5.2 Vrijmaken van energie

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is ATP?
A
Een enzym dat betrokken is bij de aerobe dissimilatie
B
Een receptor die de cel aanzet tot de verbranding van meer glucose
C
Een chemische energiedrager voor de meeste processen in de cel

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Waar of niet waar?

ATP ► ADP + P + energie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Verschil tussen aerobe en anaerobe dissimilatie.
Welke bewering is juist?
A
Aeroob is met zuurstof Anaeroob is zonder zuurstof
B
Aeroob is zonder zuurstof Anaeroob is met zuurstof
C

Slide 5 - Quizvraag

De eerste energie die een spier bij activiteit gaat gebruiken komt uit de fosfaataccu. Dit is
A
ADP en DNA
B
ATP en CP
C
ADP en CP
D
CP en DNA

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Waar in de cel vindt de anaerobe dissimilatie plaats?
A
Mitochondrien
B
Celkern
C
Ribosomen
D
Grondplasma

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

In welk organel wordt glucose met behulp van zuurstof verbrand?
In het......

Slide 10 - Open vraag

Wat levert het meeste energie op wanneer 1 glucose-molecuul wordt verbrand?
A
Anaerobe dissimilatie
B
Aerobe dissimilatie

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Als een spier gaat werken heeft hij energie nodig. De volgorde van de bronnen van energie zijn gedurende de eerste 80 seconden:
1
2
3
4
aerobe dissimilatie
anaerobe dissimilatie
aanwezige ATP
CP

Slide 13 - Sleepvraag

timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel ATP levert de anaerobe dissimilatie op?
A
1
B
2
C
38
D
40

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel ATP levert de gehele aerobe dissimilatie op?
A
1
B
2
C
38
D
40

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Een overschot aan glucose wordt in de lever- en spiercellen opgeslagen als:

Slide 20 - Open vraag