4TL Kruisingsschema's extra uitleg

Extra oefenen kruisingen
Extra oefenen met kruisingen
Eerst wordt even kort homozygoot en heterozygoot herhaald
Daarna wordt stap voor stap 1 opgave gemaakt, 
met behulp van het stappenplan
Daarna kan je zelf nog verder oefenen.

Succes!!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Extra oefenen kruisingen
Extra oefenen met kruisingen
Eerst wordt even kort homozygoot en heterozygoot herhaald
Daarna wordt stap voor stap 1 opgave gemaakt, 
met behulp van het stappenplan
Daarna kan je zelf nog verder oefenen.

Succes!!

Slide 1 - Tekstslide

In bijna alle cellen van je lichaam zitten chromosomen. Deze komen in paren voor, want je kijgt er 1 van je vader en 1 van je moeder. 

Slide 2 - Tekstslide

Man XY                  vrouw   XX
  • Opgerold DNA
  • Komen voor in chromosomenparen (twee dezelfde chromosomen)
  • Mensen hebben 23 chromosomenparen (46 chromosomen)

Slide 3 - Tekstslide

Homozygoot

Hetzelfde

De 2 genen voor één erfelijke eigenschap zijn hetzelfde. Je hebt er altijd 2, want je krijgt er 1 van je vader en 1 van je  moeder. 


AA
aa

Slide 4 - Tekstslide

Heterozygoot

Verschillend

De 2 genen voor één erfelijke eigenschap zijn verschillend. Je hebt er altijd 2, want je krijgt er 1 van je vader en 1 van je moeder.  

Aa

Slide 5 - Tekstslide

Oefenopgaven
Hierna komen er een flink aantal snelle oefenopgaven.
Hoe meer jij oefent, hoe beter je de opgaven kunt maken!

                                                     Blijf oefenen 

Slide 6 - Tekstslide

Een haan met gevederde poten wordt gekruist met een kip met kale poten. De haan is heterozygoot voor de eigenschap gevederde poten. Hoe groot is de kans dan een kuiken uit deze kruising (F1) gevederde poten heeft?

Welk gen is dominant?
Is de kip homozygoot of heterozygoot?
Teken daarna het kruisingsschema op kladpapier.
Gevederde poten
Kale poten
homozygoot
heterozygoot

Slide 7 - Sleepvraag

Op de vorige pagina heb je al vragen beantwoord over deze opgave.
Maar wat is nu het antwoord?

Een haan met gevederde poten wordt gekruist met een kip met kale poten. De haan is heterozygoot voor de eigenschap gevederde poten. Hoe groot is de kans dan een kuiken uit deze kruising (F1) gevederde poten heeft?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 8 - Quizvraag

Bij bananen vliegen is het gen voor normale vleugels (B) dominant over het gen voor vleugelstompjes (b). Een vrouwtje dat heterozygoot is voor de vleugelvorm wordt gekruist met een mannetje met vleugelstompjes. Maak het kruisingsschema.
B
b
b
b
Bb
Bb
bb
bb

Slide 9 - Sleepvraag

Een bruine cavia, die voor de eigenschap vachtkleur heterozygoot is, krijgt jongen. Deze jongen zijn verwekt door een wit mannetje. Het eerstgeboren jong is wit.

 
1. De kleuren bruin en wit geven informatie over het .....................................    van de cavia’s

2. De term heterozygoot geeft informatie over het ..................................... van de cavia’s.
Genotype
Fenotype

Slide 10 - Sleepvraag

Een bruine cavia, die voor de eigenschap vachtkleur heterozygoot is, krijgt jongen. Deze jongen zijn verwekt door een wit mannetje. Het eerstgeboren jong is wit.

 
1. Het genotype van de bruine cavia is:

2. Het genotype van de witte cavia is

3. 
Genotype
Bb
BB
bb

Slide 11 - Sleepvraag

Sleep de onderdelen naar het goede vakje
AA
Aa
aa
homozygoot
heterozygoot
drager
alle nakomelingen hebben  hetzelfde fenotype
dominant uiterlijk
recessiefuiterlijk
homozygoot
dominant uiterlijk

Slide 12 - Sleepvraag

Een heterozygote man wordt gekruist met heterozygote vrouw.
Wat is het percentages van de heterozygote nakomelingen?
A
25%
B
0%
C
50%
D
100%

Slide 13 - Quizvraag

Bruine ogen zijn bij de mens dominant over blauwe ogen.
Een man met bruine ogen krijgt een dochtertje met blauwe ogen.
Wat is het genotype van de man?
A
Dat kan je niet weten
B
BB
C
bb
D
Bb

Slide 14 - Quizvraag

Een homozygote vrouw met bruine ogen krijgt meerdere kinderen van een man met blauwe ogen. Blauw is niet dominant.
Hoeveel % kans hebben zij op een kind met blauwe ogen?
A
100%
B
25 %
C
50 %
D
0%

Slide 15 - Quizvraag

Peter is heterozygoot voor het FH-gen. Hanna heeft de ziekte niet en is
homozygoot recessief.
Hoe groot is de kans dat een kind van Peter en Hanna de ziekte FH krijgt?
Sleep het juiste antwoord naar het vinkje.
0%
100%
75%
50%
25%

Slide 16 - Sleepvraag

B
b
B
b
Bij planten zijn ronde bladeren (B) dominant over ovale bladeren (b). De zelfbestuiving van de heterozygote plant levert 100 zaden op. Hoeveel van die zaden verwacht je met ronde bladeren?

                                                                                      Antwoord:
25
50
75
100

Slide 17 - Sleepvraag

Nummer 5 en 6 in de stamboom zijn beiden heterozygoot voor het gen dat taaislijmziekte veroorzaakt. Ze krijgen nog een dochter.
Hoe groot is de kans dat deze dochter geen taaislijmziekte heeft?

Sleep het vinkje naar het goede antwoord.



0%
25%
50%
75%
100%

Slide 18 - Sleepvraag