Juni Mier - Opdracht in de klas
1 / 7
Lesduur is: 30 minIntroductie
De opdracht van de maand hoort bij de jaarkalender van de tentoonstelling De DierenAcademie in Museum Volkenkunde, Leiden. De opdrachten zijn bedoeld als verwerking na het museumbezoek, voor in de klas of in de gymzaal. Iedere maand is gekoppeld aan een dierdocent van de DierenAcademie en behandelt en/of verdiept een thema rondom het dier en de mens-dier relatie.
Werkbladen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Voor de leerkracht
De DierenAcademie opdracht van de maand juni bestaat uit 7 slides en start in de klas en wordt daarna in de gymzaal gespeeld.
Slide 2: De hotspots geven in een aantal zinnen aan dat het in deze opdracht om samenwerken gaat.
Slide 3: Introductie met video van een aflevering van de Buitendienst (3:20 minuten). In de notities staat een extra toelichting over de les van de mieren.
Slide 4: Reclamespotje van Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn.
Slide 5: Samenwerkspel 1 'Niemand is de baas'
Slide 6: Samenwerkspel 2a en 2b: 'Met droge voeten naar de overkant'
Slide 7: Verhaal 'Wat ik van mieren leerde' van Reinier Artist (zie bijgevoegde pdf)
Slide 7: Verhaal 'Wat ik van mieren leerde' van Reinier Artist (zie bijgevoegde pdf)
Slide 2 - Tekstslide
De hotspots op deze slide geven met aantal zinnen aan dat het in deze opdracht om samenwerken gaat.
Slide 3 - Tekstslide
Aflevering van de Buitendienst 'Wie is de baas bij de mieren?' Duur: 3:20 minuten.
Informatie
Mieren zeggen nooit ‘Ik’. Mieren zijn geen ikken. Mieren zijn ‘Wij’, sociale dieren. Ze leven in een nest met de hele groep, de mierenkolonie. Een mierenkolonie heeft één moeder, de koningin. Voordat ze haar kolonie stichtte, is ze in de lucht bevrucht door een of meer mannetjes die net zo hoog vliegen als zij. De zaadcellen slaat ze op voor de rest van haar leven. De mannetjes vallen dood neer. Hun taak zit erop. De rest van de kolonie zijn de vrouwtjes. Vrouwtjesmieren werken als nestbouwers, bewakers, schoonmakers, voedselverzamelaars, geursporenmakers, kinderverzorgers, verkenners, politieagenten, wegwerkers, bruggenbouwers en soldaten. Ze hebben geen baas die zegt wat ze moeten doen. Iedereen weet wat haar te doen staat. Mieren werken samen en beschermen de natuur. Ze zijn met héél veel. Wereldwijd leven er zo'n 12.000 mierensoorten. Dat zijn in totaal ongeveer 10 quadriljoen mieren. Een 10 met 24 nullen: 10.000.000.000.000.000.000.000.000.
Mieren zeggen nooit ‘Ik’. Mieren zijn geen ikken. Mieren zijn ‘Wij’, sociale dieren. Ze leven in een nest met de hele groep, de mierenkolonie. Een mierenkolonie heeft één moeder, de koningin. Voordat ze haar kolonie stichtte, is ze in de lucht bevrucht door een of meer mannetjes die net zo hoog vliegen als zij. De zaadcellen slaat ze op voor de rest van haar leven. De mannetjes vallen dood neer. Hun taak zit erop. De rest van de kolonie zijn de vrouwtjes. Vrouwtjesmieren werken als nestbouwers, bewakers, schoonmakers, voedselverzamelaars, geursporenmakers, kinderverzorgers, verkenners, politieagenten, wegwerkers, bruggenbouwers en soldaten. Ze hebben geen baas die zegt wat ze moeten doen. Iedereen weet wat haar te doen staat. Mieren werken samen en beschermen de natuur. Ze zijn met héél veel. Wereldwijd leven er zo'n 12.000 mierensoorten. Dat zijn in totaal ongeveer 10 quadriljoen mieren. Een 10 met 24 nullen: 10.000.000.000.000.000.000.000.000.
Overal werken mieren voor de natuur. Ze bewerken de bodem en slepen met zaden. Zonder mieren zouden er veel minder planten en dieren bestaan.
De les van de mieren luidt: werk samen zonder dat iemand de baas speelt!
Slide 4 - Tekstslide
Reclamespotje van delijn.be uit 2013, duur 30 seconden.
Slide 5 - Tekstslide
Samenwerkspel voor in gymzaal
Spel 1: Geef de hoepel door
Spel 1: Geef de hoepel door
Benodigdheden: een hoepel
De leerlingen staan in een grote kring met de handen vast. Tussen twee leerlingen wordt de hoepel aan 'gehangen'. De leerlingen laten de hoepel de kring rond gaan met hun lijf, zonder de handen los te laten.
Slide 6 - Tekstslide
Samenwerkspel voor in gymzaal
Spel 2b: Met droge voeten naar de overkant (variant voor groep 3/4/5)
Spel 2a: Met droge voeten naar de overkant (variant voor groep 6/7/8)
Benodigdheden: circa 10 gymmatten (formaat 100x150cm)
Benodigdheden: circa 10 gymmatten (formaat 100x150cm)
Verdeel de klas in groepjes van 5 leerlingen. Ieder groepje krijgt 2 matten die achter elkaar, in de lengte, tegen de achterwand van de gymzaal worden geplaatst. De groepjes verdelen zich over de twee matjes en proberen zo snel mogelijk naar de overkant te komen zonder van de matjes te stappen, dus met 'droge voeten'.
Spel 2b: Met droge voeten naar de overkant (variant voor groep 3/4/5)
Benodigdheden: circa 14 hoepels (doorsnee 80cm)
Verdeel de klas in groepjes van drie leerlingen. Ieder groepje krijgt 2 hoepels die achter elkaar, in de lengte, tegen de achterwand van de gymzaal worden geplaatst. De hoepels zijn een vlot en alleen in de hoepel hou je droge voeten. De groepjes verdelen zich over de twee hoepels en proberen zo snel mogelijk naar de overkant te komen zonder van uit de hoepel te stappen.
Slide 7 - Tekstslide
Gebruik de bijgevoegde pdf met het verhaal van Reinier Artist: 'Wat ik van mieren leerde'
Foto: Frank Ruiter / Lumen
