Schrijfvaardigheid les 4

WELKOM 3Vb
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

WELKOM 3Vb

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
Lezen
Leerdoelen
Setting en sfeer
Verwerken
Leerdoelen controleren

Slide 2 - Tekstslide

Lezen 
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert hoe:
- setting en sfeer kunnen bijdragen aan het plot
- groot de invloed van setting en sfeer zijn
- je zelf aantrekkelijke beschrijvingen maakt

Slide 4 - Tekstslide

Setting: ruimte
    • Ruimte: alles wat te maken heeft met plaatsen. Een land, stad, dorp, een gebouw, een planeet. 

    • De ruimte kan bestaan of niet bestaan, herkenbaar zijn of onherkenbaar.

    • De ruimte kan een sfeer oproepen, bijvoorbeeld spanning. Denk bijvoorbeeld aan een tankstation. Overdag niet eng, 's nachts een grimmige plek.

    Slide 5 - Tekstslide

    Setting in drie delen
    1. Plaats - in de klas, op het voetbalveld, op straat.
    2. Tijd - vanmorgen, in 2025, in de herfst.
    3. Omstandigheden - tijdens WO II, op vakantie, in de regen.
    Voorbeeld van setting: de zomer van 2025, op het voetbalveld, in de regen. (Welke sfeer creëer je?)

    Slide 6 - Tekstslide

    Sfeer
    Wordt gemaakt door beschrijvingen van de setting

    Sfeer versterk je met zintuigen: horen, ruiken, voelen

    Niet: De kleedkamer stonk.


    Slide 7 - Tekstslide

    Sfeer
    Wordt gemaakt door beschrijvingen van de setting


    Sfeer versterk je met zintuigen: horen, ruiken, voelen

    Niet: De kleedkamer stonk.
    Maar: De kleedkamer rook naar een combinatie van gebruikte voetbalsokken en bier.  

    Slide 8 - Tekstslide

    Sfeer
    - Statische werkwoorden vermijden
    (staan, zijn, liggen, zich bevinden

    Niet: De oude appelboom bevindt zich naast de houten voordeur. 


    Slide 9 - Tekstslide

    Sfeer
    - Statische werkwoorden vermijden
    (staan, zijn, liggen, zich bevinden

    Niet: De oude appelboom bevindt zich naast de houten voordeur. 
    Maar: De oude appelboom raakt met haar takken net de houten voordeur.  

    Slide 10 - Tekstslide

    Verwerken (20 min)
    Lees eerst de theorie
    Schrijfvaardigheid H4 (Setting en sfeer; blz. 98)

    Opdracht 5, 6, 7, 10 & 11

    Slide 11 - Tekstslide

    Klaar? Vooruitwerken!
    1.  Bedenk een thema dat in beide boeken voorkomt (zoals verlies, vrijheid)
    2. Noteer per boek in steekwoorden: (rol v/h thema, reactie hoofdpersoon)
    3. Vergelijk de boeken: zie je verschil in toon, stijl, boodschap, etc.?
    4. Denk na over wat dat verschil zegt over de schrijvers: waarom zouden ze het thema anders (of op dezelfde manier) benaderen?
    5. Bereid voor wat je wil zeggen over de boeken - je hoeft nog niets te schrijven, maar wel te begrijpen waar je straks naartoe wilt.

    Slide 12 - Tekstslide

    De setting (ruimte)
    Setting: de plaats (geografisch), de tijd (de historische tijd) en de omstandigheden (bijvoorbeeld winter, vakantie, staking). 

    De ruimte van een verhaal kan verschillende functies hebben, zoals:
    sfeer oproepen: bepaalde ruimten kunnen een sfeer oproepen. Zo kan een donker bos spanning oproepen.

    Slide 13 - Tekstslide