Security unit 4 'shoplifting'

Unit 4 'shoplifting'
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeveiligingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Unit 4 'shoplifting'

Slide 1 - Tekstslide

What can you do to prevent shoplifitng?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Reading page47+48

Slide 4 - Open vraag

Reading page 48 questions

Slide 5 - Open vraag

To do
Make exercise 2 on page 49

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Make a sentence with the word 'obvious'

Slide 11 - Open vraag

Make a sentence with the word 'peak hour' .

Slide 12 - Open vraag

Make a sentence with the word 'suspicious'.

Slide 13 - Open vraag

Listening page 49

Slide 14 - Open vraag

Put in the right order: George / bus / morning / work / the / every / to / takes

Slide 15 - Open vraag

Word order
Wie               doet           wat/wie            waar          wanneer
They were caught shoplifting in a supermarket last week 
I didn't see her this morning

Slide 16 - Tekstslide

in Spain / for / Jane / has / living / been /for a year

Slide 17 - Open vraag

for ages / teaching / Mr Roberts / has / at school / been / the / class

Slide 18 - Open vraag

We accused him of theft (never)

Slide 19 - Open vraag

adverbs: never, sometimes, seldom
Als er 1 werkwoord in de zin staat, voor het werkwoord: 
We never accused him of theft.
Als er twee of meer werkwoorden in de zin staan, na het eerste werkwoord:
She has often visited our store. 
Als het werkwoord een vorm van  to be (am, are) is na het werkwoord:
They were sometimes really busy. 

Slide 20 - Tekstslide

We have been here before. (never)

Slide 21 - Open vraag

He has watched the CCTV footage. (regularly)

Slide 22 - Open vraag

The man left hotels without paying. (often)

Slide 23 - Open vraag

I am a sociable person. (generally)

Slide 24 - Open vraag

The Test
  • translate words En-Ne + Ne-En
  • Fill in the correct word in the correct sentence. 
  • Find the Synonyms
  • Grammar: choose Much/many and few/little
  • Grammar: word order
  • Grammar: place an edverb in the sentece. 

Slide 25 - Tekstslide

Not (much/many) of my friends go eat there, it is expensive

Slide 26 - Open vraag

You have put way too (much/many) in the tea

Slide 27 - Open vraag

This soup needs (little/few) salt and pepper.

Slide 28 - Open vraag

I only need (few/little) potatoes, one of two will do.

Slide 29 - Open vraag

Word order: in Greece / spend / I / will / next year / my holiday

Slide 30 - Open vraag

wrote / last week / they / at school / a test

Slide 31 - Open vraag

My sister reads the newpaper (often)

Slide 32 - Open vraag

I have been to Australia (never)

Slide 33 - Open vraag

They are on time (seldom)

Slide 34 - Open vraag