BOAlles 3

BOAlles 3

Twee politieagenten krijgen een melding dat een verdachte die gisteren een huisvredebreuk (geen VH-feit) heeft gepleegd, is gesignaleerd nabij een zeker adres. Als de twee agenten daar ter plaatse komen, rent de verdachte een woning binnen. Het blijkt om de woning van de vader van de verdachte te gaan. De vader geeft de agenten toestemming om de woning te betreden. Mogen de agenten de woning nu betreden?

1. Nee, het gaat NIET om een VH-feit. Ze zijn hier NIET toe bevoegd.
2. Ze mogen de woning gewoon betreden en de verdachte aanhouden.
3. Ze mogen de woning gewoon betreden, maar de verdachte NIET aanhouden.

Twee politieagenten achtervolgen een verdachte die een dag eerder het VH-feit diefstal heeft gepleegd. Dan betreedt hij een kerk waar op dat moment een dienst aan de gang is. Wat mogen de agenten nu?

1. De kerk betreden.
2. De kerk betreden en de verdachte aanhouden omdat het hier een VH-feit betreft.
3. De kerk NIET betreden.
4. De kerk NIET betreden. Ze moeten een schriftelijke machtiging regelen.

Kan een opsporingsambtenaar ter opsporing van strafbare feiten een woning tegen de wil van de bewoner betreden zonder schriftelijke machtiging?

1. Nee, dit is NIET toegestaan.
2. Ja, dit kan indien er sprake is van onmiddellijk levensgevaar.
3. Ja, maar dan alleen indien er sprake is van onmiddellijk levensgevaar, waarbij dit gevaar een gevolg is van een VH-feit.

Hoe lang is een schriftelijke machtiging maximaal geldig?

1. Tot de derde dag na afgifte.
2. Tot de vierde dag na afgifte.
3. Tot de vijfde dag na afgifte.
4. Tot de zesde dag na afgifte.

Sommige personen kunnen zonder schriftelijke machtiging binnentreden in een woning tegen de wil van de bewoner indien dit binnentreden in de wet is geregeld. Voor welk van de onderstaande personen geldt dat zij in de regel WEL in het bezit moeten zijn van een schriftelijke machtiging tot binnentreden in een woning tegen de wil van de bewoner?

1. De HOvJ.
2. De gerechtsdeurwaarder.
3. De advocaat-generaal van het gerechtshof.
4. De burgemeester.

In welk geval kan de OvJ de kennisneming door de verdachte van bepaalde processtukken tijdelijk onthouden?

1. Dit kan alleen voordat er sprake is van vervolging. Dit geldt NIET voor alle processtukken.
2. Dit kan tot aan de zitting bij de rechtbank. Dit geldt NIET voor alle processtukken.
3. Dit kan alleen voordat er sprake is van vervolging. Dit geldt voor alle processtukken.
4. Dit kan tot aan de zitting bij de rechtbank. Dit geldt voor alle processtukken.

Wat is juist als het gaat om het recht op afschrift van processtukken?

1. Dit recht heeft de verdachte gedurende het gehele onderzoek. Vanwege het onderzoeksbelang kan dit worden beperkt.
2. Dit recht heeft de verdachte alleen na afronding van het onderzoek.
3. Dit recht heeft de verdachte NIET als dit bijvoorbeeld een risico vormt voor de persoonlijke levenssfeer van een persoon.

Wie verzorgt de kennisneming van processtukken en het uitgeven van de afschriften hiervan?

1. Dit wordt verzorgd door de opsporingsambtenaar en na afloop van het opsporingsonderzoek door de OvJ.
2. Dit wordt verzorgd door de OvJ en na afloop van het onderzoek door de griffie van het gerecht.
3. Dit wordt verzorgd door de griffie van het gerecht.

Waarom is de ernst van het misdrijf belangrijk voor het optreden van de opsporingsambtenaar?

1. Aanhouding van een verdachte is alleen mogelijk als deze wordt verdacht van een ernstig misdrijf.
2. Bepaalde bevoegdheden mogen alleen worden gebruikt als de verdachte wordt verdacht van een ernstig misdrijf.
3. Het is van belang om te weten welke straf de verdachte kan krijgen. Deze informatie moet de verdachte namelijk worden gegeven bij de mededeling van de verdenking.
4. Alleen bij ernstige misdrijven mag een agent of bevoegd BOA geweldsmiddelen inzetten zoals handboeien, wapenstok en pepperspray.

Welke van de onderstaande beweringen geeft een beschrijving van een VH-feit?

