muziek hof 2022

Wat weet je nog over Hofcultuur
(in het algemeen)?
1 / 28
volgende
Slide 1: Woordweb
Kunst AlgemeenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog over Hofcultuur
(in het algemeen)?

Slide 1 - Woordweb

Wat weet je nog over muziek
in de Hofcultuur?

Slide 2 - Woordweb

wat voor muziek is dit?
A
homofoon
B
polyfoon

Slide 3 - Quizvraag

Wat voor muziek is dit?
A
polyfoon
B
homofoon

Slide 4 - Quizvraag

Renaissance betekent:
A
Vervormen
B
Verbeteren
C
Wedergeboorte
D
Terug naar de dood

Slide 5 - Quizvraag

Wat hebben de ideale verhoudingen van het menselijk lichaam te maken met de Romeinse architectuur?
A
Vitruvius wil gebouwen ontwerpen in de vorm van een lichaam
B
Vitruvius wilde dat gebouwen ook in ideale verhoudingen gebouwd werden
C
De romeinen hadden perfecte lichamen
D
Vitruvius wist niet of hij architect of arts wilde worden

Slide 6 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij polyfone muziek
A
meerdere stemmen
B
elke stem heeft een eigen ritme
C
alle stemmen zijn gelijkwaardig
D
alle stemmen hebben dezelfde melodie

Slide 7 - Quizvraag

De renaissancetuin heeft verschillende doelen/functie. Wat is GEEN functie van de renaissancetuin?

A
De tuin met zijn versieringen is een statussymbool voor de eigenaar en vertelt over zijn rijkdom, kennis en macht
B
Esthetische functie net als de villa voldoet de tuin ook aan de harmonieleer
C
De tuin was er als plaats voor ontspanning en vermaak. Er werden schouwspelen/ toernooien georganiseerd en er waren beeldenprogramma's.
D
De tuin wordt gezien als plek om af te spreken met je geliefde

Slide 8 - Quizvraag

welke zin over de polyfone muziek is WAAR?
A
in de late renaissance werd het minder complex
B
in de late renaissance veranderde er weinig
C
in de late renaissance werd het nog complexer
D
in de late renaissance maakte niemand meer muziek

Slide 9 - Quizvraag

Wat is GEEN kenmerk van polyfonie
A
Meerder melodie lijnen
B
Meer stemmen
C
één stem
D
De tekst staat onder de melodie

Slide 10 - Quizvraag

Welke mythologische aspecten vanuit de Klassieke geschiedenis zijn terug te zien in de kunsten?
A
Verhalen wat echt waar gebeurd is en waar verschillende geloven in voor komen.
B
Verschillende anekdotes die omschrijven wat de oudheid is en hoe culturen ontstonden
C
Anekdotes die de wereld beschrijven en absoluut niks over cultuur vertellen want dat mocht niet van de kerk.
D
Verhalen en denkbeelden van een bepaalde cultuur waarin belangrijke vragen aan bod komen.

Slide 11 - Quizvraag

Prima en seconda prattica
 

  

Tijdens de Barok ontstaat en ontwikkelt zich de opera tot een volwaardigekunstvorm. In 1607 wordt l’Orfeo van Claudio Monteverdi voor het eerst opgevoerd aan het hof van Mantua. De ‘prima prattica’ beschouwt Monteverdi als een oude stijl en hij kiest voor de ‘seconda prattica’.
1
2

Slide 12 - Tekstslide

Welke van de twee fragmenten is seconda prattica en waarom?

Slide 13 - Open vraag

We zetten nu de stap naar de muziek, de ontwikkeling van de muziek in de barok heeft alles te maken met de opkomst van de opera......

Slide 14 - Tekstslide

Monteverdi
Tijdens de Barok ontstaat en ontwikkelt zich de opera tot een volwaardige kunstvorm. In 1607 wordt l Orfeo van Claudio Monteverdi voor het eerst opgevoerd aan het hof van Mantua. De prima prattica beschouwt Monteverdi als een oude stijl en hij kiest voor de seconda prattica. 

Slide 15 - Tekstslide

Prima Prattica
Secunda Prattica
monodie/ eenstemmig
zang met akkoordbegeleiding door een instrument
werd een groot succes in 17e eeuw
geschikt om gevoel uit te drukken in muziek
individuele emotie uitdrukken is niet mogelijk
tekst moeilijk te verstaan
a capella
polyfonie/ meerstemmig

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat weet je van opera?

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Video

affectenleer 
De affectenleer koppelt allerlei muzikale middelen zoals toonsoorten, tempo, dynamiek en instrumenten aan gevoelens. 
Lamento
klaagzang, passend bij de ideeen van affectenleer (tempo is traag en er zijn soms dissonanten om gevoel goed over te brengen)

Slide 21 - Tekstslide

Muzikale middelen = aspecten:
Toonhoogte
Toonduur (maat/ritme)
Tempo
Dynamiek
Klankkleur
met deze vormgevingsmiddelen creëren componisten muziekstukken en composities.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

in deze scene zingt Orpheus tot Charon, (de voerman over de rivier Styx) om overgezet te worden. Charon is onder de indruk van de meesterzanger. Montverdi maakt duidelijk een verschil tussen de meesterzanger en de voerman.

Noem 3 muzikale middelen waarmee Montverdi dat verschil maakt.

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Vocale muziek  blz. 59-61
KERKELIJKE MUZIEK
Oratorium: gezongen bijbelverhaal
Gebruikt voor het lijdensverhaal=
Passie: lijden en sterven van Christus
Koralen: eenstemmige samenzang (vooral in gereformeerde kerk)
Cantate: kort muziekstuk in volkstaal, gebaseerd op bijbelse teksten.

Instrumentale muziek 
Met contrasten in dynamiek en klankkleur komt drama en gevoel tot stand. (Affectenleer)
Concerto: stukken voor ensembles met een soort dialoog tussen klein groepje muzikanten en het orkest

Sonate: instrumentale tegenhanger van de Cantate (Chiesa voor kerk, Chamera=kamermuziek)




Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video