3.1 Reactiekenmerken

Hoofdstuk 3: Chemische reacties
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: Chemische reacties

Slide 1 - Tekstslide

Chemische reactie






Bij een chemische reactie verdwijnen stoffen én er ontstaan nieuwe stoffen.

  • beginstoffen:  De stoffen die bij de chemische reactie verdwijnen
  • reactieproducten:  de stoffen die ontstaan bij een chemische reactie

Slide 2 - Tekstslide

Chemische reactie: stofeigenschappen veranderen
Beginstoffen                                     Reactieproducten

Slide 3 - Tekstslide

Reactietemperatuur
Waarom gebeuren veel chemische reacties niet zomaar?

Als ik een waxinelichtje aan wil steken, moet ik er bijvoorbeeld een vlammetje bij houden. 

reactietemperatuur: de minimale temperatuur waarbij
een bepaalde chemische reactie verloopt


Slide 4 - Tekstslide

Energie-effect   1/2
Een belangrijk kenmerk van een chemische reactie is het energie-effect.
Elke chemische reactie is exotherm of endotherm

exotherme reactie: 
  • Er komt energie vrij. 
  • Energie komt vrij in de vorm van warmte, licht, en/of geluid. 
  • Houdt zichzelf in stand


Slide 5 - Tekstslide

Energie-effect   2/2
endotherme reactie: 
  • Er is continu energie nodig
  • Dit kan aangevoerd worden door bijv. warmte, licht, of elektriciteit
  • Stopt vanzelf zonder energie aanvoer.


voorbeeld: eitje bakken

Slide 6 - Tekstslide

Reactiesnelheid     
Reactiesnelheid: Hoe snel een reactie verloopt. Dit geeft aan hoeveel stof er per seconde weg reageert of ontstaat. 




Er zijn vijf factoren die invloed hebben op reactiesnelheid.
Je moet ze alle vijf kennen, en kunnen zeggen welke invloed ze hebben.           

Slide 7 - Tekstslide

1. Soort beginstof

De ene stof reageert simpelweg sneller dan de andere stof.

Magnesium + zoutzuur =    snel
Zink + zoutzuur =           langzaam



2. Verdelingsgraad

Hoe fijner de stof verdeeld is, hoe sneller het reageert.

metaal poeder + zoutzuur =     snel
metaal blok + zoutzuur =  langzaam

Slide 8 - Tekstslide

3. Concentratie

Hoe hoger de concentratie van de beginstoffen, hoe sneller het reageert.




4. Temperatuur

Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller het reageert



Slide 9 - Tekstslide

5. Katalysator
Je kunt de reactiesnelheid beïnvloeden door een hulpstof toe te voegen. Een katalysator zorgt ervoor dat een reactie sneller verloopt.

katalysator: een stof die een reactie sneller 
laat verlopen. De katalysator wordt niet verbruikt 
(je kunt hem dus hergebruiken).

enzym: een biologische katalysator

Slide 10 - Tekstslide

Practicum
Reactiesnelheid
Noteer voor elk experiment met welke factor de reactiesnelheid wordt beïnvloed:
  • Soort beginstof
  • Concentratie
  • Temperatuur
  • Verdelingsgraad
  • Katalysator

Slide 11 - Tekstslide

Antoine Lavoisier

Wet van behoud van massa

Slide 12 - Tekstslide

Monsieur Lavoisier
Via verschillende experimenten ontdekte meneer Lavoisier dat er bij reacties altijd een evenwicht is in massa's.

Slide 13 - Tekstslide

De wet van massa behoud:
Massa voor de reactie
massa na de reactie

Slide 14 - Tekstslide

Wet van massabehoud

Slide 15 - Tekstslide

Wet van massabehoud

Slide 16 - Tekstslide