1. Alle misdrijven waarop een maximale straf staat van 5 jaren of meer en een aantal met name genoemde misdrijven.
2. Alle misdrijven waarop een maximale straf staat van 4 jaren of meer.
3. Alle misdrijven waarop een maximale straf staat van 4 jaren of meer en een aantal met name genoemde misdrijven.
4. Alle misdrijven waarop een maximale straf van 5 jaren of meer staat.

Kameer is bevoegd opsporingsambtenaar. Op straat wordt hij aangesproken door 2 buurtbewoners. Zij vertellen hem dat Joan die ook in die straat woont een crimineel is omdat ze gisteravond om 23:00 uur auto’s bij hem voor de deur hebben zien staan die zij niet kennen. De inzittenden van die auto’s gingen bij Joan naar binnen en kwamen een kwartier later weer naar buiten. Is deze melding van deze 2 buurtbewoners nu voor Kameer voldoende om Joan als verdachte te kunnen zien?

1. Ja, de buurtbewoners noemen voldoende feiten en omstandigheden waardoor een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit ontstaat.
2. Nee, de buurtbewoners benoemen geen concrete feiten of omstandigheden.
3. Nee, er is geen sprake van verdenking van een gespecificeerd strafbaar feit.

Hachemi is aangehouden op verdenking van het plegen van een VH-feit. De bevoegde opsporingsambtenaar neemt foto’s en vingerafdrukken van Hachemi. Is dit toegestaan?

1. Ja, maar dan moet er wel toestemming zijn verleend door de hulpofficier van justitie en er moet onduidelijkheid zijn over de identiteit van Hachemi.
2. Nee, dit mag de opsporingsambtenaar niet doen omdat Hachemi niet wordt verdacht van een ernstig misdrijf.
3. Ja, dat is de opsporingsambtenaar zelfs verplicht om te doen.
4. Nee, dit mag de opsporingsambtenaar niet doen omdat er nog geen vervolging tegen Hachemi is begonnen.

Hannes pleegt een winkeldiefstal. Twee winkelmedewerkers zien dit en lopen naar Hannes toe. Hij gaat er vandoor. De winkelmedewerkers volgen hem naar buiten. Daar zien zij Hachemi die bevoegd opsporingsambtenaar is. Zij roepen naar hem: ‘houd de dief’ waarbij zij duidelijk naar de wegrennende Hannes wijzen. Hannes heeft ook duidelijk iets onder zijn arm. Hachemi rent vervolgens achter Hannes aan, maar kan hem niet bijhouden. Hachemi blijft wel naar Hannes zoeken. Na een kwartier ziet hij Hannes weer lopen. Mag hij Hannes nu aanhouden?

1. Ja, er is nog steeds sprake van heterdaad.
2. Ja, ook buiten heterdaad heeft hij de bevoegdheid Hannes aan te houden.
3. Nee, buiten heterdaad mag hij de verdachte alleen aanhouden voor een VH-feit.

Klaas wordt aangehouden voor een misdrijf waarop een maximale straf staat van 4 jaar. Om 23:00 uur beveelt de HOvJ dat hij wordt opgehouden voor onderzoek. Hoe laat loopt deze termijn in dit geval af?

1. 14:00 uur.
2. 17:00 uur.
3. 05:00 uur.
4. 08:00 uur.

Pietje wordt aangehouden voor een VH-feit en wordt in verzekering gesteld. Na maximaal hoeveel uur heeft hij het recht voorgeleid te worden aan de rechter-commissaris?

1. 60 uur na tijdstip aanhouding.
2. 90 uur na tijdstip aanhouding.
3. 60 uur na tijdstip bevel HOvJ ophouden voor onderzoek.
4. 90 uur na tijdstip bevel HOvJ ophouden voor onderzoek.

Wie heeft de bevoegdheid een verdachte in bewaring te nemen?

1. De HOvJ.
2. De OvJ.
3. De rechter-commissaris.
4. De raadkamer van de rechtbank.

Hoeveel tijd duurt de eerste termijn in verzekering stelling?

1. 3 dagen.
2. 6 dagen.
3. 9 dagen.
4. 14 dagen.

Is de HOvJ bevoegd de verdachte in verzekering te stellen?

1. Nee, dit mag alleen de OvJ.
2. Nee, dit mag alleen de rechter-commissaris.
3. Ja, maar alleen de eerste termijn.
4. Ja, zowel de eerste termijn als de tweede termijn.

Wat wordt bedoeld met een wet in formele zin?

1. Dit zijn alle wettelijke voorschriften.
2. Dit zijn alleen de wettelijke voorschriften die door de regering en Staten-Generaal gezamenlijk zijn gemaakt.
3. Dit zijn alle wettelijke voorschriften met uitzondering van de wettelijke voorschriften die door de regering en Staten-Generaal samen worden gemaakt.

Van welk van de onderstaande organen worden de leden via getrapte verkiezingen gekozen?

1. Eerste Kamer.
2. Provinciale Staten.
3. Gemeenteraad.

Aan wie is de minister voor zijn beleid politieke verantwoording verschuldigd?

1. Koning.
2. Minister-president.
3. Staten-Generaal.

Welke staatsvorm heeft Nederland?

1. Gecentraliseerde eenheidsstaat.
2. Gedecentraliseerde eenheidsstaat.
3. Een erfelijke constitutionele monarchie en een parlementair stelsel.

Wie staat (staan) aan het hoofd van een gemeente?

1. De burgemeester.
2. De Gemeenteraad.
3. Het College van burgemeester en wethouders.

Het Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar noemt drie aanstellingseisen voor de BOA. Eén daarvan betreft de betrouwbaarheid en bekwaamheid van de BOA. Welke zijn de andere twee?

1. Titel van opsporingsbevoegdheid, titel van beëdiging.
2. Akte van opsporingsbevoegdheid, aanwijzing per categorie, aanwijzing in bijzondere wet of verordening.
3. Akte van opsporingsbevoegdheid, titel van onvolkomenheid.
4. Titel van opsporingsbevoegdheid, akte van beëdiging.

Welke van de onderstaande antwoorden hoort NIET tot de titels van opsporingsbevoegdheid?

1. Aanwijzing per domein.
2. Aanwijzing per categorie.
3. Aanwijzing in een bijzondere wet of verordening.

Alle klachten over de BOA dienen gemeld te worden aan de toezichthouder en de direct toezichthouder.

1. Ja.
2. Nee, dit dient gemeld te worden aan de officier van justitie.
3. Nee, alleen indien het gaat om klachten over het gebruik van opsporingsbevoegdheden.
4. Ja, behalve de klachten over de inzet van opsporingsbevoegdheden.

Kan de officier van justitie een strafzaak niet voor de rechter brengen, maar de verdachte wel vervolgen?

1. Ja, dan seponeert hij de zaak.
2. Nee, dit is niet mogelijk. Vervolging kan alleen door de rechter bij de zaak te betrekken.
3. Ja, dit kan als hij een strafbeschikking oplegt.

Jantien moet voor de rechter verschijnen. De officier van justitie bepaalt dat deze mevrouw voor de rechtbank in Arnhem moet verschijnen. Over welke competentie gaat het in dit geval?

1. De absolute.
2. De relatieve.
3. De objectieve.
4. De concrete.

Wat wordt bedoeld met het opportuniteitsbeginsel?

1. Dat de rechter kan bepalen of er in een strafzaak sprake is van een strafuitsluitingsgrond.
2. Dat de rechter het recht heeft een zaak te seponeren.
3. Dat het openbaar ministerie kan besluiten niet te vervolgen omdat dit niet in het algemeen belang is.
4. Dat de officier van justitie in bijzondere gevallen bevoegdheden mag gebruiken die niet in de wet staan.

Een politierechter heeft een verdachte veroordeeld voor een misdrijf. Bij welk gerecht kan de verdachte nu in hoger beroep?

1. De kantonrechter.
2. De rechtbank.
3. Het gerechtshof.
4. De Hoge Raad.

De mobiele eenheid voert een charge uit tegen relschoppers tijdens een voetbalwedstrijd. Onder welke taak valt dit optreden?

1. Handhaving openbare orde.
2. Opsporing strafbare feiten.
3. Zorg dragen voor de veiligheid van personen en goederen.

Een politieagent wil Jacques een bekeuring geven. Jacques bedreigt de agent vervolgens met een mes. De agent kiest ervoor eerst pepperspray te gebruiken in plaats van zijn vuurwapen. Dit is een voorbeeld van:

1. Het opportuniteitsbeginsel.
2. Het subsidiariteitsbeginsel.
3. Het proportionaliteitsbeginsel.

Royan is 17 jaar en bij zijn volle verstand. Hij wordt uitgenodigd voor een verhoor betreffende een verdenking van een misdrijf (geen VH-feit). Kan hij afstand doen van consultatie- en verhoorbijstand?

