Haakjes wegwerken

Hoofdstuk 11
Ontbinden in factoren
Les 1
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 11
Ontbinden in factoren
Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog?
Wat is een factor?
Wat is een product?

Slide 2 - Tekstslide

Tegengestelde bewerkingen
optellen is tegengesteld aan aftrekken
vermenigvuldigen is tegengesteld aan delen 
kwadrateren is tegengesteld aan worteltrekken
haakjes wegwerken is tegengesteld aan ontbinden

Slide 3 - Tekstslide

Ontbinden in factoren
In dit hoofdstuk gaan we dus het tegengestelde doen als haakjes wegwerken; we gaan de haakjes weer tevoorschijn halen.
Maar wat zijn dan factoren?

Slide 4 - Tekstslide

Onderdelen van een berekening
12m + 2b - 5m = u
17 x 3 = 51
De variabele u is het resultaat van een optelling. U wordt de SOM van deze berekening genoemd
12m wordt in deze berekening opgeteld (bij -5m). Wanneer een getal onderdeel is van een optelling wordt het een TERM genoemd.
In een andere berekening kan 12m gezien worden als een PRODUCT: het resultaat van een vermenigvuldiging. 
51 is het PRODUCT. Het is het resultaat van een vermenigvuldiging. In dit geval van de 'gewone' getallen 3 en 17.
Je kunt ook een product vinden als 12m. Het resultaat van de vermenigvuldiging van 12 met m.
In deze berekening is 17 een FACTOR. Het getal wordt gebruikt in een vermenigvuldiging. De andere factor in deze rekensom is 3.

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf de volgende formule korter:
4f + 7d + 19d - 13f - 2d + 6 = m

Slide 6 - Open vraag

Schrijf de volgende formule korter:
4(17 - 2b) -2(5b + 3) = h

Slide 7 - Open vraag

Uitleg enkele haakjes wegwerken

Slide 8 - Tekstslide

3

Slide 9 - Video

00:09-00:12
Bekijk en beluister de video
en beantwoord de vragen

Slide 10 - Tekstslide

00:39
Welke voorbeelden zijn gelijksoortig?
A
4 en 9
B
a en b
C
5f en -3f
D
3g en 3k

Slide 11 - Quizvraag

04:30-04:33
In plaats van boogjes of een rechthoek kun je ook een vermenigvuldigingstabel gebruiken.

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf de formule zonder haakjes:
t = 5(2r - 4,5)

Slide 13 - Open vraag

Waar zijn de haakjes op de juiste manier weggewerkt?
A
5(v + 9) = 45v
B
-2(2f + 3) = -4f + 1
C
3(7 - 3g) = 21 + 9g
D
8(2,5r - 2) = -16 + 20r

Slide 14 - Quizvraag

Op welke manier kun je
de oppervlakte van het
grasveld berekenen?
A
Opp = 30 - 16a
B
Opp = 16 x 30 - 30a
C
Opp = 30 x 16a
D
Opp = 30 x 16 - a

Slide 15 - Quizvraag

Hoe werk je dubbele haakjes weg?
Schrijf zonder haakjes: c = (a + 7)(a - 3)
Vermenigvuldigingstabel
c=a2+7a3a21
c=a2+4a21
3 manieren!
gebruik er één

Slide 16 - Tekstslide

Hoe werk je dubbele haakjes weg?
Schrijf zonder haakjes: c = (a + 7)(a - 3)
Vermenigvuldigingstabel
c=a2+7a3a21
c=a2+4a21
Boogjesmethode
3 manieren!
gebruik er één

Slide 17 - Tekstslide

Hoe werk je dubbele haakjes weg?
Schrijf zonder haakjes: c = (a + 7)(a - 3)
Vermenigvuldigingstabel
c=a2+7a3a21
c=a2+4a21
Boogjesmethode
Rechthoekmethode
3 manieren!
gebruik er één

Slide 18 - Tekstslide

Schrijf zonder haakjes:
y = (3x - 2)(x + 6)

Slide 19 - Open vraag

Schrijf zonder haakjes:
y = (3x - 2)-2(x + 6)

Slide 20 - Open vraag

Waar is de formule k = (7 - 2m)(2m + 3) op een juiste manier zonder haakjes geschreven?
A
k=25m2
B
k=4m2+10
C
k=4m2+8m+21
D
k=4m2+14m+10

Slide 21 - Quizvraag

Einde les
Opdracht: maak V1, V3 en V5abc in je schrift.

De volgende les ga je in Numworx aan de slag.
Je maakt de module
"haakjes uitwerken (1)"

Slide 22 - Tekstslide