Organisaties in de gespecialiseerde opvang

Organisaties in de gespecialiseerde opvang
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Organisaties in de gespecialiseerde opvang

Slide 1 - Tekstslide

In Nederland is nog maar weinig bekend over non verbale leerstoornissen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Shakenbabysyndroom kan een oorzaak zijn van niet aangeboren hersenletsel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Hooggevoeligheid kan worden vastgesteld met een diagnose
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Lesdoelen
- Op het einde van de les weet ik de verschillen tussen geïntegreerde opvang, doelgroepen opvang en gespecialiseerde opvang.
- Op het einde van de les weet ik welke soorten gespecialiseerde opvang er zijn en welke verschillende disciplines daarbij betrokken zijn.
- Op het einde van de les weet ik hoe ik de begeleiding van het kind afstemt met ouders, verzorgers en andere betrokkenen.
- Op het einde van de les kan ik uitleggen wanneer een kind in aanmerking komt voor specifieke gespecialiseerde opvang.

Slide 5 - Tekstslide

Overzicht gespecialiseerde opvang

- Geïntegreerde opvang
- Doelgroepenopvang
- Gespecialiseerde opvang

Slide 6 - Tekstslide

Geïntegreerde opvang/doelgroepenopvang
- Kinderen met een specifieke zorgvraag worden opgevangen in een reguliere opvang.

- Coaching on the job door bijvoorbeeld een jeugdzorg medewerker.

Slide 7 - Tekstslide

Gespecialiseerde opvang
Voor kinderen die niet terechtkunnen in de reguliere opvangvoorziening.

- Medisch kinderdagverblijf
- Kinderopvang plus
- Behandelgroepen in de jeugdzorg
- etc.

Slide 8 - Tekstslide

Waarom gespecialiseerde opvang?

Slide 9 - Tekstslide

Waarom?
- Het kind heeft nog geen diagnose.
- Het kind heeft specifieke ondersteuning nodig die de reguliere opvang niet kan bieden.
- Het kind wordt geweigerd (veiligheid, samenwerking met ouders).
- De ouders vinden dat het kind niet op zijn plaats is in de reguliere opvang.

Slide 10 - Tekstslide

Multidisciplinaire samenwerking
Anouk van twee jaar oud heeft coördinatieproblemen. De fysiotherapeut oefent haar coördinatie op een skippybal. Ook de pedagogisch medewerkers voeren deze oefeningen op aanwijzing van de fysiotherapeut uit.

Slide 11 - Tekstslide

multidisciplinaire samenwerking
- Orthopedagoog
- Kinderrevalidatie arts
- Arts verstandelijke gehandicaptenzorg (AVG)
- Kinderfysiotherapeut
- Kinderergotherapeut
- Kinderlogopedist
- Vaktherapeuten

Slide 12 - Tekstslide

Samenwerking met externe organisaties
- Team integrale vroeghulp (kinderarts, revalidatiearts, orthopedagoog, casemanager en coördinator) bij twijfels over de ontwikkeling van een kind.
- Steunpunt gespecialiseerde opvang (voor ouders en PM'rs, consultatie, observatie en advies)
- Sociale wijkteams (aanspreekpunt voor zorg en ondersteuning in een wijk of gemeente)

Slide 13 - Tekstslide

Tijdelijke hulp
- Gespecialiseerde opvang is niet blijvend, de duur is bijna altijd maximaal één jaar.
- Uitgangspunt is: gewoon waar mogelijk, speciaal waar nodig.
- Daarom: afstemming met reguliere opvang en school, samenwerking met ouders en gezinsbegeleiding.

Slide 14 - Tekstslide

Afstemming
Voorafgaand de plaatsing: zo een compleet mogelijk beeld krijgen van het kind (hoe gedraagt het kind zich op de opvang en op school, zijn hier verschillen en wat zijn daar de oorzaken van?)

Slide 15 - Tekstslide

Afstemming
Tijdens de plaatsing: behandelafspraken, omgangsadviezen en andere onderdelen van het begeleidingsplan moeten niet alleen uitgevoerd worden in de gespecialiseerde opvang maar ook op school, de reguliere opvang en eventueel thuis.

Slide 16 - Tekstslide

Afstemming
Na de plaatsing: terugplaatsing naar regulier. Veel contact met ambulante begeleiding vanuit de gespecialiseerde opvang/externe organisatie om de terugplaatsing zo goed als mogelijk te laten verlopen.

Slide 17 - Tekstslide

Ontwikkelplan/handelingsplan
- Onmisbaar hulpmiddel in de gespecialiseerde opvang.
1. Beginsituatie beschrijven (informatie uit intake, startpunt)
2. Doelen formuleren
3. Plan maken
4. Uitvoeren
5. Evalueren

Slide 18 - Tekstslide

Specifieke begeleidingsvraag
Als de begeleiding niet geboden kan worden bespreek je dit met de externe organisaties.

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht
- Dagbehandeling jonge kind (DBJ)
- Medisch kinderdagverblijf (MKD)
- Therapeutische peutergroep (TPG)
- Kinderopvang plus
- Naschoolse dagbehandeling tot 12 jaar
- Dagbehandeling of naschoolse dagbehandeling 12 jaar en ouder
- Kinderdienstcentrum (KDC)
- Internaat
- Behandelgroep in de jeugdzorg

Slide 20 - Tekstslide