1. Ja, dit kan hij gewoon doen.
2. Ja, maar pas nadat de raadsman hem heeft gewezen op de mogelijke negatieve gevolgen hiervan.
3. Nee, hij kan geen afstand doen van consultatiebijstand, maar wel van verhoorbijstand.

Welke van de onderstaande uitspraken is juist?

1. Bij een aangehouden minderjarige verdachte beslist de HOvJ of hij de ouders hiervan op de hoogte stelt. Hij brengt de OvJ van dit besluit op de hoogte.
2. Bij een aangehouden minderjarige verdachte moet de HOvJ, als de verdachte hierom vraagt, zijn ouders inlichten.
3. Bij een aangehouden minderjarige verdachte moet de HOvJ de ouders hiervan op de hoogte stellen en een raadsman regelen.
4. Bij een aangehouden minderjarige verdachte moet de HOvJ de ouders inlichten en, als de verdachte hierom vraagt, een raadsman regelen.

Hoe vaak mag de raadsman een verhoor onderbreken voor overleg?

1. Zoveel mogelijk.
2. Dit is niet toegestaan.
3. In ieder geval 1 keer.
4. In ieder geval 2 keer.

Hoe lang mag de consultatiebijstand maximaal duren?

1. Maximaal 15 minuten. De HOvJ kan eventueel verlengen.
2. Maximaal 30 minuten. De HOvJ kan eventueel verlengen.
3. Maximaal 15 minuten. De HOvJ kan dit verlengen als de verdachte minderjarig is.
4. Maximaal 30 minuten. De HOvJ kan dit alléén verlengen als de verdachte minderjarig is.

Moet een verdachte worden medegedeeld dat hij tijdens het verhoor op ieder moment terug kan komen op zijn beslissing af te zien van rechtsbijstand?

1. Nee, dit is niet nodig als de verdachte is aangehouden voor een strafbaar feit dat GÉÉN VH-feit is.
2. Nee, dit is niet nodig als de verdachte is uitgenodigd.
3. Ja, dit is de opsporingsambtenaar verplicht te doen.

Je bent bevoegd opsporingsambtenaar. Je krijgt van de meldkamer door dat een persoon die vorige week betrokken was bij de rellen bij het Feyenoordstadion, in jouw wijk loopt. Je krijgt een goed signalement door en de locatie waar hij zich bevindt. De OvJ geeft toestemming tot aanhouding. Op het moment dat hij je aan ziet komen, loopt hij een kerk in. Daar is op dat moment een dienst aan de gang. Mag jij de kerk binnen lopen en de verdachte aanhouden?

1. Je mag de kerk niet betreden.
2. Je mag de kerk wel betreden maar de verdachte niet aanhouden.
3. Je mag de kerk wel betreden en je mag de verdachte aanhouden.

Je bent bevoegd opsporingsambtenaar. Je krijgt de melding door dat iemand zojuist een winkeldiefstal heeft gepleegd. Je krijgt het signalement door en de locatie waar de persoon zich bevindt. Op een gegeven moment zie je hem en hij ziet jou. Hij rent een supermarkt binnen en loopt het magazijn in. Mag jij deze ruimte betreden om de verdachte aan te houden?

1. Nee, ik moet eerst een machtiging van de OvJ hebben.
2. Nee, ik moet eerst een machtiging van de HOvJ hebben.
3. Ja, ik mag de ruimte betreden en de verdachte aanhouden.

Na ontdekking op heterdaad van diefstal rent de verdachte een magazijn van een supermarkt in. De verdachte is vermoedelijk in één van de kasten in het magazijn gekropen. Je bent rechtmatig binnengetreden. Mag jij deze kasten zonder toestemming van de eigenaar doorzoeken om de verdachte aan te houden?

1. Ja, dat mag zonder meer.
2. Nee, Ik heb een machtiging van de OvJ nodig.
3. Nee, ik heb een machtiging nodig van de HOvJ.
4. Nee, ik heb een machtiging nodig van de Rechter-Commissaris.

Is er voor de bevoegde opsporingsambtenaar een mogelijkheid om zonder toestemming van de rechthebbende en zonder toestemming van de daarvoor aangewezen personen genoemd in het Wetboek van strafvordering een kast in een kantoorpand te openen om een verdachte op heterdaad aan te houden?

1. Nee, ik heb altijd toestemming van de HOvJ vooraf nodig.
2. Nee, ik heb altijd toestemming van de OvJ vooraf nodig.
3. Ja, bij dringende noodzakelijkheid kan de HOvJ achteraf op de hoogte worden gesteld.
4. Ja, bij dringende noodzakelijkheid kan de OvJ achteraf op de hoogte worden gesteld.

