Procestechnologie les 4 stoom

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning:
  • Les 1 PID
  • Les 2/3 PID deel 2
  • Les 4,5,6 Stoom
  • Les 7 Excursie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na de les kun jij:
  • Uitleggen wat stoom is
  • Kookpunt, verdampen en condenseren uitleggen
  • De begrippen soortelijke warmte, vloeistofwarmte en verdampingswarmte uitleggen en toepassen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Door het toevoegen van warmte stijgt de snelheid van de moleculen de intermoleculaire ruimte tussen de moleculen neemt toe sommige moleculen ontsnappen uit de vloeistof.

water in de gasfase = waterdamp

het verdampen van water!!!!


4

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:31
Wat is het smeltpunt van de stof

Slide 6 - Open vraag

de temperatuur waarbij et kristalrooster uit elkaar gaat. Bij water is dat 0 graden C
00:59
Wat is verdampen?

Slide 7 - Open vraag

door toevoeging van meer energie bewegen de moleculen zoveel dat ze van het oppervlak weggaan.
01:14
Wat is het kookpunt?

Slide 8 - Open vraag

de temperatuur waarbij de moleculen de vloeistof verlaten.
water 100 C
02:06
Wat is condenseren?

Slide 9 - Open vraag

door een lagere temperatuur komen de moleculen dichter bij elkaar. zo ontstaat er condens.( waterdruppels)
Is stoom zichtbaar?
ja
nee

Slide 10 - Poll

Nee.
De waterdamp die we zien is waterdamp(stoom) die ontstaat door het afkoelen van de waterdamp. (kleine druppeltjes)
Tabel druk t.o.v.temperatuur

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit dat bij een hogere temperatuur er een hogere druk ontstaat. de moleculen bewegen meer.
Notitie maken
  • Soortelijke warmte
  • vloeistofwarmte
(Q=m.c.ΔT)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 13 - Video

uitleg over soortelijke warmte. laat de studenten de vragen beantwoorden in de video

Slide 14 - Tekstslide

Met fase overgang gaan we niet mee rekenen
vloeistofwarmte
is het aantal Joule/Kjoule dat nodig is om 1 kg van een vloeistof vanaf het smeltpunt tot aan het kookpunt 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen 1
We warmen met stoom 4000 kg Loog op. De temperatuur van de loog is 20°C en moet worden verwarmd tot 80°C.
  1. Hoeveel warmte heb je nodig om de loog te verwarmen?

Slide 16 - Tekstslide

Q= m*c* ΔT
Q= 4000 *(80-20)* 4,18 (soortelijke massa van water)= 1003200 kJ
Rekenen 2
A: Jij bent procestechnoloog bij een ijsfabriek. Elke dag wordt er 500 kg overgebleven ijs gesmolten (-18°C tot 18°C) om er een drankje van te maken. De warmte die vrijkomt willen ze graag terugwinnen. Jij hebt de opdracht gekregen om hoeveel energie dit gaat. 

Slide 17 - Tekstslide

Q=500 *0,48 *36
Q= 8640 J
Rekenen 2
B: jij vraagt aan de operator met welke vloeistof hij het ijs heeft opgewarmd. De operator weet het niet. Maar hij heeft wel de volgende gegevens:
200 kg vloeistof
Temperatuur vloeistof 5

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen 2
B: jij vraagt aan de operator met welke vloeistof hij het ijs heeft opgewarmd. De operator weet het niet. Maar hij heeft wel de volgende gegevens:
200 kg vloeistof
Temperatuur vloeistof 5°C naar 18°C
Warmte/energie 4368 J

Slide 19 - Tekstslide

Q=m*c*ΔT
4368= 200*c*13
4368 = 2600*c
c=4368/2600
c=1,68 kJ/kg Olie

Slide 20 - Video

verdampingswarmte

Q=m*lv (verdampingswarmte)
De verdampingswarmte is de hoeveelheid energie die nodig is om 1 kg van een vloeistof bij zijn kookpunt te laten verdampen.

Q=m*lv
lv= verdampingswarmte

Slide 21 - Tekstslide

De verdampingswarmte in een stoomtabel te zien. zie binas
Rekenen 3
zie rekenen 1. voor het opwarmen van de loog is 1003200 kJ energie gebruikt. Hoeveel stoom heb je daar voor nodig als de overdruk 10 bar is.

Slide 22 - Tekstslide

1003200 kJ / totale warmte (vloeistof + verdampen)2780=360,9 kg stoom
Leerdoelen
leg uit:
  • Wat is stoom
  • Kookpunt, verdampen en condenseren 
  • De begrippen soortelijke warmte, vloeistofwarmte en verdampingswarmte uitleggen en toepassen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

01:37
Wat is Joule?

Slide 24 - Open vraag

eenheid voor de hoeveelheid warmte die gebruikt wordt. 1 joule is de hoeveelheid die nodig is om 1 gram water 0,24 C in temperatuur te laten stijgen.
02:13
Welke stof heeft de minste energie nodig om warm te worden
A
water
B
ijzer
C
olijfolie
D
hout

Slide 25 - Quizvraag

ijzer , laagste soortelijke massa.
Einde les

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies