Les 2 dinsdagles ww avoir être en ww op -er

Bonjour la classe!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bonjour la classe!

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
- Herhalen werkwoorden op -er
- Quiz met werkwoorden op -er/avoir en être (doorelkaar!)
- Opdracht werkwoorden op -er
- Bespreken puzzel (huiswerk vorige keer)
- Uitleg Futur proche 
- spelletjes!

Slide 2 - Tekstslide

Welke werkwoorden op -er kun je noemen?

Slide 3 - Woordweb

Tu .......... anglais?
A
parles
B
parlez
C
parle
D
parlons

Slide 4 - Quizvraag

Je ............. Pauline
A
t'appelles
B
m'appelle
C
s'appellent
D
m'appelles

Slide 5 - Quizvraag

Le chien ..............
A
manges
B
mangeons
C
mange
D
mangez

Slide 6 - Quizvraag

Max .............. une glace à vanille
A
achetez
B
achete
C
achetons
D
achète

Slide 7 - Quizvraag

Nous ........... dans la classe
A
sommes
B
avons
C
êtes
D
est

Slide 8 - Quizvraag

Il ..... froid: 5 degrés
A
est
B
fait
C
es
D
fais

Slide 9 - Quizvraag

Tu ........ où?
A
habite
B
habitons
C
habites
D
habitez

Slide 10 - Quizvraag

Julien .......... au manège.
A
travaille
B
travailles
C
travail
D
travaillez

Slide 11 - Quizvraag

Pauline ........... 50 ans
A
est
B
fait
C
es
D
a

Slide 12 - Quizvraag

Luna et Beppie ....... les chiens de Pauline
A
sommes
B
sont
C
ont
D
avons

Slide 13 - Quizvraag

Luna et Beppie ......... beaucoup
A
dorme
B
dormons
C
dorment
D
dormez

Slide 14 - Quizvraag

Quel ...... ton numéro de téléphone?
A
est
B
es
C
as
D
a

Slide 15 - Quizvraag

                   être           avoir        aller

je (j')
tu
il/elle

nous
vous
ils/elles
suis
avons
vas
sont
a
sommes
avez
ont
es
êtes
as
est
ai
vais
allez
allons
va
vont

Slide 16 - Sleepvraag

- Denk aan de stapjes: 
1. hele werkwoord - ER eraf (DONNER wordt DONN)
2. De juiste uitgang er achter plakken: je DONNe etc.
- Je krijgt 8 minuten voor de oefening, zet 'm op!
Oefening werkwoorden op -er
timer
8:00

Slide 17 - Tekstslide

- Est-ce qu'il y a des questions?

Bespreken puzzel

Slide 18 - Tekstslide

Le futur proche
- Voor het beschrijven van acties in de nabije toekomst
- Gaan + infinitif: tu vas tomber
- Voorbeelden: 
  • je vais nager
  • elle va acheter
  • nous allons écrire

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

- Klassikaal theorie doornemen
- Paar oefeningen samen maken
Oefenbladen Futur proche

Slide 21 - Tekstslide

Nous................... à Lille (futur proche)
A
allons habiter
B
habitons
C
avons habité
D
habiterons

Slide 22 - Quizvraag

Onthoud:
Bij de futur proche:

- Altijd een vorm van ALLER
- Altijd het HELE WERKWOORD erachter (in Nederlands net zo!)


Slide 23 - Tekstslide


Onderwerp + vorm van aller + hele werkwoord + rest zin

Je vais faire du shopping à Paris.

Slide 24 - Tekstslide

On va jouer!

Slide 25 - Tekstslide

Terugblik:
Nous avons fait beaucoup  de travail aujourd'hui!
- Les verbes en -er
- Les verbes avoir et être
- Le futur proche
- Et nous avons joué!

Slide 26 - Tekstslide

La semaine prochaine:
  • Huiswerk le futur proche
  • Nadenken welke onderwerpen je nog moeilijk vindt...

Slide 27 - Tekstslide