Kassa Opmaak

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkooppraktijkPraktijkonderwijsLeerjaar 2,3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagopstart
kassa tellen


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: pen/stift
  • Laptop ingelogd op de les. 
timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
              Startklaar
Klassen regels: 
1- Wil je wat vragen/zeggen? gebruik je vinger. 
2- Als de docent iets uitlegt, luister je. 
3- Respect voor de les, de docent en de materialen
4- Werken in de winkel, is niet spelen in de winkel

Slide 4 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
                  Kasopmaak
Voor de vakantie hebben we met de kassa gewerkt: 
We leerden wisselgeld terug geven 


Wat kan je straks met deze les?
  • Kassa draaien




Slide 5 - Tekstslide

Voorkennis activeren:
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te geven aan de rest van de les.

Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
Op hoeveel plekken in Den Haag, kan je betalen bij een kassa?
A. 500
B.2.000
C. 6.000
D. 12. 000
C. Meer dan 25.000

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Waar word er een kassa gebruikt?

Slide 7 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
           Leerdoelen
Ik kan mijn kassa correct tellen

 
Ik weet waarom het belangrijk is om de kassa altijd goed te starten. 

Slide 8 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Zo weet je hoeveel geld er in de kassa zit.
Je kunt foutjes met wisselgeld snel vinden.
Je weet wat de omzet is.
Je ziet of je kassa klopt en of je collega 
 geen foutjes heeft gemaakt.
Zo werk je netjes én professioneel. 
Dat hoort bij een goede verkoopmedewerker!

 Waarom is het belangrijk om 
je kassa goed te tellen?

Slide 9 - Tekstslide

Inleiding
Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 

Je kassadienst begint: Waar begin je mee? 
A
Je maakt de kassa schoon
B
Je controleert het kas fomulier met het kassageld
C
je doet de winkeldeur open
D
je vraagt een collega om mee te tellen

Slide 10 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
          Wist je dat?

  • Kassasystemen doen het meeste werk.
  • Tellen gaat vaak nog met de hand
  • Veiligheid voorop staat
  • Met een collega tellen handig is. 

  • Als je kassa draait, ben JIJ verantwoordelijk!

Slide 11 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

            Kasopmaak 
  • De kasopmaak word meestal gedaan door de kassa medewerker. 
  • Deze is ook verantwoordelijk voor de inhoud van de geldlade.
  • Je zorgt dus dat je weet wat er in zit. 
  • Om alles correct te doen vul je kassa opmaak formulieren in. 

Slide 13 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Opdracht:  Dag opstart kassa
Gebruik kasopmaak formulier. 
Verdeel €200,- over de briefjes en munten. 
Totaal: €200,-

Heb je dit klaar, mag je na
controle, je kasgeld bij de 'Bank'  halen. 


 

20x
€1,-
20x
€2,-
€200,-

Slide 14 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Lade indeling
Maak een makkelijke indeling van jouw geld
in de lade zodat je niet het verkeerde muntje pakt. 

Slide 15 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Wat moet er allemaal goed zijn als je kassa klopt?

Slide 16 - Open vraag

Succescriteria
Hiermee maak je leerlingen duidelijk wat er van hen verwacht wordt en welke criteria bepalen of hun werk succesvol is. Dit helpt hen beter te begrijpen waar ze naartoe werken en verhoogt hun focus en motivatie. Door succescriteria te bespreken of samen met leerlingen op te stellen, bevorder je eigenaarschap en geef je hen een concreet kader om hun werk aan te toetsen tijdens en na het uitvoeren van de opdracht.
Controleren:
Vul je naam en klas in, dit is nu jouw kassalade, deze kassala, gebruik je volgende week weer. 
  1. Tel eerst het muntje van €0,05 en  schrijf het aantal op het kasformulier 
  2. Tel alle andere munten en biljetten en vul alles in.
  3. Bereken het totaalbedrag van de kas en vul dat in.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is dit gelukt?
Check in of jouw kassa klopt: 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2: Zakgeld
Iedereen krijg ook nog eens € 20,- zakgeld van de bank. Deze zijn van jou, en niet van je kassa. Hou deze apart.  
Met dit geld, betaal je bij een andere kassa. 


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is dit gelukt?
Check in: heb jij 3 boodschappen genoteerd?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3: Maak de controlesom

 Dagopstart + omzet = verwacht kassaldo.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is dit gelukt?
Check in: wat was jou omzet?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4: Dag afsluiting
KASOPMAAKFORMULIER -Einde dag
Tel de kassa opnieuw (einde dag) 

Maak de som kasverschil: 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is dit gelukt?
Check in: wat was jou omzet?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verantwoordelijkheid:
Vul laatste stukje in. 
Jouw kassa word doorgegeven aan
de klas na deze. 
Dus iemand anders werkt met 
jou kassa!
De lijsten lever je in, geld in je bakje, 
bij je kassalade op je bureau. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De vraag kan hier 
geplaatst worden.
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 27 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
          Periode 3: ik en financiën
  1. Ik kan mijn kassa correct tellen
  2. Ik weet waarom het belangrijk is om de kassa altijd goed te starten.

Tot slot, je geld in de enveloppe je kas formulier
met je naam en je klas op de kado tafel, volgende
week gebruik je deze weer/ 

Slide 28 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 
           Begrippen
           uit deze les

  • ...
  • ...

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket (formatief evalueren)

Zie voorbeelden in de map TOOLS van de gedeelde map.
Je kunt voor meer Exit tickets ook op onderstaande website kijken:

Slide 30 - Tekstslide

Formatief evalueren: 
Het werken met leerdoelen maakt effectief feedback geven mogelijk.
Gedurende de les wordt continue geëvalueerd in hoeverre de leerlingen de leerdoelen
beheersen. Leerlingen gaan pas aan de slag met het volgende leerdoel wanneer zij
aantonen de vorige te beheersen. De docent laat op verschillende manieren weten waar
leerlingen naartoe werken (feed-up), of zij goed bezig zijn (feed-back) en wat de volgende
stap is (feedforward). Deze feedback is niet alleen gericht op een taak/product, maar vooral
ook op hoe leerlingen op een juist antwoord zijn gekomen (proces). Enkele praktische tips
om met formatief evalueren aan de slag te gaan: https://toetsrevolutie.nl/?p=2298 &
https://hetdigitalewerkvormenboek.files.wordpress.com/2020/07/het-digitale-
werkvormenboek.pdf

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ben je blij met het resultaat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Eindslide

Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies