is gelijk aan:
A
De maximale snelheid * eindtijd
B
v*t
C
De oppervlakte onder de grafiek
D
De helling van de grafiek
Slide 9 - Quizvraag
De valversnelling op aarde is gelijk aan
A
De oppervlakte onder de raaklijn op t=20 s
B
De oppervlakte onder de raaklijn op t=0
C
De helling van de raaklijn op t=20 s
D
De helling van de raaklijn op t=0 s
Slide 10 - Quizvraag
Vind er altijd een netto kracht op de parachutist plaats?
A
Nee want na 55 seconde is de snelheid nul
B
Jazeker want de oppervlakte onder de grafiek is positief
C
Nee want de snelheid is af en toe constant
D
Ja want hij ondervind altijd zwaartekracht
Slide 11 - Quizvraag
Als je van de v-t grafiek een s-t grafiek zal maken dan:
A
De s-t grafiek stijgt alleen maar
B
De s-t grafiek stijgt en daalt
C
De s-t grafiek bestaat uit een horizontale lijn
Slide 12 - Quizvraag
Als je van de v-t grafiek een a-t grafiek zal maken dan:
A
De a-t grafiek stijgt alleen maar
B
De a-t grafiek stijgt en daalt
C
De a-t grafiek bestaat uit een horizontale lijn