Jolanda zegt tegen haar buurjongen Peter, die het verstandelijke vermogen heeft van een 3-jarige, dat het een leuk idee zou zijn om volière van de buurman open te zetten zodat die vogels niet langer opgesloten zitten. Peter doet dit en alle vogels vliegen weg. Welke uitspraak is juist?

1. Peter kan een beroep doen op noodweer en Jolanda is uitlokker.
2. Peter kan een beroep doen op psychische overmacht en Jolanda is doen pleger.
3. Peter kan een beroep doen op ontoerekeningsvatbaarheid en Jolanda is doen pleger.
4. Peter kan een beroep doen op ambtelijk bevel en Jolanda is uitlokker.

Jolanthe krijgt ruzie met Sander. Ze pakt een honkbalknuppel en haalt uit richting Sander’s hoofd. Sander bukt waardoor Jolanthe mist. Waarvan is hier sprake?

1. Voorbereidingshandelingen.
2. Strafbare poging.
3. Jolanthe is niet strafbaar want ze mist.
4. Jolanthe is niet strafbaar want zij kan er toch niets aan doen dat Sander bukt.

Contirius wordt rechtmatig aangehouden door een politieagent. Hij verzet zich hevig tijdens zijn aanhouding. De politieagent werkt hem naar de grond. Corintius doet aangifte van mishandeling. Op welke strafuitsluitingsgrond kan de agent een beroep doen?

1. Strafuitsluitingsgrond wettelijk voorschrift.
2. Strafuitsluitingsgrond ambtelijk bevel.
3. Strafuitsluitingsgrond noodweer.
4. Strafuitsluitingsgrond noodweerexces.

Jetro zegt tegen Pieter dat hij de sleutel van het huis van zijn buurman heeft. Jetro heeft een hekel aan zijn buurman en zegt tegen Pieter dat hij de sleutel wel aan hem wil geven zodat hij daar de boel even kort en klein kan slaan als de buren naar hun werk zijn. Pieter pakt de sleutel aan en gaat hiermee het huis van de buren binnen en slaat de boel kort en klein. Welke uitspraak is juist?

1. Jetro is medeplichtige.
2. Jetro is uitlokker.
3. Jetro is niet strafbaar.

Met hoeveel wordt de maximale straf verlaagd bij medeplichtigheid?

1. Met de helft verlaagd.
2. Met een derde verlaagd.
3. Niet verlaagd.

Met hoeveel wordt de maximale straf verlaagd bij uitlokking?

1. Met de helft verlaagd.
2. Met een derde verlaagd.
3. Niet verlaagd.

Johan is razend als zijn dochter met een blauw oog thuiskomt. Als zijn dochter hem vertelt dat de buurjongen haar dit aan heeft gedaan, rent hij naar buiten. De buurjongen zit op zijn fiets grijnzend naar Johan te kijken. Johan rent naar hem toe en slaat hem drie keer met de vuist tegen zijn hoofd. De buurjongen valt op de grond. Johan loopt wrijvend over zijn knokkels terug naar huis. Van welke strafuitsluitingsgrond is hier sprake?

1. Strafuitsluitingsgrond noodweer.
2. Strafuitsluitingsgrond noodweerexces.
3. Psychische overmacht.
4. Geen strafuitsluitingsgrond.

Na een avondje kantklossen loopt Bart naar zijn huis. Onderweg komt hij een paar opgeschoten jongens tegen die hem de weg blokkeren. Bart vraagt of de jongens aan de kant willen gaan. Eén van de jongens blijft staan en begint Bart te slaan. Bart probeert weg te komen, maar dit lukt hem niet. De jongen blijft op hem in slaan. In paniek geeft Bart de jongen een harde klap. De jongen valt neer. Bart krijgt het ‘zwart’ voor de ogen en geeft de jongen nog een schop tegen zijn ribben na. Op welke strafuitsluitingsgrond zal Bart mogelijk een beroep kunnen doen met betrekking tot die laatste schop?

1. Strafuitsluitingsgrond psychische overmacht.
2. Strafuitsluitingsgrond noodweer.
3. Strafuitsluitingsgrond noodweerexces.

Jan is bevoegd opsporingsambtenaar en ziet dat Piet een reep chocolade steelt. Hij houdt Piet aan en vordert hem de reep aan hem uit te leveren. Is Jan hiertoe bevoegd?

1. Ja, maar dan alleen bij een VH-feit.
2. Ja, dat kan.
3. Nee. Dat kan niet.