Muziek vragen kua examen

• Kunst algemeen
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Muziek KUA V6 examen

Vraag 1

De muzikale vormgeving is in een aantal opzichten te vergelijken met het ontwerp van de tuinen van Versailles.

Beschrijf 3 overeenkomsten tussen de muzikale vormgeving van de muziek en het ontwerp van de tuinen.

Vraag 2

In de 17e eeuw werd de muzieknotatie uitgebreid en verschenen steeds meer muzieknotaties bij de noten. Termen als 'grave'(langzaam en ernstig), 'allegro' (snel en levendig en 'adagio' (langzaam en rustig) werden ingevoerd. De invoering van dergelijke aanduidingen valt in verband te brengen met de toenemende invloed van affectenleer binnen de kunsten in deze periode.

Geef aan wat deze affectenleer inhoudt en hoe de invoering van tempoaanduidingen daarbij past.

Affectenleer

De Italiaanse componist Monteverdi zorgt – naast allerlei technische vernieuwingen in ritme en stembereik en toonexperimenten – voor vernieuwing door in de muziek uitdrukking te geven aan de gevoelens die de tekst suggereert. Toorn, vreugde en verdriet. Het hele scala weergevend van de menselijke emoties. Via muziek overtuigen door emoties (affectenleer). De geboorte van de opera. De componist als ‘musicus poeticus’, muziek vol met symbolen en diepzinnige metaforen. 

Een hoge toon verbeeldt de hemel of de bergen, een lage toon de dalen of de hel. Vreugde in een snel tempo, consonantie en majeur, droefheid in mineur, dissonantie en langzaam tempo.

Vraag 3

In het filmfragment zie je een gedeelte uit Monteverdi’s L’Orfeo in een uitvoering uit 1997. Het is de scène waarin Orpheus Eurydice terughaalt uit de onderwereld.

In de scène is sprake van een innerlijk conflict.

Geef aan wat dit innerlijk conflict inhoudt.

Geef ook aan hoe dit conflict is uitgewerkt in de muziek en in het spel van de

acteurs.

Vraag 4

Deze uitvoering is geregisseerd door Pierre Audi, artistiek leider van De

Nederlandse Opera. Zijn vormgeving verbindt zich naadloos met het verhaal en met de muziek.

Leg uit hoe Audi dit heeft bereikt. Betrek zowel het verhaal als de muziek in je

antwoord. 

Vraag 5

In 1925 schreef de Duitse componist Kurt Weill de cantate Der neue Orpheus. In het geluidsfragment  hoor je daaruit een gedeelte. Der neue Orpheus past in het modernisme.

Noem drie manieren waarop je dat in de muziek kunt horen. 

Vraag 6

Gershwin schreef populaire songs, zoals het bekende I got rhythm uit 1930. In het geluidsfragment wordt dit lied gezongen door de beroemde zangeres Judy Garland.

Deze song is een typerend voorbeeld van ‘lichte muziek’, bedoeld voor amusement in uitgaansgelegenheden.

Geef aan de hand van drie kenmerken aan waarom deze muziek daarvoor

geschikt is. 

Vraag 7

Naarmate zijn carrière vorderde, richtte Gershwin zich meer op het componeren van serieuze muziek. Dit blijkt uit de variaties op I got rhythm, die de componist in 1933 maakte, waarin hij de populaire song verwerkte.

Deze compositie kan gerekend worden tot de klassieke muziek.

Geef hiervoor drie argumenten. 

Vraag 8

In 1928 had Gershwin, na een bezoek aan Parijs, An American in Paris gecomponeerd. Dit werk is een symfonisch gedicht, dat niet letterlijk een verhaal volgt, maar een impressie geeft aan de hand van diverse muzikale thema’s.

Geef aan hoe de muziek in dit fragment naar An American in Paris verwijst.

Betrek zowel American als Paris in je antwoord. 

Vraag 9

In het geluidsfragment hoor je het slot van de eerste akte, de Danse de la Terre, Dans van de Aarde.

Deze muziek is typerend voor het modernisme.

Bespreek drie kenmerken van deze muziek waarvoor dat geldt.

Vraag 10

Het muziekfragment is een gedeelte uit Another look at Harmony part IV uit 1975 van Philip Glass. Het werk van deze Amerikaanse componist wordt tot de stroming van de minimal music gerekend, verwant aan de minimal art.

Minimal music kan gezien worden als reactie op de componeerstijl van het

modernisme. Glass wil dat de toehoorder een andere manier van luisteren

ontdekt.

Leg uit hoe deze muziek dwingt tot een nieuwe manier van luisteren. 

Vraag 11

In het voorwoord van de muzikale autobiografie van Glass staat: “Geen

enkele componist heeft deze nieuwe muziek uitgevonden. Het was een

uitbarsting van de tijd, een onvermijdelijkheid. It happened.”

De muziek sluit blijkbaar aan bij de tijdgeest van de late jaren zestig en

het begin van de jaren zeventig.

Breng de muziek van Glass in verband met deze tijdgeest.